Sluitstuk | Lusten en lasten van energiesystemen eerlijk verdelen
Onze energiesystemen worden gekenmerkt door twee belangrijke onrechtvaardigheden. Ten eerste hebben niet alle mensen in dezelfde mate toegang tot (de voordelen van) energiesystemen. Daarnaast zijn de negatieve gevolgen van deze systemen - met name klimaatverandering - oneerlijk verdeeld. TU/e-onderzoeker Natascha van Bommel heeft onderzocht hoe de huidige energietransities ingezet kunnen worden om deze onrechtvaardigheden zoveel mogelijk tegen te gaan. Afgelopen donderdag heeft ze haar proefschrift bij de faculteit Industrial Engineering & Innovation Sciences verdedigd.
De promovenda heeft altijd interesse gehad in klimaatverandering, het leek haar dan ook een logische stap om energietransities te bestuderen en daarbij te kijken naar hoe (on)rechtvaardig deze zijn. “Uiteindelijk hebben wij allemaal last van klimaatverandering, maar voor sommige mensen zijn de gevolgen nu al heel erg voelbaar, terwijl niet iedereen de voordelen van onze energiesystemen kan meepikken”, vertelt ze. “Zo bestaat er energiearmoede, waarbij mensen het geld niet hebben om bijvoorbeeld hun woning warm te stoken in de winter. Ook heeft niet iedereen toegang tot elektriciteit, terwijl dit een hele belangrijke factor is in socio-economische ontwikkeling van mensen.” Haar promotieonderzoek maakt onderdeel uit van het Europese project MUSE GRIDS en focust zich op de vraag: als we afstappen van fossiele brandstoffen en overstappen naar een meer decentrale energieopwekking, hoe gaan we het dan zo eerlijk mogelijk organiseren?
Haar proefschrift bestaat uit drie delen: een theoretisch onderzoek naar de (on)rechtvaardigheid van energietransities, een studie naar een aantal energiegemeenschappen - burgercoöperaties die groene energie opwekken - in Europa en een empirisch onderzoek naar de verbetering van toegang tot energiesystemen in de Indiase regio Sundarbans.
Oorspronkelijk was ze van plan om veel veldonderzoek te doen bij de verschillende gemeenschappen, maar door de coronapandemie kon ze een hele tijd niet reizen en moest ze haar onderzoek veel theoretischer insteken, wat ze spijtig vindt. “Ik vind het heel leuk om ter plekke met mensen te spreken en om met eigen ogen te zien wat er speelt.” In Spanje zag ze bijvoorbeeld hoeveel passie de mensen hadden voor de energiegemeenschap die ze daar aan het oprichten waren. Het ging om een buurtvereniging in Valladolid die contact had gezocht met een energiecoöperatie om meer stroom op te wekken in de wijk. “Ze lieten me vol enthousiasme op hun telefoon zien hoeveel kilowatturen ze aan het opwekken waren. Iedereen was supertrots op wat ze daar neer hadden gezet.”
Lange termijn
In het eerste, theoretische deel bestudeerde Van Bommel het spanningsveld tussen de urgentie aan klimaatactie en de rechtvaardigheid in energietransities. “We willen aan de ene kant dat energietransitie heel snel gaat, maar als je die op een rechtvaardige manier wil uitvoeren, dan moet je juist veel stilstaan bij wat voor sociale impact dat heeft. Intuïtief botst dat”, vertelt ze.
In haar studie laat zie zien dat het genuanceerder ligt. Een snelle energietransitie leidt niet per se tot meer ongelijkheid, is een van haar conclusies. “Als je energietransitie niet snel genoeg uitvoert, dan kun je op de lange termijn juist meer sociale ongelijkheid creëren”, stelt ze. “Je kunt focussen op het hier en nu, bijvoorbeeld: als je een hele hoge taks op vliegen en vlees gaat invoeren, dan komt het alleen beschikbaar voor de happy few, wat direct voor ongelijkheid zorgt. Maar als je dat niet doet, creëer je ongelijkheid elders op de planeet en in de toekomst. Dat moet je dus goed tegen elkaar afwegen.”
Het grotere plaatje
Er wordt ook veel beweerd dat energiegemeenschappen voor een rechtvaardige energietransitie zorgen, maar dat is niet per se zo, stelt de promovenda in haar onderzoek vast. “Wat mij bijvoorbeeld opviel in Europa is dat niet iedereen toegang heeft tot energiegemeenschappen.” Volgens haar zit er vaak een conflict tussen de energiegemeenschappen en de regelgeving, waardoor mensen tegen allerlei obstakels aanlopen. Ook is het oprichten van een energiegemeenschap niet zonder risico’s.
“Op het moment dat je gaat stimuleren dat energiegebruik decentraal wordt en bij mensen zelf komt te liggen, dan schuif je een hele grote verantwoordelijkheid naar de gemeenschappen toe. Maar niet iedereen is technisch of juridisch onderlegd of heeft investeringsmogelijkheden”, stelt ze. “Zonder goede beleidskaders kunnen er onrechtvaardigheden ontstaan, dus het moet heel goed ingebed worden in de wetgeving”, concludeert ze. Ook vindt ze dat gemeenschappen nu vooral lokaal worden bestudeerd, terwijl we ook naar het grotere plaatje moeten kijken: “De interactie tussen energiegemeenschappen en partijen waar ze afhankelijk van zijn – onder andere lokale overheden en techbedrijven - en de impact op het bredere energiesysteem.”
Verwoestende cyclonen
Toen de grenzen in 2022 weer opengingen, is Van Bommel zo snel mogelijk naar de Indiase Sundarbans gegaan om alsnog veldonderzoek te doen. “Ik vond het heel impactvol om te zien hoeveel schade klimaatverandering aanricht”, vertelt ze. Zo heeft deze deltaregio al meerdere verwoestende cyclonen meegemaakt, waardoor het land overspoeld is met het omliggende zoute water, wat slecht is voor de landbouw. De inwoners maken zich zelfs zorgen dat ze moeten gaan verhuizen. De situatie in deze regio is volgens Van Bommel een goed voorbeeld van sociale onrechtvaardigheid van onze energiesystemen. “Deze mensen hebben daar het minst profijt van gehad, maar ze worden nu al hard geraakt door de klimaatverandering.”
Recentelijk heeft de regio voor het eerst elektriciteitstoegang via het centrale elektriciteitsnet gekregen. De promovenda heeft gekeken naar hoe dat hun weerbaarheid tegen klimaatverandering beïnvloedt. “Het is een bovengronds netwerk, dus als het stormt, dan zitten de bewoners soms weken zonder stroom”, vertelt ze. “Met alternatieven zoals PV-panelen zou je dit kunnen opvangen, dus een decentrale energieopwekking zou een goede oplossing kunnen zijn, maar omdat er nu een stroomnetwerk ligt - dat gesubsidieerd is door de overheid - is er geen investeringsmogelijkheid meer.” Voor de overheid is het probleem nu opgelost, terwijl het elektriciteitsnet helemaal niet zo betrouwbaar is. “Een van de rechtvaardigheidsproblemen is dat de mensen niet mee worden genomen in besluitvorming”, aldus Van Bommel.
Een droom die uitkomt
Het was niet alleen een bijzonder project om aan te werken, ook op persoonlijk vlak heeft het haar veel opgeleverd. Zo maakt ze nu zelf onderdeel uit van een energiegemeenschap, namelijk het meer&deel op Vredeoord in Eindhoven. “Ik ben daar via mijn onderzoek bij uitgekomen, en toen ik me een beetje over het project had ingelezen, zei ik tegen mijn vriend: ‘Ik wil hier ook gaan wonen’.” Binnen deze CPO (collectief particulier opdrachtgeverschap), die uit veertig huishoudens bestaat, maken de bewoners een plan over hoe ze samen willen wonen, met veel aandacht voor duurzaam bouwen, gedeelde mobiliteit (zoals deelauto’s en -bakfietsen), tuin en groen, maar ook energiebeheer. “We zijn net verhuisd, dus alles is nog volop in ontwikkeling”, aldus Van Bommel.
Inmiddels hebben ze wel een gemeenschappelijk warmtesysteem opgezet, met zonnecollectoren op het dak (zie hoofdfoto). “Dat zijn buizen waar water doorheen loopt dat wel negentig graden kan worden als de zon erop schijnt of als het warm is buiten. Die warmte stroomt naar een grote ondergrondse tank en wordt daar opgeslagen. Een warmtepomp zorgt er vervolgens voor dat alle huizen van warmte worden voorzien,” legt ze uit. Ze is heel blij dat ze naast haar onderzoek nu ook praktisch bezig is met het opzetten van zo’n systeem. “Ik heb altijd gedroomd van duurzaam wonen en met dit project is die droom uitgekomen.”
Discussie