TU/e zakt 17 plekken in Times-ranking
Acht van de twaalf Nederlandse universiteiten in de wereldranglijst van het Britse tijdschrift Times Higher Education zijn lager geëindigd dan vorig jaar. De TU/e zakte in een jaar tijd zeventien plekken van 168 vorig jaar, naar 185 nu. Er worden steeds vaker vraagtekens gezet bij het op deze manier van rangschikken van universiteiten.
Met grote bezuinigingen op komst staan de universiteiten onder zware druk, voorspellen de samenstellers van de Britse ranking, maar Nederland heeft nog altijd elf universiteiten in de top-200.
Dat zouden er twaalf zijn, als de Universiteit Utrecht vorig jaar niet had besloten om de medewerking aan dit soort ranglijsten op te zeggen. De universiteit trekt consequenties uit de kritiek op zulke lijsten en levert geen gegevens meer aan. Je kunt de prestaties van universiteiten eigenlijk niet tot één getal reduceren, is het idee.
TU/e blijft meedoen
Volgens de woordvoerder van de TU/e is de universiteit op de hoogte van deze discussie, maar zijn ze vooralsnog niet van plan om te stoppen met rankings in het algemeen. "We zijn ons bewust van de beperkingen van rankings en hun methodologie, maar ze zijn nog steeds belangrijke elementen bij de oriëntatie van internationale studenten, die voor ons een belangrijk deel van onze instroom vormen. We blijven daarom voorlopig deelnemen aan enkele van de meest bekende rankings", aldus de woordvoerder.
Prijsgeven
Vorig jaar moesten zeven van de twaalf overgebleven Nederlandse universiteiten terrein prijsgeven en nu zijn dat er acht. Alleen de universiteiten van Amsterdam (UvA), Leiden, Maastricht en Twente eindigen dit keer hoger op de lijst. Waar de TU/e zich vorig jaar nog opwerkte van buiten de top-200 naar een mooie 168e plek, levert ze dit jaar weer zeventien plekken in. De TU/e weet daarmee wel haar top-200-plek te bewaren.
Met elf universiteiten in de top-200 doet Nederland het nog altijd erg goed. Het hoeft alleen de Verenigde Staten (55), het Verenigd Koninkrijk (25), Duitsland (20) en het Chinese vasteland (13) te laten voorgaan.
Bovenin de ranking domineren nog altijd de Britse en Amerikaanse universiteiten. De University of Oxford is voor het negende jaar op rij de nummer één, dit keer gevolgd door het Amerikaanse Massachusetts Institute of Technology en Harvard opnieuw op drie.
“Vrijwillig”
Het ontbreken van Utrecht roept de vraag op of deze top-200 een accuraat beeld biedt. In bijvoorbeeld de Shanghai Ranking, waar universiteiten geen gegevens voor aanleveren, staat Utrecht wel.
Het is juist goed dat universiteiten vrijwillig meedoen, reageert Phil Baty, de chief global affairs officer van de THE. “Wij zijn de enige vrijwillige ranking. We respecteren de beslissing van de Universiteit Utrecht, maar we staan open voor dialoog – en natuurlijk zouden we de universiteit volgend jaar graag weer verwelkomen, zodat Nederland eerlijker vertegenwoordigd is in dit belangrijke onderzoeksproject.”
Meer deelnemers
De trend is juist de andere kant op, zegt hij. Er doen steeds meer instellingen mee. Het zijn er deze keer bijna 2.100 uit 115 verschillende landen, tegen 1.900 universiteiten uit 108 landen vorig jaar.
“De deelnemers zien allemaal de grote voordelen”, stelt Baty. Ze worden immers zichtbaar op het wereldtoneel en kunnen ze zichzelf op een zorgvuldige manier vergelijken met andere instellingen. De ranglijst biedt bovendien inzicht in wereldwijde ontwikkelingen en laat zien welke nieuwe universiteiten uitblinken. Hiermee moedigt de lijst volgens hem ook internationale samenwerking aan.
Discussie