Ondernemen is topsport
Bovenstaande titel hoor je vaak. Te vaak. Er spoken nu allerlei dooddoeners door mijn hoofd. Bijvoorbeeld dat topsporten kort pieken is, maar dat je bij ondernemen altijd moet presteren. Of dat er bij ondernemen geen problemen zijn, maar alleen uitdagingen. En ook zoemt die verschrikkelijke NCOI-reclame in mijn hoofd: “De stok dat zijn wij, de lat, die bepaal jij.” Maar dat terzijde.
Bovenstaande titel past in het cliché-rijtje: ‘De bal is rond’, ‘Water is nat’ en ‘One Direction vernielt trommelvliezen’. Maar wat als we kappen met de clichés en bovenstaande titel letterlijk nemen? Dat idee had hoogleraar ‘Ondernemerschap en Leiderschap’ Bernhard Wientjes. Hij wil dat het topsport-cliché de skischans wordt afgeduwd en roept om een topsportstatus voor ondernemers.
Een topsportstatus: ben je bijvoorbeeld een eredivisie-volleyballer en los je in je vrije tijd Maxwell-vergelijkingen op bij elektrotechniek? Dan mag je tentamens inhalen en colleges skippen. Volgens Wientjes moeten ondernemers deze privileges ook krijgen. Run je een succesvolle toko? Vrees dan niet een judgemental NV’tje, maar haal je tentamen gerust in.
Hier wringt de voetbalschoen echter ook: wanneer ben je een topondernemer en is je toko succesvol? Het verschil tussen momentum hebben en in een ‘chasse patate d’enterprise’ zitten is niet altijd uit te drukken in klanten of omzet. Een beleid hier op voeren is te ingewikkeld voor de gestroomlijnde onderwijs-bureaucratie van het Bachelor College.
De TU/e pakt het anders aan, ze drilt haar ondernemerstalenten met de lancering van incubator ‘STARTUP/eindhoven’. Helaas zijn de geboden 18-flexplekken en advies slechts één doelpunt in een grote ondernemerscompetitie: wil de TU/e haar talenten stimuleren, dan dient zij hen ook meer onderwijs-vrijheid te bieden. Een topsportstatus gaat te ver, maar het starre Bachelor College zal soms moeten wijken. Zo niet, dan missen we succesvolle, loyale alumni, en krijgen we slechts ‘drop-out-verhalen’. Cliché.
Discussie