VOL
Al maandenlang prijkt er in rode letters ‘VOL’ op het verwijsbord naar de Flux-parkeerplaats, zelfs op weekenddagen. Tenzij het bordje refereert aan het aantal geparkeerde konijnen, werkt het parkeerverwijssysteem al sinds 15 april niet. Al vijf maanden niet.
Laat dat even op je inwerken, in de ietwat ironische context van een TU. Dezelfde context van haperende onderwijssystemen, die jarenlang docent en student tot wanhoop dreven. Waarom toch steeds werken met die houtjetouwtje-systemen?
We kunnen boos fronsen en brommend wijzen naar Dienst ICT, maar er is meer aan de hand. Niet alleen zijn onze parkeersystemen ‘VOL’, ook onze collegezalen, docenten en gebouwen zitten aan hun limiet. Onze studenten moeten uitwijken naar het Frits Philips Muziekcentrum, omdat Auditorium 5 al in 2005 te klein was.
Niet alleen wijst het VOL-verwijsbord naar Flux zelf, dat nu al met capaciteitsproblemen puzzelt, ook is het symptomatisch voor de nijpende financiële situatie aan de TU/e. Falende ict, collegezalen uit de Koude Oorlog en het 58-jaar oude noodgebouw Paviljoen laten zien dat de lijst met kostenposten te VOL is om onze campus naar het heden in te richten. Den Haag heeft de mond vol van vernieuwing, maar vult de TU/e-kas nauwelijks aan.
Sinds 2000 is de eerste geldstroom, de rijksbijdrage voor universitair onderwijs, slechts met 12 procent gestegen, terwijl de studentenaantallen met 54 procent toenamen. Zodoende daalde in Nederland de rijksbijdrage per student van €19.500 in 2000 naar €14.500 in 2014. Zo ook aan de TU/e: Vorig jaar stonden er 1.900 bollebozen meer ingeschreven dan in 2010, een toename van maar liefst 26 procent.
Vandaag, op Prinsjesdag, lijkt een vergroting van de eerste geldstroom andermaal ver weg. Zodoende zijn we genoodzaakt om het Hoofdgebouw uit 1963 te verbouwen en haar VOL te proppen met studenten uit 2017, mede gefinancierd door dat falende VOL-parkeersysteem.
Den Haag roept dikwijls dat de TU/e haar studenten moet voorbereiden op de toekomst, niet op het nu. Dat zij dit moet faciliteren in het verleden is minstens ironisch te noemen.
Discussie