Open science op de TU/e vergt een gezamenlijke inspanning

Bijna iedereen is zich bewust van het belang van transparantie in wetenschappelijk onderzoek, het toegankelijk maken van onderzoeksresultaten en het delen van data. “Open Science is blijvend, en het is de verantwoordelijkheid van ieder van ons om dit werkelijkheid te maken,” sprak collegevoorzitter Robert-Jan Smits de zaal toe tijdens het open science-event dat afgelopen dinsdag in het Auditorium plaatsvond.

Terwijl het hele land toekeek hoe de politieke leiders in feestelijke outfits het financiële plan voor het komende jaar presenteerden, verzamelden zo'n honderd TU/e'ers zich in de Senaatszaal van het Auditorium om meer te leren over open science. Het evenement, getiteld “Everything you wanted to know about open science at TU/e”, had als doel meer bewustzijn en betrokkenheid binnen de TU/e-gemeenschap te creëren rondom open science. De principes resoneerden met de meeste aanwezigen, maar om ze in de praktijk te brengen, moeten nog heel wat obstakels worden overwonnen, zo blijkt deze ochtend.

Systeemverandering

Het programma wordt geopend met een welkomstspeech door collegevoorzitter Robert-Jan Smits. In zijn eerdere rol bij de Europese Commissie, waar hij zich onder andere met het financieringsprogramma Horizon 2020 bezighield, zag Smits van dichtbij de noodzaak toenemen voor een transitie naar een volledig nieuwe benadering van wetenschap.

De belangrijkste redenen hiervoor waren onder meer de exponentiële groei van data, de groeiende wetenschappelijke gemeenschap – waarin landen zoals China een steeds grotere rol spelen – en meer internationale samenwerking. Dat, in combinatie met de groeiende vraag vanuit de samenleving om meer transparantie, vroeg om een radicale systeemverandering, aldus Smits. Open science zou veel voordelen opleveren, zoals een snellere uitwisseling van kennis, efficiënter gebruik van publieke middelen, minder wetenschappelijk wangedrag en meer geld voor wetenschappelijk onderzoek.

Erkennen en waarderen

Bij open science gaat het om veel meer dan alleen open access en het delen van data, benadrukt Smits. Zo omvat het ook een nieuwe kijk op het erkennen en waarderen-systeem. Traditioneel wordt academische erkenning sterk bepaald door publicaties in gerenommeerde tijdschriften. In een open science-framework verschuift de focus naar bredere vormen van impact, zoals de mate waarin data of onderzoeksmethoden worden hergebruikt, samenwerking met niet-academische partners en maatschappelijke relevantie. Dit zorgt voor nieuwe manieren om wetenschappers te waarderen.

Volgens Smits is Nederland een koploper in Europa als het gaat om open science. “Het staat hoog op de nationale agenda,” zegt hij. Tegelijkertijd betreurt hij de geplande bezuinigingen in het onderwijs, die onvermijdelijk ook de open science-initiatieven zullen raken. “We zijn blij met Beethoven (de financiële steun van de overheid voor de technische sector in de Brainport-regio, waarvan 450 miljoen voor het onderwijs, red.), maar de geplande bezuinigingen zijn gewoon slecht nieuws.”

Wat, waarom en hoe

Hans de Jonge, directeur van Open Science NL – een regieorgaan voor het bevorderen van open science in Nederland – gaat vervolgens verder in op wat open science precies inhoudt, waarom het zo belangrijk is om die kant op te gaan en wat Open Science NL nastreeft. Al snel blijkt dat open science een paraplubegrip is dat veel verschillende praktijken omvat, allemaal met als doel de wetenschap toegankelijk te maken voor iedereen en zo de maatschappij in zijn geheel zo goed mogelijk te dienen.

De wat- en waarom-vragen lijken open deuren; vooral de hoe-vraag verdient extra aandacht. De Jonge toont aan wat er nodig is om de transitie naar open science te realiseren, van het bieden van de noodzakelijke (technische) ondersteuning aan onderzoekers tot het opstellen van duidelijke richtlijnen. Met het budget dat het orgaan hiervoor van de overheid ontvangt, wordt onder andere geïnvesteerd in het bouwen van digitale infrastructuur, het opzetten van een nationaal trainingsplatform en het verbinden van de community via verschillende activiteiten, vertelt De Jonge.

Open en FAIR

Tijdens de eerste breakoutsessie wordt dieper ingegaan op enkele concepten van open science, zoals het verschil tussen open en FAIR data. “Open data houdt simpelweg in dat je je data openbaar maakt, zodat anderen er gebruik van kunnen maken,” legt Nami Sunami uit, leider van deze sessie. FAIR staat voor de vier principes waar data aan moeten voldoen: Findable, Accessible, Interoperable en Reusable. De deelnemers leren dat niet alle open data FAIR zijn, en dat andersom niet alle FAIR data open zijn, bijvoorbeeld omdat ze achter betaalmuren zitten. Volgens de principes van open science is het doel om data zoveel mogelijk zowel open als FAIR te maken. Deze twee concepten vullen elkaar aan om de impact en toegankelijkheid van wetenschappelijke data te maximaliseren.

Hoewel steeds duidelijker wordt wat open science inhoudt, blijft het voor veel aanwezigen nog enigszins abstract hoe zij op individueel niveau kunnen bijdragen. Via een digitaal formulier wordt hen gevraagd om verschillende vragen over open science te beantwoorden, waarna de antwoorden op het grote scherm worden getoond. ‘Wat zijn je uitdagingen om je data open en FAIR te maken?’, luidt een van de vragen. De deelnemers geven onder andere aan dat het onduidelijk is wat er precies van hen verwacht wordt, dat ze niet over de benodigde kennis beschikken, of dat ze er simpelweg geen tijd voor hebben.

Op de vraag welke ondersteuning zij nodig hebben om hun data open en FAIR te maken, worden tools, trainingen, informatievoorziening, tijd en budget het vaakst genoemd. Sommige deelnemers uiten echter ook zorgen over wat er met de gedeelde data zal gebeuren, en zien de vertrouwelijkheid van bepaalde gegevens als een lastig punt.

“Het gaat om meer dan alleen jezelf”

Uiteindelijk moeten de deelnemers op een schaal van 1 tot 5 aangeven hoe belangrijk ze open en FAIR data vinden. “Het is belangrijk om data te delen en om samen te werken, maar het moet werkbaar zijn”, licht een van hen zijn antwoord toe. Zelf heeft hij een twee gegeven. “Er zijn zoveel data, dus dan is de vraag: moet je die allemaal delen? Je moet kijken naar wat zinvol is, en niet delen puur om te delen.”

Smits vraagt om de microfoon om hierop in te gaan. “Los van wat we er persoonlijk van vinden, hebben we hier met z’n allen een verantwoordelijkheid naar de samenleving toe. Door data te delen, kunnen we efficiënter werken en beter gebruikmaken van publiek geld. Het gaat om meer dan alleen jezelf,” pleit hij. De transitie naar open science vergt een verandering binnen de organisatie en een gezamenlijke inspanning, gelooft hij. “Denk erover na en kijk wat je zelf kunt doen om het werkelijkheid te maken”, nodigt hij de deelnemers tot slot uit.

Om onderzoekers te ondersteunen bij het beheren van data is er een nieuwe tool gelanceerd: de Research Cockpit. Via dit gecentraliseerde platform kunnen onderzoekers hulp aanvragen en toegang krijgen tot tools om hun onderzoeksdata effectief te beheren.

Iedereen die vragen heeft met betrekking tot het beheren of delen van onderzoeksdata, kan daarnaast contact opnemen met de data stewards van TU/e Research Data Management, een onderdeel van LIS. Zo heeft iedere faculteit een dedicated data steward die onderzoekers helpt met vraagstukken rondom datamanagement. Heb je hier vragen over, dan kun je mailen naar rdmsupport@tue.nl.

Deel dit artikel