Verdient 'big oil' steun?
De chemische industrie speelt een hoofdrol in ons leven. Bedrijven zoals Shell, ExxonMobile, BP en andere voorzien in onze energiebehoefte en onze alsmaar groeiende vraag naar allerlei soorten producten. Zij vervullen ons verlangen naar vrijheid, luxe en mobiliteit. Wij vragen, zij draaien. Waarom dan toch die toenemende kwaadheid en haat die zich richt op bedrijven zoals Shell? Moeten we niet gezamenlijk de klimaatcrisis aanpakken?
Onlangs spande Milieudefensie een rechtszaak aan tegen Shell vanwege het veroorzaken van wereldwijde klimaatschade en won die. Mensen haten of verachten Shell en vergelijkbare bedrijven omdat zij het klimaat kapot maken, en omdat ze al jarenlang wisten dat hetgeen zij deden schadelijk was. Maar is wantrouwen niet hoogst onwenselijk als je met elkaar in een crisis zit?
Stel jezelf de vraag: ‘Wie is er verantwoordelijk voor de klimaatcrisis?’ Je zou kunnen stellen dat het de consument is die om producten vraagt en dingen koopt. Zij bepalen in feite wat er op de markt komt en dragen daarmee verantwoordelijkheid voor de impact die dat heeft op het klimaat.
Je zou ook kunnen stellen dat het bedrijfsleven verantwoordelijk is. Het primaire doel van een bedrijf is winst maken. Zij zullen er dus alles aan doen dit te realiseren en mensen zoveel mogelijk te laten consumeren. Bedrijven zoals Shell koersen op hun aandeelhouders, en die willen geld verdienen. Zij bepalen voor een groot deel de koers van het bedrijf. Grootaandeelhouders van die bedrijven in big oil zijn onder meer onze pensioenfondsen. Wij als burgers willen er natuurlijk warmpjes bij zitten als we met pensioen gaan, en in de chemische industrie valt nu eenmaal veel geld te verdienen.
Is de overheid verantwoordelijk? Een overheid kan bedrijven restricties opleggen, een kader aftekenen, waarbij opgekomen wordt voor het algemeen belang. Zij kunnen investeringen doen in duurzaamheid. Een overheid wordt gekozen door en staat ten dienste van de burger. En de samenstelling van die overheid, en dus de belangen die zij nastreeft, verandert meestal elke vier jaar in Nederland.
Verantwoordelijkheidscrisis
Conclusie: iedereen is een beetje verantwoordelijk, maar wijst graag naar de ander. De klimaatcrisis is eigenlijk een verantwoordelijkheidscrisis. Ik snap erg goed en steun ook dat Milieudefensie een rechtszaak heeft aangespannen tegen Shell, een bedrijf dat goed is voor drie procent van de wereldwijde CO₂-uitstoot. Iemand moet verantwoordelijkheid nemen. Van alle CO₂ die Shell uitstoot, is trouwens negentig procent afkomstig van direct gebruik van Shell-producten door de consument. Benzine verbranden, het laten bezorgen van je pakketje, en de energie die het kostte om het te maken, het warme water uit je douche. Maar het is een beetje lastig om alle 500 miljoen klanten van Shell voor de rechter te slepen. Ik beveel de televisiefilm ‘De Zaak Shell’ van Milieudefensie aan. Bekijk die eens, want daarin wordt het verantwoordelijkheidsprobleem goed zichtbaar gemaakt.
Ik denk niet dat het verkeerd is om druk uit te oefenen op bedrijven zoals Shell. Belangrijk is wel dat deze druk voorzichtig wordt uitgevoerd en dat deze leidt tot het gewenste effect. Daarom wil ik je graag meenemen in het voorbeeld van Shell. Wat kan er gebeuren als de druk op Shell verkeerd wordt uitgeoefend? En hoe staat dit in relatie tot de ontwikkeling van duurzame alternatieven door een oliebedrijf zoals Shell?
Wat gebeurt er als je tegen Shell zegt dat ze minder olie en gas moeten oppompen? Simpel, dan gaat een andere partij het doen. De vraag naar olie en gas blijft namelijk groeien tot ver na 2050. Als het bedrijfsleven wordt gestimuleerd minder olie en gas op te pompen gaan staatsoliemaatschappijen van Rusland, China en het Midden-Oosten het wel doen. Zij hebben momenteel al vijftig procent van de totale olieproductie in handen.
Onder de streep wordt de olieproductie en uitstoot dan niet verminderd, maar verplaatst de productie zich van westerse bedrijven die gebonden zijn aan westerse regelgeving, naar maatschappijen die onderdeel zijn van landen met veel minder transparantie en minder drang tot verduurzaming. Zo zijn er al talloze voorbeelden van grote olievelden die niet werden geëxploiteerd door bedrijven zoals Shell, onder druk van activisten, maar toch werden geëxploiteerd door een staatsoliemaatschappij in het land waarin het olieveld zich bevond.
Energietransitie
Shell is een bedrijf dat graag van olie en gas af wil en heeft in zijn onlangs gepubliceerde energietransitie-strategie een plan uitgestippeld om in 2050 CO₂-neutraal te worden. Daarbij zitten ze aan de progressieve kant van de grote big oil bedrijven. Shell en andere bedrijven werken keihard aan alternatieve technologieën, onder andere in samenwerking met de TU/e, TU Delft en Groningse universiteit. Zo is het ze recentelijk gelukt vijfhonderd liter kerosine te maken van CO₂ en hebben ze de grootste groene-waterstof-fabriek op aarde gebouwd. En nu gaan ze in de Rotterdamse haven zo’n zelfde fabriek bouwen, maar dan twintig keer groter. Deze waterstof zal veel duurder zijn dan grijze waterstof. Er zijn nog geen klanten voor deze dure waterstof, en toch bouwen ze deze fabriek.
Het zal je verbazen dat Shell de grootste investeerder is in de energietransitie in Nederland. “We hebben Shell juist nodig om de klimaatcrisis op te lossen”, bevestigde de Groningse hoogleraar Ben Feringa, Nobelprijswinnaar in de scheikunde, onlangs in het programma De Vooravond. Graag zou het bedrijf nog meer en sneller willen investeren in de energietransitie. Dit vertelde Maarten Wetselaar, lid van de Raad van Bestuur van Shell, onlangs in het programma Buitenhof. Maar ga je te snel, dan maak je verlies, raak je aandeelhouders kwijt en nemen minder ambitieuze (staats)oliemaatschappijen het speelveld over. En dan wordt de energietransitie gegarandeerd afgeremd. Feit is dat de duurzame investeringen van Shell nog steeds gefinancierd worden uit winsten door het oppompen van olie en gas. Die winsten moet je dan wel nog even blijven maken.
Beloon en investeer
Er zit dus een limiet op de resources die een oliebedrijf kan stoppen in verduurzaming vanwege marktwerking. Ik denk dat alleen op internationaal politiek niveau écht sturing kan worden gegeven aan de verduurzaming van de chemische industrie. Beloon en investeer meer in bedrijven, op de lange termijn, die ook zelf willen investeren in duurzame oplossingen. Anders nemen Russische, Chinese of andere staatsbedrijven, met weinig ambitie tot verduurzaming, het speelveld over en zal ontwikkeling van duurzame energie en hernieuwbare bronnen minder snel gaan dan we willen. Dit vertraagt dan flink de energietransitie.
Willen we sneller uit de klimaatcrisis komen, dan is het essentieel om te onderzoeken welke acties daadwerkelijk gaan leiden tot het gewenste effect: CO₂-reductie. De gas- en oliewereld is misschien wel één van de meest complexe en grote markten ter wereld. Consument, het bedrijfsleven en de overheid staan alle drie in verbinding met elkaar, en de geschiedenis wijst uit dat wantrouwen van een van deze drie groepen naar een van de andere resulteert in een afstand, terwijl ze elkaar alle drie écht nodig hebben om verder te komen.
Door haat en acties die niet constructief zijn, maak je het klimaatprobleem alleen maar erger. Denk dus goed na en lees je in, voor je je uitlaat over de positie van Shell of een ander bedrijf, de overheid, de consument, of welke pion dan ook in de klimaatcrisis.
Discussie