Mijn snotneus-evenbeeld
Mijn vriendin houdt haar iPad naast mijn hoofd: “Ja, je lijkt er echt een beetje op.” Het zijn zware tijden voor de authenticiteit van mijn gezicht; sinds de machtsovername van Jesse Klaver bij GroenLinks krijgt mijn moeder steeds vaker gelijk: Ik schijn op die snotneus te lijken.
“Nee, jij hebt natuurlijk niet zo’n grote neus”, voegt mijn moeder er altijd zalvend aan toe. Al het andere lijkt wel volgens haar: “Dat gezicht, die krullen; wanneer laat jij je haar weer eens groeien?”
Wellicht is het wensdenken van mijn moeder: Met haar jungle-achtertuin vol bomen, vijvers en kikkers draagt ze GroenLinks een duurzaam hart toe en hoopt ze dat haar jongste zoon ook de wereld gaat verbeteren. Immers: “Die Klaver komt ook uit Brabant, Alain!”
Toen Klaver vorige week aantrad hekelde hij de economisering van Nederland. Hij vond dat de politieke keuzes teveel gericht waren op kortetermijnwinst in plaats van langetermijnproblemen, zoals fossiele brandstoffen.
Natuurlijk kun je hier windmolen-gesnotneuzel van een broekie in zien, maar de economisering is zeker een feit. Dit laat zich het beste typeren door Shell, dat aankondigde jaarlijks de effecten van klimaatverandering op hun business model te rapporteren. Zien ze daar zelf de ironie niet van in?
Nadat het IMF maandag rapporteerde dat bedrijven in ‘fossiele brandstoffen’ wereldwijd per minuut $10 miljoen opstrijken hekel ik die economisering nog meer dan Trijntjes jurk. Natuurlijk, het bedrag is vast enigszins opgeblazen, maar het illustreert dat onze politieke prioriteiten verkeerd liggen. Duurzame groei moet juist voor economische quick wins gaan.
Daarom kondig ik vandaag aan dat jullie mij op Jesse Klaver mogen vinden lijken. Go ahead, dicht me een Romeinse haakneus, geitenwollensokken en half-Indonesisch bloed toe. Zolang we op onze universiteit dan ook minder economie-fossielen zullen opleiden, maar meer Klavers, Stella’s en Nova’s.
Discussie