Van kweekvlees tot ruimtefriet: de toekomst van voedsel

Met Spacefarming, een tentoonstelling over de toekomst van voedsel, neemt stichting Next Nature je in het Evoluon mee in een wondere wereld vol verschillende toekomstvisies. De expo, waar meerdere TU/e-alumni aan hebben bijgedragen, prikkelt je verbeelding, maar stelt ondertussen ook serieuze vragen. Waar moeten wij in de toekomst genoeg voedsel van goede kwaliteit vandaan halen zonder (verdere) schade toe te brengen aan het milieu? De meest innovatieve ideeën en technologieën worden gepresenteerd: van een stalen koe die melk geeft tot het verbouwen van groenten op Mars. De expositie is voor het publiek vanaf 24 september geopend, maar Cursor kon alvast een kijkje nemen.

door
foto Next Nature

Aan het begin van de persopening worden de journalisten in het Evoluon helemaal volgens het thema onthaald: op de tafels staan blikjes ontzilt zeewater met en zonder prik en op een groot plateau bedekt met mos en paddenstoelen staan glazen gevuld met meest bijzondere amusehapjes, waaronder plantaardige zalm gemaakt van wortel; daarnaast staan glazen reageerbuisjes gevuld met een felgroen spirulinadrankje. Het smaakt verrassend lekker en maakt meteen duidelijk: als we de toekomst van ons voedsel willen vormgeven, moeten we out of the box denken en openstaan voor nieuwe ingrediënten en technologieën.

Een kijkje in te toekomst

“Om te begrijpen wat er met ons voedsel aan de hand is, moeten we naar het verleden kijken”, vertelt Next Nature-directeur en TU/e-alumnus Koert van Mensvoort. Hij benoemt twee cruciale momenten in de menselijke geschiedenis die de mensheid hebben gevormd. Het eerste is de uitvinding van koken zo’n 200.000 jaar geleden. Door gekookt voedsel te gaan eten, konden mensen meer energie in kortere tijd opnemen en grotere hersenen ontwikkelen. “Koken heeft ons mens gemaakt”, stelt hij.

Een andere mijlpaal werd bereikt ongeveer tienduizend jaar geleden toen mensen bedacht hadden dat dieren houden en zaadjes in de grond stoppen een stuk makkelijker en efficiënter is dan jagen en verzamelen. Landbouw maakte het mogelijk om op één plek te blijven en complexe samenlevingen op te bouwen. “Inmiddels leven wij in een wereld waarin een klein deel van de mensen het voedsel voor de rest produceert, waarin de helft van de mensen in een stad woont en waarin grote supermarkten jaarrond alle bekende soorten groente en fruit verkopen”, schetst hij. “Er is veel veranderd sinds het eerste kampvuur.”

“Als onze verre voorouders in de supermarkt van nu zouden rondlopen, zouden ze er waarschijnlijk weinig van begrijpen”, vervolgt hij. “Energydrinks, vitaminepillen, poedermelk … wat voor ons heel normaal is geworden, zouden zij niet eens herkennen.” Zo zal ook ons voedsel er in 2050 waarschijnlijk heel anders uitzien dan nu. De tentoonstelling kunnen we zien als een tijdmachine die ons veel van de mogelijke toekomstscenario’s laat zien. Sommige producten of technologieën zullen misschien nooit een doorbraak maken; andere zullen over dertig jaar doodnormaal zijn. Eén ding is zeker: ons voedsel moet en zal veranderen en de expositie biedt ons de mogelijkheid om alvast een kijkje in de toekomst te nemen.

T-Rex-burger

Na de intro krijgen we een rondleiding door het museum. In de expositieruimte worden de verschillende projecten gepresenteerd in grote, koepelvormige objecten die je (in kleine groepjes) kunt betreden. Food futurist Chloé Rutzerveld laat haar project Culinair Cellulair zien. De TU/e-alumna, die cum laude is afgestudeerd aan de faculteit Industrial Design, houdt zich bezig met cellulaire landbouw, oftewel het opkweken van niet alleen vlees, maar ook fruit en groenten direct vanuit de cellen van een dier of plant. Met haar interactieve installatie Culinair Cellulair kun je je eigen future-hapje ontwerpen. Zo kunnen mensen kennismaken met de wetenschap achter de cellulaire landbouw, terwijl ze de grenzen van hun eigen culinaire fantasie opzoeken.

Het ontwerpproces bestaat uit een aantal stappen die intuïtief te volgen zijn. Eerst moet je via het grote touchscreen drie plantaardige of dierlijke celbronnen aanwijzen. De keuze bestaat uit gedomesticeerde, exotische en zelfs uitgestorven soorten, zoals de T-Rex of mammoet. “Er staan ook de hond en chimpansee op, maar die worden maar weinig gekozen, dat vinden mensen toch raar”, vertelt Rutzerveld. “T-Rex is trouwens juist wel heel populair.”

Hierna moet je de groeimethode kiezen. Bij deze stap krijg je uitleg over de verschillende methodes zoals de vrije groei van cellen of groeien met behulp van een eetbare structuur. Je leert wat het verschil is tussen deze methodes en waarvoor ze geschikt zijn. Daarna kun je verschillende sensorische eigenschappen zoals de vorm (chaotisch of geometrisch) en de textuur (sappig of droog, zacht of krokant) bepalen. Vervolgens kun je de celkweek starten en zie je in de bioreactor op het scherm hoe dit proces vordert.

Wanneer de ingrediënten zijn opgekweekt, kun je nog de bereidingsmethode - zoals grillen of stomen - kiezen en topping naar keuze toevoegen, en voilà, je zelfontworpen gerechtje wordt samengesteld en komt op het scherm tevoorschijn. Afhankelijk van je gemaakte keuzes kan dat bijvoorbeeld gegrilde T-Rexburger met artisjok en oesterzwam zijn. Tot slot krijg je de vraag of je het gerecht daadwerkelijk zou willen proeven. “We hebben dit afgelopen zomer getest op Lowlands, zo hebben we data van zo’n 25.000 mensen kunnen verzamelen. Veel van hen hebben verrassend genoeg aangegeven dat ze het echt zouden willen proeven”, vertelt Rutzerveld.

Moderne cowboys

Een stukje verderop staat in de volgende koepel genaamd de ‘Melkdome’ een roestvrijstalen koe - op ware grootte en met een metalen uier met spenen eraan - uitgestald. De melkrobot Margaret, vernoemd naar ‘iron lady’ Margaret Thatcher, is het project van Those Vegan Cowboys. De melkkoe is in de moderne melkveehouderij gereduceerd tot een melk producerende machine, dus zou je het levende dier net zo goed met rust kunnen laten en vervangen door een echte machine. Zo redeneerden de makers van dit project, onder wie Jaap Korteweg, voormalig eigenaar van De Vegetarische Slager, bekend van de vleesvervangers in de supermarkt.

In hun biotechnologische lab in het Vlaamse Gent proberen deze moderne cowboys melk te maken op basis van microbiële fermentatie, ook wel precisiefermentatie genoemd, waarbij gewone microben zoals gist omgezet worden in eiwitten, zoals het melkeiwit caseïne. Door middel van dit biotechnologische proces kun je van gras en suiker melk maken die niet te onderscheiden is van echte koemelk. Als het aan de cowboys ligt, kunnen we hierdoor op termijn de koe uit de voedselketen halen, terwijl we nog steeds van melk, zuivel en kaas kunnen blijven genieten.

Ruimtefriet

Daarna neemt ruimteboer Wieger Wamelink ons mee naar de kelder van het Evoluon. Met een zakje potgrond in zijn handen, die later Mars-aarde blijkt te zijn, laat hij ons trots zijn ‘ruimtekas’ zien. In de kweekkast achter hem staan onder de ledverlichting potten met Marsbodem waarin de boer verschillende planten heeft gezaaid. Met dit project wil hij aantonen dat je prima groenten kunt telen op Mars. Hij pakt een zaaipotje en laat het aan ons zien. “Deze heb ik een paar dagen geleden gezaaid en je ziet dat er nu al eerste plantjes ontkiemen.” Die Marsbodem komt overigens niet echt van Mars, die maken ze in de VS na van ‘aardse’ ingrediënten, zodat hij exact dezelfde samenstelling heeft. “Het is niet heel goedkoop, maar iedereen kan dat spul gewoon via internet bestellen”, vertelt de ruimteboer nuchter.

“De reis naar Mars duurt minstens een halfjaar, dus als we daar mensen naartoe gaan sturen, zal dat voor een langere tijd zijn. Dan zou je dus heel veel voedsel moeten meenemen. Tenzij je dat voedsel daar kan verbouwen, dan is dat probleem opgelost”, vervolgt hij. Hoe dat precies moet, is hij aan het onderzoeken. Zo is er op Mars schadelijke kosmische straling, dus moet je de groenten binnen in een kas met ledverlichting telen, zoals in de kelder van het Evoluon. “Ook is de Marsbodem heel anders dan de potgrond van het tuincentrum”, legt Wamelink uit. “Er zit nauwelijks nitraat of ammoniak in, maar dat kun je oplossen door plantenresten aan de bodem toe te voegen, zo komen voedingsstoffen vrij.”

Tijdens een lange reis naar Mars produceren mensen ook een hoop organische afvalstoffen. Wat de ruimteboer betreft, kun je de menselijke ontlasting ook prima gebruiken in de ruimtelandbouw en zo twee vliegen in één klap slaan. Zo hoef je niet te bedenken hoe en waar je de ontlasting loost en kun je het als ‘mensenmest’ voor de aarde gebruiken. “Urine bevat veel belangrijke voedingsstoffen die de planten nodig hebben”, vertelt hij. “Met vaste ontlasting is het iets ingewikkelder, want deze bevat gevaarlijke bacteriën, maar ook daar valt iets op te bedenken. Uiteindelijk is het gewoon mest.” Het zal nog een tijdje duren voordat de boer zijn gekweekte ruimtetomaten, -komkommers of -aardappels kan oogsten, maar we worden alvast hartelijk uitgenodigd. “Kom over een tijdje kijken, dan bak ik voor jullie ruimtefriet.”

Stichting Next Nature draagt het motto ‘technology is our next nature’ en gelooft erin dat we de beste oplossingen voor de toekomst moeten zoeken in de symbiose tussen de natuur en technologie. Precies één jaar geleden heeft Next Nature onder de leiding van directeur Koert van Mensvoort een technologisch museum in het Evoluon geopend, waarmee het oude techniekmuseum van Philips na 33 jaar weer opengesteld werd voor publiek. Door middel van onderzoek, publicaties en tentoonstellingen wil de stichting laten zien hoe je technologie in de toekomst toepasbaar maakt. De exhibitie RetroFuture over ‘de toekomst van het verleden’, die een jaar geleden werd geopend, is inmiddels door ruim 75.000 mensen bezocht. Vanaf 24 september is in het Evoluon een nieuwe tentoonstelling te zien: Spacefarming. Hierin staat de vraag centraal: hoe zorgen we in 2050 voor genoeg voedsel voor tien miljard mensen met zo weinig mogelijk schade aan de planeet? Meer informatie over deze tentoonstelling vind je op nextnature.net en evoluon.com.

Deel dit artikel