De HR-commissie van de U-raad heeft ongevraagd advies gegeven aan het college over de Social Safety desk, de ombudsman en enkele HR-onderwerpen. Zo moet de klokkenluidersregeling nog altijd up-to-date worden gemaakt met nationale wetgeving hierover, iets dat al enkele jaren speelt. De huidige klokkenluidersregeling van de universiteit voldoet niet aan de wettelijke eisen.

Ook vindt de raad de implementatie van de Social Safety & Integrity Desk te langzaam gaan en bestaat de desk eigenlijk alleen nog maar uit een groep vertrouwenspersonen. Dit hadden we hiervoor ook al. De raad verwacht meer. Coördinator van die desk, Ingrid Heynderickx was ook aanwezig en gaf aan de kritiek te begrijpen en gaf toe dat ze de desk ook liever gisteren dan vandaag had gehad. “Hopelijk is in april 2025 duidelijk wat ieders rollen precies zijn en wanneer wie optreedt. Tot dan vraag ik uw geduld.”

Fractielid Klabbers: “Wij vinden dat er meer perspectief kan worden geboden aan de gemeenschap door het CvB. Er moet inzicht worden gegeven in de planning. We hebben ook ideeën over hoe je dat kunt doen:

• Meer externe expertise inroepen voor de desk
• Betere bescherming instellen voor de ombuds en vertrouwenspersonen
• Het updaten van de klokkenluidersregeling prioriteit geven
• De U-raad eerder betrekken
• Meer en beter communiceren met de gemeenschap”

Rector Silvia Lenaerts knikt instemmend en bevestigt dat er momenteel wordt gewerkt aan het beter inrichten van de website van de SS&I desk. Vice-voorzitter Patrick Groothuis voegde daar nog aan toe dat ondanks de bezuinigingen de universiteit volgend jaar wel een half miljoen euro extra naar deze desk gaat.

Instituten

Naast het ongevraagde advies over de Social Safety & Integrity Desk is er ook ongevraagd advies gegeven over het evalueren en financieren van de instituten. Daar heeft de TU/e er vier van: EAISI, EIRES, EHCI en ICMS. Fractielid Tuinier: “De UR heeft meermaals gevraagd om de strategiedocumenten van de instituten zoals er behoren te zijn volgens TU/e Strategy 2030, maar we hebben die nooit gekregen. Alleen algemene reacties dat deze topics nog werden besproken. Het nieuwste instituut werd geopend in 2021, dus die documenten zouden er al lang moeten zijn, juist voor je een instituut begint. Wij vinden dat de TU/e geen budget meer zou moeten geven aan de instituten totdat er een duidelijke strategie en doelstellingen liggen.” Collegevoorzitter Robert-Jan Smits is verbaasd dat de UR die strategiedocumenten niet heeft gehad en verzekert Tuinier dat ze wel bestaan. “Daar gaan we naar kijken.”

De fractie geeft ook advies over de evaluaties van de instituten. Tuinier: “Daarnaast wordt de instituten binnenkort geëvalueerd, maar is zonder de uitkomst te kennen al nieuwe subsidie toegekend. Ook is voor ons onduidelijk of er genoeg externe stakeholders betrokken zijn in die evaluatie. We moeten evalueren serieus nemen en een objectieve positieve uitkomst voorwaardelijk maken voor het opnieuw toekennen van subsidie. Dat is ons advies.” De rector kan zich daarin vinden. “Natuurlijk hebben we gezorgd voor erg hooggeplaatste onafhankelijke mensen in die evaluatiecommissies”, zegt Lenaerts. “Mensen van MIT en Cambridge, bijvoorbeeld.” Concrete namen noemde zij niet in de vergadering. Wel gaf ze nog aan dat het evalueren van de instituten ook echt gericht is op de performance. “Als de instituten hetzelfde doen als de faculteiten hebben we de instituten niet nodig.”

Loonkloof

Er komt een loonkloofanalyse. Fractielid Van Kints gaf daarbij aan dat bij het huidige onderzoek dat de TU/e gaat doen naar de eigen loonkloof er alleen naar genderverschillen wordt gekeken. “Wij vinden dat er meer variabelen belangrijk zijn en moeten worden meegenomen. Bijvoorbeeld Nederlands versus niet Nederlands en verschillen tussen faculteiten.” Rector Lenaerts antwoordde haar dat dit mogelijk moet zijn omdat een eigen onderzoeksgroep van de TU/e hiermee aan de slag gaat.

Receptionisten

Het baanverlies van de receptionisten werd ook gisteren weer breed bediscussieerd in de vergadering. Eerder al werd aangegeven dat het formeel niet de verantwoordelijkheid is van de universiteit om te zorgen dat de receptionisten hun baan behouden bij een aanbesteding.

Fractielid Konijnenberg vroeg zich af waarom schoonmaak- en cateringpersoneel bij een aanbesteding wel verplicht moet worden overgenomen door het nieuwe bedrijf en receptionisten niet. Vice-voorzitter Groothuis had daarop het antwoord: dat komt omdat er een CAO is voor catering- en schoonmaakpersoneel waarin dit is opgenomen. Voor receptionisten is geen CAO en daarom is dit geen verplichting in de aanbesteding. Het college erkende echter dat de betrokken beter hadden kunnen worden meegenomen in het proces en beloofde beterschap voor de toekomst.

Positie van de ombudsman

“Haar naam werd onlangs meermaals genoemd in zowel een onderzoeksrapport n.a.v. een klokkenluidersmelding, als in een rechtszaak” zo las fractielid Tuinier voor over de TU/e-ombudsman. “Zij is een onafhankelijke partij die onafhankelijk advies geeft. Daarom is het niet wenselijk om haar in publieke documenten te citeren. Heynderickx gaf aan dat “het ongelukkig was dat het gebeurd is en dat de ombudsman juridische hulp is aangeboden.”

Fractielid Klabbers reageerde dat hij vanuit het college bevestigd wil hebben of ook zij de ombudsman als onpartijdig en onafhankelijk zien, omdat de ombudsman in haar functie zichzelf nooit kan verdedigen vanwege de vertrouwelijkheid. Rector Lenaerts bevestigde dit in de vergadering: “natuurlijk is zij onpartijdig en onafhankelijk.”

TU/e-waardes

Fractielid Konijnenberg gaf aan meer concrete plannen te willen zien hoe de universiteit de recent onthulde waardes naar de werkvloer gaat brengen. “Wat betekenen die waardes nu precies? En wanneer handelt iemand passend bij de waardes en wanneer niet? En welke consequenties heeft dat, onafhankelijk van rol en rang?” Rector Lenaerts die zich sinds het begin van haar aanstelling heeft beziggehouden met die nieuwe kernwaardes geeft aan dat er een update van de code of conduct op de planning staat waar dit in zal worden meegenomen. De rector is niet bang dat de waardes niet (gaan) leven op de werkvloer. “Ik hoor mensen er in de dagelijkse praktijk al over praten.”