Industrie CO2-neutraal maken blijft een lastige opgave
De industrie is verantwoordelijk voor bijna een derde van onze CO2-uitstoot. Om de energietransitie voort te zetten, moeten er grote stappen worden gezet richting verduurzaming van de sector. Wat is daarvoor nodig, wat zijn de grootste obstakels en waar liggen de kansen? Deze vragen stonden centraal tijdens EnergyDays op de TU/e-campus.
Terwijl voormalig collegevoorzitter Robert-Jan Smits zijn afscheid viert in het Auditorium, verzamelen tientallen bezoekers zich donderdagmiddag in het pand van DIFFER, aan de andere kant van de campus. Ze zijn hier voor EnergyDays, een terugkerend evenement van EIRES, het instituut voor hernieuwbare energie. Dit jaar draait alles om de grote uitdaging: hoe maken we industriële warmte CO₂-neutraal?
Richard van de Sanden, wetenschappelijk directeur van EIRES, opent de bijeenkomst en staat stil bij een belangrijke mijlpaal: het instituut bestaat vijf jaar. Daarnaast licht hij de rol van EIRES toe als versneller van de energietransitie en als bruggenbouwer tussen verschillende organisaties en expertisegebieden. Hij noemt enkele tastbare successen van EIRES, zoals de start-ups Carbyon en RIFT, die zich richten op CO₂-afvang en schone brandstoffen, en de megabatterij op de TU/e-campus, die helpt om lokale netcongestie tegen te gaan.
Urgentie
De urgentie van de energietransitie wordt onderstreept door Herbert Zondag, onderzoeker thermische-energieopslag bij de TU/e en TNO. “De industrie is verantwoordelijk voor ruim dertig procent van de totale CO₂-uitstoot”, zegt hij. De grafieken die hij laat zien illustreren de omvang van het probleem. De energiebehoefte van de industrie, raffinaderijen en de chemische sector blijft hoog en zal voorlopig niet afnemen. Samen zorgen deze sectoren voor veertig procent van het totale energieverbruik in Nederland.
Zondag wijst erop dat verduurzaming van de industrie essentieel is om de klimaatdoelen te halen. “Binnen 25 jaar moet de industrie CO₂-neutraal zijn”, zegt hij. Hij merkt op dat de industrie momenteel onder grote druk staat door een zeer competitieve markt, wat het nog moeilijker maakt om de nodige verduurzamingsinvesteringen te doen. Volgens Zondag is er dringend beleid nodig om de transitie te versnellen, op zowel nationaal als Europees niveau. Een belangrijke kans ligt volgens hem in het hergebruik van restwarmte. “Als je die kunt inzetten voor je eigen processen of verkopen aan andere gebruikers, maak je je processen efficiënter en verminder je je energieverbruik”, stelt hij.
Jenga
Daarna neemt Tim Peeters van Tata Steel het woord, werkzaam bij Research & Development. Een treffende spreker uit de industrie, want uit Zondags grafieken blijkt dat Tata Steel tot de grootste uitstoters binnen de Nederlandse industrie behoort. Toch brengt Peeters vooral goed nieuws: het bedrijf zet grote stappen richting schonere staalproductie. Tata Steel werkt aan de transitie van kolen naar duurzamere energiebronnen en bouwt een DRI-fabriek (Direct Reduced Iron), die ijzererts omzet in ijzer met behulp van gas in plaats van kolen, en een elektrische oven. In 2030 moeten deze installaties operationeel zijn, waarna een deel van de huidige hoogovens zal sluiten. Met deze maatregelen wil Tata Steel zijn CO₂-uitstoot aanzienlijk verminderen.
Tegelijkertijd werkt Tata Steel aan een hogere energie-efficiëntie door productieprocessen aan te passen, slim om te gaan met energie en in te zetten op circulariteit. Peeters noemt enkele concrete voorbeelden: lokale windenergie gebruiken, slimme logistiek, het benutten van restwarmte en het efficiënt hergebruiken van vrijkomende procesgassen. “We proberen meerdere doelen tegelijk te raken; het gaat om meer dan alleen CO2-reductie.”
Toch krijgt Tata Steel veel kritiek. De plannen voor een duurzamere staalproductie liggen er al langer, maar waarom is er nog zo weinig gerealiseerd? Die vraag hoort Peeters vaak, erkent hij. Volgens hem gaat het om een ingrijpende herziening van het hele productieproces, waarin alles met elkaar in verbinding staat. “Je kunt niet alles in een keer aanpassen zonder het systeem te ontwrichten”, legt hij uit. Hij vergelijkt het met een Jenga-toren: “Als je zomaar blokjes weghaalt, stort de hele toren in. Daarom vervangen we de oude fabrieken stap voor stap door nieuwe.”
Een complexe transitie
De verduurzaming van de industrie blijkt geen eenvoudige opgave. Naast technologische innovaties is sterke beleidssturing nodig om bedrijven te ondersteunen in de energietransitie. De presentaties tijdens EnergyDays laten zien dat er stappen worden gezet, maar ook dat er nog veel werk te verzetten is. De komende jaren zullen uitwijzen hoe snel en effectief de industrie deze transformatie kan maken.
Discussie