De lesstof van bacheloropleidingen kun je niet ‘sensitief’ noemen, schrijft Dijkgraaf aan de Tweede Kamer. Hij werkt aan een wetsvoorstel om de kennisveiligheid te verbeteren en licht een tipje van de sluier op.
Het kabinet is voornemens om studenten en onderzoekers van buiten de Europese Unie aan een screening te onderwerpen als ze naar Nederland komen voor een ‘risicovakgebied’. De vraag is vooral: welke vakgebieden zijn dat en wie moeten er doorgelicht worden?
In beginsel worden bachelorstudenten van de screening uitgezonderd, schrijft de minister, zodat het hbo goeddeels buiten schot lijkt te blijven. Ook wil hij de huidige onderzoekers en studenten met rust laten. Het zou indruisen tegen het beginsel van rechtszekerheid om hen alsnog te screenen.
Afbakenen
Het afbakenen van de vakgebieden is de eerste stap. Het zal niet meevallen, want sommige onschuldige technologie – denk aan sensoren en lasers – zou je ook voor oorlogsdoeleinden kunnen gebruiken. Waar trek je de grens?
Dijkgraaf verzint het niet allemaal zelf. Er zijn bijvoorbeeld bijeenkomsten met experts gehouden over geavanceerde materialen, kunstmatige intelligentie, biotechnologie en nanotechnologie, licht hij toe.
Er komt uiteindelijk een lijst met als ‘sensitief’ beoordeelde technologieën. “Daarna wordt de vertaalslag gemaakt naar het aanwijzen van risicovakgebieden”, schrijft de minister. “Dit kunnen opleidingen, vakgroepen, projectgroepen, studentenprojecten, en bijvoorbeeld ook bepaalde teams en laboratoria zijn.”
Tempo
De minister wil “tempo maken” met het wetsvoorstel, maar toch kan het nog een jaar duren voordat het bij de Tweede Kamer ligt. Dijkgraaf wacht onder meer op een advies van het College voor de Rechten van de Mens over mogelijke discriminatie. Bovendien moet het wetsvoorstel nog online komen voor een ‘internetconsultatie’: iedereen kan er dan over meedenken. Na de zomer wil hij het aan de Raad van State voorleggen.
Tot die tijd moeten universiteiten en onderzoeksinstellingen dus zelf bedenken wat wijsheid is. Ze kunnen voor advies terecht bij het loket kennisveiligheid van de overheid, dat in ruim twee jaar tijd 380 vragen heeft beantwoord. “De meeste vragen hebben betrekking op internationale samenwerking met partijen afkomstig uit China, Iran, Rusland en de Golfstaten”, meldt de minister.
KNAW
De Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen, een genootschap van topwetenschappers waar Dijkgraaf ooit president van was, heeft stevige kritiek op de plannen voor een screening van buitenlandse onderzoekers. Het middel zou buiten proportie zijn. De overheid zou meer op de wetenschap zelf moeten vertrouwen om hierin goede afwegingen te maken.
“Ik begrijp dat de screening alleen praktisch uitvoerbaar is als we heel precies kunnen aangeven waar de gevoeligheden liggen”, erkent de minister in antwoord op die kritiek. Maar hij vindt wel dat de overheid een rol heeft.
“Alleen de Rijksoverheid heeft toegang tot alle relevante informatie – zoals bronnen uit het veiligheidsdomein – om tot een zo scherp mogelijke risico-inschatting te kunnen komen”, legt hij uit. “Het belang van het individu en de open en vrije wetenschap wordt gewogen ten opzichte van het belang van nationale veiligheid. Dit is bij uitstek een taak van het Rijk.”
Discussie