Dromen mag
Als ik even wil wegdromen, denk ik niet aan meterslange Subway-broodjes van Thor. Nee, ik spring dan op mijn witte TU/e-fiets, schuur mijn delicate derrière over mijn gescheurde gelzadel en fiets dwars door de tegenwind naar een boeken- of reiswinkel.
Daar aangekomen, vergaap ik me een uur lang aan het rek met Lonely Planets, kwijlend op 250 verschillende reisgidsen. Boeken van plekken die ik nog moet bezoeken. Als vast ritueel inspecteer ik het boek ‘The Netherlands’. Steevast blader ik naar een stadje genaamd ‘Eindhoven’ en lees het magere reisadvies. Tien jaar geleden schreven ze dat “it’s best to avoid Eindhoven”. Tegenwoordig staat er geen normatief oordeel, maar slechts een prijslijst van Ryanair en Wizz Air richting andere bestemmingen.
Ik ben al jaren de saaie statuur van Eindhoven zat. Om dit te verbeteren, hebben we in mijn ogen een Natural Science Museum nodig, eentje zoals in Londen, zo schreef ik 2,5 jaar geleden. Nu doet het me deugd dat burgemeester Rob van Gijzel óf mijn columns leest, of de Lonely Planet. Radeloos riep ‘ie vorige week dat het een schande is dat Eindhoven geen technologie-museum had. I’m feelin’ ya, bro!
Rob droomt over Eindhoven, wil meer voorzieningen voor expats en ongetwijfeld tien bladzijden in de Lonely Planet. Restaurantreviews over De Burger, kunstkritieken over het Van Abbe, bierverhalen over De Baron en Van Moll, alles. Dromen mag in Eindhoven, graag zelfs.
Vorige week presenteerde designer Remco van de Craat zijn droom: een metro-netwerk onder Eindhoven. Hij wil het opgesplitste Eindhoven samenbrengen met drie lijnen: een D-lijn die designplekken verbindt, een K-lijn voor kennisplekken en een T-lijn voor technologie.
Hebben we het nodig? Nee, ik schuur mijn tedere derrière graag over één of ander foeilelijk fietszadel. Maar dromen mag, nee, móet. Eindhoven moet dingen mogelijk maken: niet bomen over kapvergunningen, maar voorop lopen met de Eindhovense droom. Anders vliegt ons technologisch talent naar een museum in Amerika.
Discussie