Studenten Mechanical Engineering leren elkaars grenzen
Eerstejaars studenten van de faculteit Mechanical Engineering bezochten als nieuw, verplicht onderdeel van hun curriculum een theatervoorstelling over sociale veiligheid van stichting Time Out. Na iedere scène reflecteerde de zaal op de gespeelde situatie. Dat leidde tot interessante antwoorden, maar de diepere dialoog moet nog volgen.
De Blauwe Zaal vult zich met studenten. Op hun stoel vinden ze een flyer met de verschillende loketten en plekken op de universiteit voor welzijn en sociale veiligheid. Ook vinden ze een oranje kaart waar ze op kunnen schrijven wat ze van de voorstelling vonden en tips kunnen delen over hoe de universiteit de sociale veiligheid kan verbeteren. Op de agenda staat een voorstelling van theatergroep Time Out met de naam Safe Space.
Het toneelstuk bestaat uit meerdere scènes over uiteenlopende situaties, zoals ongewenste aanrakingen en racisme. Tussendoor wordt het publiek gevraagd om daarop te reflecteren. Studenten vullen massaal de online Mentimeter in als dat van hen wordt gevraagd, maar waren terughoudend om hun onderbouwingen te bespreken in de zaal.
Programma
Het theaterstuk is onderdeel van het programma Sociale Veiligheid bij Mechanical Engineering. Het is één van de vier verplichte onderdelen in de leerlijn Persoonlijke en Professionele Ontwikkeling (P&PD). De voorstelling dient als start van een langer traject waar studenten leren over sociale veiligheid en inclusie. Dat het een verplicht onderdeel is voor studenten is vrij uniek. Naast de TU/e, doet alleen Universiteit Maastricht dat.
Het programma is gestart na de landelijke signalen van grensoverschrijdend gedrag bij studenten en geluiden bij de faculteit die deze signalen bevestigen. Begin april kregen medewerkers van dezelfde faculteit een andere voorstelling over sociale veiligheid te zien. Dat maakte een diepe indruk op de zaal.
Een veilige ruimte
Het toneelstuk begint met een aantal gedragsregels om een veilige omgeving te creëren, waarna een Social Safety Coach genaamd Dorine wordt geïntroduceerd. Ze is een computerprogramma dat de ruimte scant op onveilige situaties. Een deel van de vloer wordt afgeplakt met rode tape, waarmee de 'veilige ruimte' een fysieke plek krijgt op het toneel.
Als het personage Arnoud, een witte man van gevorderde leeftijd, op een rode knop drukt om aan te geven dat hij van de veilige ruimte gebruik wil maken, klinkt er luide muziek. “Zet uit, douchebag”, reageert zijn tegenspeler, waarop Dorine aanspringt. “I detect an unsafe situation.” Een veilige omgeving creëren blijkt zo makkelijk nog niet.
In de opvolgende scènes worden situaties gespeeld waarin grenzen worden overschreden. Van huisgenoten die elkaar onder druk zetten om alcohol te drinken, een professor die zijn hand op de billen van een student legt, tot racisme en de drempel om daar een melding van te maken.
Daderperspectief
Later in het stuk verschuift de focus van de slachtoffers naar de daders. Wat als jij zelf een grens overgaat? De zaal wordt gevraagd om te gaan staan. Ze krijgen drie stellingen en moeten gaan zitten als ze het ermee eens zijn. Bij de stelling: 'ik weet wanneer ik iemands grens over ben gegaan', blijft de zaal grotendeels staan. Hetzelfde gebeurt bij de stelling ‘ik ken iemand die een grens over is gegaan’ en ‘ik ben zelf een grens overgegaan bij een ander’.
De studenten mogen weer zitten en de acteurs vertellen een voor een over een moment waarop zij zich grensoverschrijdend hebben gedragen. Je kan een grens overgaan, maar nog steeds een goed persoon zijn, is de boodschap. Dan schreeuwt een actrice: “Waarom moeten we aandacht geven aan de daders? Het zijn de slachtoffers die nu eens aandacht verdienen!” De emoties lopen op. Er ontstaat een verhitte discussie waar iedereen langs elkaar heen praat, binnen de afgeplakte veilige ruimte op het podium. In een kakofonie van meningen en emoties, versterkt door een video met beelden van ontgroeningen en het studentenleven, eindigt het toneelstuk abrupt.
Reflectie
In de reflectie naderhand worden studenten gevraagd aan welke scène zij zich het meest kunnen relateren. Dat blijkt de eindscène te zijn. Een student legt uit dat hij daarvoor koos, omdat hij merkt dat mensen in gesprekken over grensoverschrijdend gedrag vooral vanuit hun emotie reageren, wat een open gesprek alleen maar moeilijker maakt.
Tekst loopt door onder de foto.
Op de vraag aan welk personage zij zich het meest kunnen relateren antwoord een grote meerderheid met het karakter Arnoud. Het personage speelde zowel de professor die zijn hand op de billen van een student legde als de belichaming van de witte man met een ik-mag-ook-niks-meer-zeggenmentaliteit. Iemand die sociale veiligheid weliswaar belangrijk vindt, maar daardoor vooral persoonlijke beperkingen ervaart.
Dat zoveel mensen voor Arnoud kozen had Janine Schott van Time Out nog niet eerder gezien. “Zonder oordeel ben ik dan heel benieuwd waarom daarvoor gekozen is, maar dat is lastig te zeggen, omdat het vanuit de zaal niet werd onderbouwd.”
Serieus nemen
Ook de scheve man-vrouwverhouding wordt aangestipt in het nagesprek. Op de faculteit is 15 procent vrouw en 85 procent man. De zaal wordt gevraagd om daarop te reageren. Hoe is dat? Een mannelijke student legt uit dat hij begrijpt dat het voor vrouwen lastig kan zijn. Ze zijn in de minderheid, maar willen er wel bij horen. Voor de rest blijft het stil.
Als er aan de vrouwen in de zaal wordt gevraagd of ze het durven aan te geven wanneer er bij hen een grens over wordt gegaan, reageert een vrouwelijke student dat dit niet zo is en dat het ook niet serieus wordt genomen als iemand zich daarover beklaagd. Wanneer de zaal wordt gevraagd of ze het hiermee eens zijn, steekt vrijwel niemand zijn hand op, maar op de vraag wie wél vindt dat een klacht serieus genomen wordt, blijven eveneens bijna alle handen omlaag.
Een andere vrouwelijke student benoemt dat ze vaak ziet dat medestudenten nare opmerkingen krijgen als ze een vraag stellen in de collegezaal. Ze worden belachelijk gemaakt om hun accent, geeft ze als voorbeeld. Moedig roept ze haar medestudenten op om hier waakzaam op te zijn. “Wees vriendelijker en zorg ervoor dat iedereen comfortabel is.”
Schott: “Ik vond het ontzettend dapper dat sommige vrouwen zich hebben durven uitspreken, maar dit is slechts het begin van het creëren van een veilige omgeving. Met een voorstelling en een nagesprek ben je er nog niet. Hiermee willen we vooral bewustzijn creëren, zodat de universiteit en studenten bij zichzelf nagaan: wat willen we hier nu eigenlijk mee?” Daar gaat de opleiding dus mee verder. Later dit jaar zal er een vervolgworkshop plaatsvinden voor deze studenten.
Discussie