Die hardnekkige bubbel in ons hoofd
In ons hoofd ziet de wereld er vaak anders dan in werkelijkheid. De eerste keer dat ik een Harry Potter-film zag, was voor mij een gruwel. Niet vanwege Voldemort, maar omdat ik me de stemmen en gezichten van Harry, Ron en Hermelien heel anders had voorgesteld na het lezen van het boek. Het beeld en geluid op het witte doek waren iets wat ik niet wilde accepteren, ik wilde vasthouden aan de versie in mijn hoofd.
Deze conflictvermijding komt terug in allerlei facetten van ons leven en bepaalt hoe wij informatie opnemen. We zijn meesters in het onthouden van allerlei foutieve feitjes of urban legends, zelfs als we ooit het tegendeel hebben gehoord. Zo denken sommige mensen dat haartjes sneller teruggroeien als je ze scheert (gelukkig niet), we maar tien procent van ons brein gebruiken (de wetenschap is er nog niet over uit), en dat een muntje van een hoog gebouw gooien dodelijk kan zijn (nee hoor).
Blijven geloven in de realiteit die slechts bestaat binnen je eigen hoofd is weliswaar een stuk leuker, maar het heeft gevolgen. De afgelopen weken was er veel aandacht voor Facebook en Cambridge Analytica, en hoe de data van Amerikaanse staatsburgers zijn gebruikt voor micro-targeting van politieke advertenties. Behalve dat Facebook zomaar onze data had weggegeven (da’s niet zo netjes, Markie), was er ook veel kritiek over die micro-targeting, kritiek op hoe Facebook haar content continu aanpast aan onze voorkeuren: de zogenaamde filterbubbel. Mensen vinden deze bubbel doorgaans eng en geven hiermee Facebook de schuld van de verkiezing van Trump, omdat er alleen maar onwaarheden aan hen zouden zijn verkondigd.
Clown Donald
Ik ben ook niet blij met Clown Donald, maar deze focus op de fouten van de technologie is kortzichtig. Ongetwijfeld is er mensen voorgehouden dat Hillary Clinton letterlijk de poorten naar de hel zou openen, maar dit valt niet op te lossen met een chronologische ‘berichten-timeline’. Facebook laat ons zien, of juist niet, dat we vooral berichten liken die bij onze voorkeuren aansluiten en leert daar van. Als men het over een filterbubbel heeft, denkt men eerder aan een kwaadaardig plan dan aan een algoritme dat voorziet in onze behoeften. Dat dit niet zo’n transparant proces is, valt Facebook absoluut te verwijten en daarom is onze kritische houding gepast. Tegerlijkertijd, het sociale netwerk past deze adaptatie niet toe omdat het een evil plan heeft met onze timeline: het wil geld verdienen aan advertenties en wij zijn blijkbaar meer geneigd om te klikken binnen het comfort van een bubbel. Follow the money.
De filterbubbel in mijn hoofd werd mij laatst in een SG-lezing voorgehouden door Joris Luyendijk. Hij schreef een boek waarin hij ‘uit z’n bubbel stapte’ en met PVV-stemmers sprak. In zijn lezing kwam naar voren dat wij ‘hoogopgeleiden’ (met gemiddeld genomen een voorliefde voor penthouses en eikeltjespyjama’s) onderschatten in hoeverre we zelf debet zijn aan onze bubbel en hoeveel onvrede er heerst bij politieke tegenstanders. Een ‘eerlijker’ Facebook-algoritme gaat dit niet zomaar oplossen: als wij geloven dat een groot deel van de Nederlandse samenleving uit een stel domme boeren bestaat, prikken we elkaars filterbubbel niet zomaar kapot.
Wij kunnen natuurlijk wel de eerste stap zetten. Meer leren over jezelf en een ander is belangrijk, want vooral de filterbubbel in je eigen hoofd is hardnekkig. Zo is er morgen (promo-alert) een SG-lezing over straatpolitiek en de onvrede van gemarginaliseerde groepen in achterstandsbuurten. Ik bedacht meteen dat ik van hen eigenlijk nooit berichten op Facebook zie. Dit ligt echter niet aan Facebook: waarschijnlijk heb ik ze zelf ontvriend.
Discussie