Bio-sketch maakt Erkennen en Waarderen concreet
Kandidaten die voor een bevordering tot bijvoorbeeld UD1 of professor bij een benoemingsadviescommissie (BAC) komen, moeten daar vanaf nu een Biographical Sketch voor schrijven. Waar voorheen vooral de nadruk lag op prestaties op onderzoeksgebied en het aantal publicaties, is in dit document meer ruimte voor educatie, impact en leiderschap. Aan de TU/e is dit de eerste concrete toepassing van het landelijke programma Erkennen en Waarderen.
Geen opsomming meer van aantal publicaties en hooggeplaatste tijdschriften, maar een narratief cv met aandacht voor de wetenschapper als persoon. De invoering van de Biographical Sketch (ook wel Bio-sketch) is een “behoorlijke omwenteling”, merkt Julma Braat, beleidsadviseur Erkennen en Waarderen bij Human Resources Management (HRM). Dat zit hem vooral in het narratieve karakter van het document, denkt ze. “Het vraagt een andere manier van denken en meer voorbereiding. Kandidaten moeten nu een beeld geven van welk type wetenschapper ze zijn en willen zijn en wat ze bereikt hebben op het gebied van onderwijs, onderzoek, impact en leiderschap.” En dat allemaal helder en compact in maximaal vijf A4’tjes.
Kandidaten moeten daarvoor meer nadenken over hoe ze zich willen presenteren en dat vindt niet iedereen een vooruitgang. “Dat kregen we in het begin wel terug, dat het niet meer zou gaan om wat je hebt gedaan, maar om hoe goed je kunt vertellen. Dat risico hebben we eruit proberen te halen door het narratieve deel aan een kwantitatief deel te koppelen. Je moet wel bewijs leveren voor wat je beweert.” Dat geldt dus óók voor prestaties op het gebied van onderwijs, impact en leiderschap. “We zijn nu bezig om de indicatoren voor onderwijs helderder te krijgen. Want het is natuurlijk gemakkelijker om bewijs te leveren voor onderzoek dan voor onderwijs. Maar er zijn wel indicatoren.”
Indicatoren zijn er voor alle vier de thema’s waarover kandidaten moeten schrijven: onderwijs, onderzoek, impact en leiderschap. Een kandidaat kan zelf kiezen waar de focus op ligt. Zo kan iemand zich vooral richten op onderwijs, maar ook een bijdrage leveren aan onderzoek, legt Braat uit. “Je bent dan misschien niet de eerste indiener, maar wel betrokken. Dat is precies zoiets dat je in de Bio-sketch aan kunt geven.”
Publicaties
Met de Bio-sketch zou een kandidaat dus meer duiding moeten kunnen geven aan cijfers. Gangbare maten als de H-index, die kijkt naar het aantal publicaties en citaties, zijn volgens Braat te beperkt. “Je ziet dat die in bepaalde vakgebieden heel hoog is, maar de index neemt niet mee of het bijvoorbeeld om een nieuw vakgebied gaat.” Ook de Journal Impact Factor, die aangeeft hoe vaak een wetenschappelijk tijdschrift geciteerd wordt, vindt ze geen goed middel om mensen mee te beoordelen. “Die zegt iets over het tijdschrift en niet over de persoon.” Of de leden van een BAC ook daadwerkelijk niet meer naar de H-index of JIF zullen gaan kijken is nog een punt van aandacht, erkent Braat. “Het moet natuurlijk niet zo zijn dat iemand een fantastische Bio-sketch heeft geschreven, maar de BAC-leden toch op zoek gaan naar de H-index.”
Trainingen en e-learning modules zouden kunnen helpen om daar verandering in te brengen, denkt ze. “En bij elke BAC zitten leden van interfacultaire commissies. Zij zijn betrokken geweest bij de totstandkoming van de Bio-sketch. Die stem wordt binnen de BACs dus wel vertegenwoordigd.” De decanen staan er volgens Braat ook achter om het op deze manier te gaan doen. “Maar we willen wel iedereen bereiken. Een aantal jaar geleden was er veel weerstand, maar als we de moeite nemen om het concept goed uit te leggen dan helpt dat wel. Zo waren mijn collega en ik laatst bij Applied Physics om het wetenschappelijk personeel over de Bio-sketch te vertellen. Voor hen bleek de verandering best mee te vallen, omdat ze nu ook al iets schrijven over impact en leiderschap.”
Pilot
De kandidaten van IE&IS en ME die tijdens een pilot in 2022 al gebruik maakten van de Bio-sketch waren overwegend positief. “Ze waren blij dat er aandacht was voor de kwaliteit van hun werk. Ook waren ze tevreden over de gelijkwaardige verdeling over de domeinen.” Nu wordt het afwachten of kandidaten op andere faculteiten dat ook zo zullen ervaren. Maar het zal een gewenningsperiode nodig hebben, verwacht Braat. “En daar hopen we steeds meer handvatten bij te kunnen geven.”
Discussie