Aster test eerste satelliet in “near-space”

Met behulp van een weerballon stuurde studententeam Aster recent voor het eerst een satelliet de lucht in. Het prototype kwam tot zo’n 35 kilometer hoogte en landde uiteindelijk bij mensen in de achtertuin. De missie moest aantonen of de satelliet, inclusief lading, de zware omstandigheden in de ruimte aankon.

door
foto Aster

Eindhoven dichterbij de ruimte brengen: dat doel is voor studententeam Aster recent een stapje dichterbij gekomen door de lancering van een zelfgebouwde satelliet. Het prototype, dat aan een weerballon de lucht in ging, haalde een hoogte van 34,8 kilometer. Daarmee bereikte het niet écht de ruimte, daar zouden de studenten een echte raket voor nodig hebben gehad. Toch maakte het beeld van de satelliet ver boven de aarde (zie hoofdfoto) een grote indruk op team manager Fares Abuelhassan. “Toen ik de foto zag, kon ik er alleen maar naar blijven staren. Ik kon het bijna niet geloven. Al het harde werk kwam samen in dat ene beeld.”

Dat het prototype niet echt in de ruimte zou komen en weer terug zou keren naar de aarde was de bedoeling. Met de missie – Hydrogen genoemd, vanwege de waterstof in de weerballon – wilden de studenten namelijk bekijken of de satelliet de zware omstandigheden in de ruimte aankon. Doordat het langwerpige doosje nu weer veilig in de kamer van het studententeam in innoSpace staat, stelt dat de leden in staat om extra goed te kijken naar hoe foolproof het prototype is. Dat blijkt behoorlijk stevig: na een reis van 250 kilometer en een landing in de achtertuin van zéér verbaasde Engelsen, is het prototype – afgezien van een klein afgebroken hoekje en een barst in een zonnepaneel – vrijwel puntgaaf gebleven.

Fotonica

Met de missie testten de studenten niet alleen of hun eigen satelliet een ruimtereis zou overleven, maar ook apparatuur van PhotonFirst. “Dat bedrijf is gespecialiseerd in fotonica. Die technologie wordt nog niet in de ruimte gebruikt”, vertelt Abuelhassan. “Ze hebben een apparaat met allemaal glasvezelkabels en als je die op een bepaalde manier in de satelliet plaatst kan die meerdere dingen tegelijk meten, zoals temperatuur, druk en straling.”

De satelliet Icarus I van Aster zweeft op 34,8 kilometer hoogte boven de aarde.

Het prototype Icarus I van Aster

De satelliet Icarus I van Aster zweeft op 34,8 kilometer hoogte boven de aarde.

Door dat apparaat mee te sturen met de satelliet konden de studenten de technologie valideren en die bleek bijvoorbeeld, net zoals de satelliet zelf, de temperaturen van -70°C best aan te kunnen. Ook de metingen bleken accuraat, vertelt technical lead Tijn Quinten Zeelenberg. “We hadden naast de apparatuur van PhotonFirst een gangbaar systeem aan boord dat dezelfde metingen verrichte, om die resultaten te kunnen vergelijken.”

Geen plug-and-play

Ook bij toekomstige missies zal de lading waarschijnlijk van externe partijen komen. “Dat is normaal met dit soort satellieten”, aldus Zeelenberg. “Wij zorgen er op onze beurt voor dat de satelliet werkt, dat we ermee kunnen communiceren en dat de stroomvoorziening goed werkt.” Het is een platform waarin je iets kunt integreren, voegt Abuelhassan daaraan toe. “Dat is geen kwestie van plug-and-play. Je moet daarbij bijvoorbeeld kijken naar hoe je de bedrading aanlegt en hoe je de data gaat verwerken.”

Nu het prototype de reis goed heeft doorstaan, is het tijd voor de volgende stap. Aster gaat opnieuw een satelliet bouwen, die deze keer met een raket de ruimte in wordt geschoten en daar voor altijd rond blijft zweven. Dat laatste maakt het spannend, want als hij daar eenmaal is kun je er niets meer aan veranderen. “Hooguit met wat software patches”, zegt Abuelhassan. “Maar je moet echt vertrouwen hebben in wat je de ruimte in stuurt. En het goed getest hebben.” Dat doel is met missie Hydrogen behaald en daarmee komt de echte satelliet volgens Zeelenberg een stuk dichterbij. “Ik hoop dat ik nog bij Aster zit als die werkelijkheid wordt.”

Eindhoven

De interesse voor ruimtevaart groeit in de regio, merken de leden van Aster. “Er is een momentum voor in Eindhoven”, zegt Abuelhassan. “Vorig jaar werd de ScyLight conferentie ook hier gehouden. Veel mensen van de universiteit namen daaraan deel. En Electrical Engineering is bijvoorbeeld bezig met optische communicatie.” Er is volgens de student in Eindhoven veel kennis aanwezig die nuttig kan zijn voor de ruimtevaart, zoals bijvoorbeeld die op het gebied van fotonica. “Uiteindelijk is een satelliet gewoon een computer. Alleen moeten de componenten de omstandigheden in de ruimte aankunnen.”

Om de interesse voor ruimtevaart in Eindhoven warm te houden, organiseert Aster in samenwerking met Studium Generale de lezing ‘A Dutch Space Odyssey’ met Joost Carpay van de Netherlands Space Office. De lezing is op woensdag 2 oktober om 12.40 uur gratis bij te wonen in de Blauwe Zaal.

Deel dit artikel