- Sluitstuk
- 02/04/2024
Sluitstuk | Baarmoeder in beweging
Heftige weeën tijdens een bevalling, maandelijkse menstruatiebuikpijn; we weten dat de baarmoeder zich krachtig kan samentrekken. Maar het beeld van de baarmoeder als spier die voortdurend beweegt is nieuw. TU/e-onderzoeker en gynaecoloog-in-opleiding Connie Rees laat met een vernieuwde echomethode zien dat deze subtiele contracties essentieel zijn voor het goed functioneren van de baarmoeder, zeker bij een wens tot zwangerschap. En dat biedt een nieuwe kijk op vruchtbaarheidsproblemen bij vrouwen met endometriose. Dinsdag 2 april verdedigde Rees haar onderzoek aan de faculteit Electrical Engineering én Universiteit Gent.
Het begon met een persoonlijke motivatie om de diagnose endometriose sneller te kunnen stellen. Want net zoals veel vrouwen waarbij het baarmoederachtig slijmvlies in en buiten de baarmoeder woekert, was het ook voor haar tweelingzus een uitputtende zoektocht voordat het juiste ziektebeeld vastgesteld kon worden, verzucht Rees. “Elke maand hevige pijn en veel bloedverlies; veel vrouwen bijten op hun tanden en proberen zich erdoorheen te slaan. Of hun klachten worden weggewuifd – “menstruatiepijn hoort erbij.” Ik kan daar heel kwaad om worden, endometriose is een onderschatte aandoening die een vrouwenleven ernstig op de kop kan zetten.” Ze zette haar woede om in daadkracht, en dook in het onderzoek om de kennis over endometriose op een wetenschappelijke manier te vergroten en te verspreiden. De rode draad was de vraag hoe de diagnose sneller en op een minder invasieve manier vastgesteld kan worden.
Over het hoofd gezien
Want dat moet anders, benadrukt Rees. “Gemiddeld duurt het zo’n acht jaar voordat een vrouw met endometriose het juiste ‘labeltje’ krijgt. Dat heeft deels met de vrouwelijke ‘je-moet-erdoorheen-mentaliteit’ te maken en een groot stuk onbegrip, maar ook doordat deze aandoening zich tijdens je leven steeds heftiger kan manifesteren. De tiener of twintiger met beginnende klachten wordt dan snel over het hoofd gezien.”
Rees focuste zich specifiek op woekering van slijmvlies in de baarmoeder zelf: adenomyose. Waar verdachte endometrioseplekjes en verklevingen in de buik nog ‘relatief’ eenvoudig te zien zijn via een kijkoperatie, is de baarmoeder veel ondoorgrondelijker, legt Rees uit. “Van buitenaf is er vaak niets te zien, en om de woekeringen op een echo te herkennen moet je heel ervaren zijn. Zeker als er bijkomende aandoeningen zijn die de echo bemoeilijken, maar ook als er sprake is van hele milde afwijkingen. Statische echobeelden zijn daarbij lastig achteraf te beoordelen. In sommige ziekenhuizen wordt er daarom liever een MRI gemaakt. Maar een duidelijk protocol wat er gemeten moet worden en op welke criteria je adenomyose vaststelt, ontbreken nog. Iedereen doet het weer anders.”
Voorspellend rekenmodel
Tijd dus voor een heldere aanpak, besloten Rees en haar promotoren. Aan de hand van een uitgebreide literatuurstudie stelde ze verschillende factoren op die de kans op adenomyose op een betrouwbare manier kunnen voorspellen. “Zowel het patiëntverhaal als parameters die we op MRI-beelden kunnen vaststellen zijn daarbij belangrijk. We hebben een voorspellend rekenmodel opgezet, dat hopelijk binnenkort na enkele ontwikkelingsstappen ook daadwerkelijk in de kliniek gebruikt kan gaan worden.”
Naast de MRI-beelden bekeek Rees ook of echomethodes geschikt zijn om adenomyose eenvoudiger op te sporen. Ook wilde ze graag het functioneren van een aangedane baarmoeder nader onderzoeken. Ze haakte daarbij aan bij al lopend TU/e-onderzoek naar het zichtbaar maken van baarmoederbewegingen. “Dat de baarmoeder een spier is die voortdurend in beweging is, weten we nog niet zo lang. Maar die bewegingen zijn heel subtiel, en daardoor lastig te meten. Met een eerder aan de TU/e ontwikkelde meetmethode kunnen we sinds kort op een objectieve manier wél de bewegingen van de baarmoeder op een echofilm volgen. We slaan samen met het Catherina Ziekenhuis en het Universiteitsziekenhuis Gent zo een mooie brug tussen technologie en praktijk.”
Aangepast ivf-traject
Met deze vernieuwde echomethode bekeken Rees en haar collega’s hoe de baarmoeder in gezonde vrouwen beweegt, maar al snel maakte Rees de overstap naar vrouwen met adenomyose. En waar ze normaal gesproken georganiseerde bewegingen ziet, schrok ze van hetgeen ze in de aangedane baarmoeders tegenkomt. “Een kleine chaos. Een normaal functionerende baarmoeder is rond de eisprong het meest actief. Dan moet een spermacel naar de eileider gebracht worden, om de eicel te bevruchten. En wanneer de bevruchte eicel zich gaat innestelen in het baarmoederslijmvlies, zijn de bewegingen juist rustiger. Door adenomyose is de baarmoederspier verstoort en zien we afwijkingen op twee belangrijke fases in de vrouwelijke cyclus. Tijdens de eisprong is er veel minder beweging; de bewegingen gaan bovendien alle kanten op. Dat kan het voor een spermacel veel lastiger maken om op tijd, of überhaupt een rijpe eicel te bereiken. En in een latere fase waarin een eventuele eicel zich moet gaan nestelen is de baarmoeder juist actiever.”
Een vroege diagnose van adenomyose of endometriose is voor een jonge vrouw extra belangrijk, benadrukt Rees. “Als we op een echofilm zien dat de baarmoederbeweging verstoord is, kunnen we dat in de toekomst gaan meenemen in vervolgstappen. We kunnen met medicatie de beweeglijkheid weer proberen te normaliseren. De nieuwe echomethode kunnen we dan ook gebruiken om te volgen of de medicatie aanslaat. En mocht een natuurlijke zwangerschap niet lukken, dan kunnen we op basis van de baarmoedercontractiliteit kiezen voor een aangepast ivf-traject.”
Onder het kleed
In de grote retrospectieve ADENO-studie die ze vervolgens opzette – wereldwijd de eerste in zijn soort - bekeek Rees onder 8000 zwangere vrouwen met adenomyose of er ook een mogelijk verband is tussen hun aandoening en zwangerschapsproblemen. “Het blijkt dat vrouwen met adenomyose een hoger risico lopen om tijdens hun zwangerschap een hoge bloeddruk, zwangerschapsvergiftiging of een (spoed)keizersnede te krijgen. Ook hier is een vroege diagnose dus belangrijk voor de juiste medische begeleiding tijdens de zwangerschap en bevalling.”
Door onderzoek naar baarmoederbeweging zijn er veel vernieuwingen binnen de gynaecologie mogelijk, verwacht Rees. “Het veld komt langzaam in beweging, we hebben belangrijke eerste stappen gezet. Het zou heel mooi zijn als we met een voor de patiënt normale echo bepaalde ziektebeelden zoals endometriose en adenomyose al in een vroeg stadium kunnen vaststellen. En andersom geldt ook: bij vruchtbaarheidsproblemen kan het ingezet worden als een diagnostische tool om eventuele verstoringen zichtbaar te maken. Ik wil deze techniek zo toegankelijk mogelijk maken. Want wat betreft gynaecologische aandoeningen is er al te lang van alles onder het kleed geschoven.”
PhD in the Picture
Wat zien we op je proefschriftkaft?
“Ook hier koos ik voor nieuwe technologie: de voorkant heb ik met DALL-E gemaakt. Het lijkt in vuur en vlam te staan, maar als je goed kijkt zie je een baarmoeder met verstoorde bewegingen.”
Je bent op een verjaardagsfeestje. Hoe leg je in één zin uit wat je onderzoekt?
“Ik begin altijd met de vraag of je weet wat endometriose is. En gelukkig krijg ik steeds meer een ‘ja’ terug - overigens vaak gevolgd door schrijnende verhalen. Er is de laatste jaren echt iets aan het veranderen, ook dankzij alle aandacht hiervoor in de media. Ik onderzoek wat voor invloed een verstoring van de baarmoeder heeft op vruchtbaarheid en zwangerschap.”
Hoe kun je naast je onderzoek stoom afblazen?
“Als arts-onderzoeker pendel ik heen en weer tussen onderzoeks-, verlos- en spreekkamer. Tussen TU/e, Catharina en België. Weinig tijd voor hobby’s dus; een avondje rust is voor mij op de bank met Netflix. Gelukkig krijg ik enorm veel voldoening en energie uit het begeleiden van studenten. Via hen kan ik ook de kennis over endometriose verbreden.”
Welke tip had je als beginnende PhD-student willen krijgen?
“Bouw aan een professioneel netwerk en zoek de samenwerking op, dat brengt je onderzoek echt verder.”
Wat is je volgende stap?
“De combinatie wetenschap en kliniek vond ik geweldig. Zo blijf je als arts in contact met de mensen waar je het voor doet, en verlies je als onderzoeker de praktijk niet uit het oog. Ik hoop mijn opleiding tot gynaecoloog in Gent over een paar jaar af te ronden en wil me dan graag ontwikkelen tot endometriose-specialist. Zodat mensen zoals mijn zusje in de toekomst hopelijk niet meer zo lang op hun diagnose hoeven te wachten.”
Discussie