Eerste dertig studenten in Eindhoven onder dak bij hospita
Vanwege het grote kamertekort stimuleren de TU/e, Fontys, de Design Academy en de gemeente Eindhoven de zogenoemde hospitaverhuur. Hospi Housing, een platform voor hospitaverhuur voor huurder en aanbieder, heeft nu de eerste dertig matches voor elkaar gekregen, maar er zijn nog zeker 1470 wachtende studenten.
Om samen met andere instellingen voor hoger onderwijs in Eindhoven het woningtekort voor haar studenten te verkleinen ondertekende de TU/e in 2021 een nieuw convenant. De doelstelling van dit zogeheten Eindhovense convenant studentenhuisvesting: ‘Het is onze ambitie om in 2028 meer balans in vraag en aanbod te hebben. Om invulling te geven aan deze ambitie hanteren convenantpartijen met de kennis van begin 2020, voor de periode tot 2028 het streefcijfer om netto 2.840 betaalbare eenheden toe te voegen.’
Inmiddels zijn aan de Boschdijk in het voormalige Philips-hoofdgebouw, heet nu het VB-gebouw, 456 kamers gereedgekomen voor studentenbewoning en in maart leverde woningcorporatie Woonbedrijf/Vestide 78 extra studentenwoningen op, die werden toegevoegd aan het al bestaande complex van driehonderd woningen bij de Berenkuil. In de zomer van 2024 komen dan nog 735 wooneenheden op de TU/e-campus in de vorm van twee nieuwe woontorens met daartussenliggende laagbouw.
De convenantpartners zijn bezig met aanvullende projecten om potentiële gebouwen te renoveren tot studentenhuisvesting, maar kunnen daar nog niet veel over zeggen omdat de contracten met gebouweigenaren nog niet getekend zijn.
Hospitaverhuur
Een andere wijze van het onderdak verschaffen aan studenten zien de onderwijsinstellingen in hospitaverhuur. Met platvorm Hospi Housing hebben zij een contract afgesloten om eind 2024 tweehonderd matches te hebben gerealiseerd in Eindhoven. TU/e, Fontys, de Design Academy en de gemeente investeerden er elk een paar duizend euro in.
Hospi Housing is in 2019 opgericht in Utrecht door drie voormalige studenten. Die koppelden hun eigen ervaring met een hospita - in het buitenland - aan het Nederlandse kamertekort en hielpen kamerzoekers aan woonruimte bij hosts of gastgezinnen in de Domstad. De coronaperiode benutten de oprichters om een professioneel platform online te brengen en daarna konden ze snel uitbreiden. Eerst kwamen Leiden, Groningen en Nijmegen aan de beurt, nu is het bureau in iedere studentenstad actief.
Koudwatervrees
“In Eindhoven hebben zich tussen de 1500 à 2000 studenten aangemeld voor kamerbemiddeling”, zegt co-founder Joost Bokkers, “en we hebben ongeveer honderd aanbieders. Maar er is nog een enorm potentieel aan leegstaande kamers, vooral in de wijk Woensel. Stel dat één procent van de kamers in de verhuur komt, dan kan het gat al gevuld worden.” Hij schat dat in Nederland drie miljoen kamers leegstaan en dat er meer dan dertigduizend gezocht worden. "In andere steden zien wij veel medewerkers van onderwijsinstellingen als host en aanbieder."
Bokkers beseft dat het nog een hele uitdaging is om binnen anderhalf jaar tweehonderd zoekers en aanbieders te matchen in Eindhoven. “We proberen koudwatervrees weg te nemen door de verhalen van anderen te tonen op onze website. Onze medewerkers gaan actief de woonwijken in om te flyeren en we zoeken samenwerking met bedrijven in de regio en organisaties als seniorenverenigingen en buurtcentra. Maar het begin is er, en dat is een hele belangrijke stap.”
ESA helpt ook
Jim Bergmans, beleidsmedewerker bij Education and Student Affairs (ESA), houdt zich bezig met de huisvesting van internationale studenten. “We kregen 1300 aanvragen van studenten uit het buitenland voor een woonruimte voor dit collegejaar. Driekwart van hen start een bachelorstudie en een kwart een masterstudie. Voor het eerst hebben we alle aanvragers een eenmalig aanbod kunnen doen dat past bij het persoonlijk budget dat zij aangaven te hebben. Dit heeft te maken met de openstelling van het VB-gebouw aan de Boschdijk. Daar huren nu 95 Nederlandse studenten en 361 internationale studenten. Cursor komt binnenkort met een artikel over de integratie tussen beide studentengroepen.
Niet alle internationals gingen in op het aanbod van ESA. “Vierhonderd van hen hebben zelf iets gevonden of zien af van een studie in Eindhoven”, vermoedt Bergmans. Dit alles neemt niet weg dat het studentenkamertekort hier hoog blijft.
Sneeuwbaleffect
Bergmans heeft het gevoel dat de eerste dertig matches tussen hospita en huurder het begin zijn van - hopelijk - een sneeuwbaleffect. “Door positieve verhalen komt er meer bekendheid. Waarom zou een TU/e-medewerker níet een student willen huisvesten?” Misschien maakt onbekend onbemind. “Ik denk dat er nog veel onzekerheid aan hospitaverhuur kleeft over de rechten en plichten. Moet ik het aan de belasting opgeven (de eerste 5800 euro per jaar niet, red.), of mag ik mijn huis nog wel verkopen (pas na de eerste negen maanden heeft een huurder huurrecht, red.)?” Bergmans zal niet zelf een lege kamer in zijn eigen huis aanbieden. “Ik woon in Hilvarenbeek en dat is al niet handig. Ik wil best helpen, maar ben eerlijk gezegd ook wel huiverig om mijn privacy op te geven.”
Meer informatie vanuit de gemeente vind je hier en ben je geïnteresseerd in Hospi Housing, dan moet je hier klikken.
“We voelen ons een beetje tante en nicht”
Tiny Poppe, medewerker Communicatie Expertise Centrum, en Julie van Pagee, alumna Biomedische Technologie, wonen al 5 jaar samen als hospita en huurster. Hoe bevalt het en hebben ze tips voor anderen?
Julie van Pagee zocht als student in september 2016 via Kamernet woonruimte. Ze was niet veeleisend, maar een feesthuis zocht ze beslist niet. “Er waren advertenties van studentenhuizen die hun ligging beschreven in ‘aantal koprollen vanaf de kroeg’. Ik ben serieus, wil op tijd naar bed kunnen en geen verplichtingen hebben.”
Op hetzelfde Kamernet zag Pagee ook drie hospita’s die een kamers aanboden. Met alle drie maakte ze een afspraak. “Ik heb toen gekozen om een kamer te huren bij een hospita van 75 jaar oud. Ze was heel lief en Brabants gemoedelijk en ik kreeg een prachtige zolderverdieping. Helaas besloot ze vanwege haar leeftijd toch haar huis te verkopen en moest ik weer weg.” In de eerste negen maanden kan een verhuurder zonder opgaaf van reden het contract opzeggen.
Inmiddels had de BMT-student al eens contact gehad met TU/e-medewerker Tiny Poppe die een kamer verhuurde aan een student die Pagee kende via haar christelijke studentenvereniging Emèt Qenee. Toen die kamer vrij kwam, was een gesprekje voldoende voor een match. Poppe: “We hebben enkele afspraken gemaakt. Zij doucht liever ’s avonds, ik ‘s ochtends. In de weekenden gaat ze naar haar familie in Zeeland. Ik gebruik de keuken vaak eerder op de dag dan Julie. En zij kookt ook slechts een keer in de week en vriest dan drie maaltijden in. We lopen elkaar nooit in de weg. Eigenlijk gaat het heel organisch allemaal.”
Poppe verhuurt al sinds 2013 een kamer in haar huis in Gestel. “Toen mijn zoon het huis uitging kwam er ruimte. Ik deed het in eerste instantie om financiële redenen, maar in de loop der tijd is het een vertrouwd gegeven dat er iemand in huis is. Het is moeilijk te benoemen, misschien komt deze manier van samenleven het dichtst bij een tante-nicht-relatie.”
Tips die de hospita kan geven, zijn: “Laat elkaar vrij en bepaal de tijd waarop het rustig moet zijn in huis. Bij ons is dat 23.00 uur.”
Pagee voegt toe: “Spreek je verwachtingen uit.” Poppe schiet nog iets te binnen dat een voorwaarde is voor succesvol samenwonen: “Belangrijker dan je levenshouding is je levensritme. Julie is reformatorisch, ik ben atheïstisch. Maar we kunnen goed onder één dak verblijven omdat we elkaar de ruimte geven en elkaar in onze waarde laten."
Discussie