Nieuw in Nederland: Nederlandse literatuur

Als je vanuit het buitenland naar Nederland komt om te studeren, komt er van alles op je af. Niet alleen een nieuwe opleiding, maar ook een compleet andere cultuur, taal en gebruiken. Wij maken je graag wegwijs in Nederland met een serie artikelen over typisch Nederlandse dingen. Deze keer delen we met jou een aantal bekende Nederlandse boeken die je kennis laten maken met de Nederlandse cultuur en geschiedenis.

door
foto seb_ra / iStock
Anne Frank: Het Achterhuis

Als je het bekendste literaire dagboek allertijden nog niet hebt gelezen, dan is het hoog tijd om dat te doen. Het joodse meisje schreef het dagboek als getuigenis van het lijden dat zij en haar familie moesten doorstaan, terwijl ze tijdens de Tweede Wereldoorlog ondergedoken zaten in een pand in Amsterdam. In maart 1945, slechts een paar maanden voor de bevrijding van Nederland, stierf Anne Frank op vijftienjarige leeftijd in het concentratiekamp Bergen-Belsen. Haar vader Otto Frank, die als enige van het gezin de holocaust overleefde, zorgde ervoor dat het dagboek in 1947 gepubliceerd werd. Sindsdien is het boek vertaald in zo’n zeventig talen en is het tot de dag van vandaag een van de meest gelezen boeken ter wereld.  

Multatuli: Max Havelaar, of de koffieveilingen van de Nederlandse handelmaatschappij

Dit boek uit 1859 wordt gezien als een van de belangrijkste werken uit de canon van de Nederlandse literatuur. Het vertelt het verhaal van een man die de misstanden in Nederlands-Indië – de voormalige Nederlandse kolonie op het gebied van het huidige Indonesië - aan de kaak stelt. Het belastingsysteem, dat daar ingevoerd is door de Nederlandse regering, leidde destijds tot sterke uitbuiting van de inheemse bevolking. Naast zijn literaire kwaliteiten is het boek een belangrijk instrument om op een kritische manier het koloniale verleden van Nederland te duiden.

Willem Frederik Hermans: De donkere kamer van Damokles

Willem Frederik Herman behoorde samen met Gerard Reve en Harry Mulisch tot “De Grote Drie” oftewel de drie helden van de naoorlogse Nederlandse literatuur. De donkere kamer van Damokles behoort tot zijn belangrijkste werken. Het boek gaat over de jonge winkelier Henri die tijdens de Tweede Wereldoorlog na de kennismaking met een verzetsman genaamd Dorbeck aan allerlei verzetsactiviteiten deelneemt. Wanneer hij na de bevrijding van collaboratie wordt beschuldigd en het hem maar niet lukt om zijn onschuld te bewijzen, ga je als lezer twijfelen of Dorbeck überhaupt bestaat of al die tijd slechts het verzinsel van Henri’s imaginatie was. Het antwoord zal Hermans je in dit fenomenale boek verschuldigd blijven.

Gerard Reve: De avonden

De avonden, oftewel ‘Een winterverhaal’, gaat over een mislukte gymnasiast Frits die zich mateloos ergert aan zijn ouders, bij wie hij woont, en die het maar niet lukt om iets van zijn leven te maken. De typische vertelstijl wordt gekenmerkt door herhalingen en de afwezigheid van spannende ontwikkelingen, omdat het boek in wezen gaat over eenzaamheid, verveling en de zinloosheid van het bestaan.

Harry Mulisch: De aanslag

Dit boek van Mulisch speelt zich af in Haarlem in 1945. De collaborerende inspecteur van de politie wordt doodgeschoten in een straat met vier huizen. De bewoners moeten snel beslissen wat ze gaan doen en de consequenties van hun handelen zullen ze hun leven lang blijven achtervolgen.

Annie M. G. Schmidt: Jip en Janneke

Iedereen die in Nederland is opgegroeid, is opgegroeid met Jip en Janneke. De kleine boekjes met verhalen over Jip en Janneke komen van de hand van de populairste Nederlandse kinderboekenschrijver Annie M.G. Schmidt. Het eerste verhaal waarin een klein jongetje genaamd Jip bevriend raakt met zijn buurmeisje Janneke, is in 1952 verschenen, maar in de afgelopen ruim zeventig jaar hebben de verhalen over hun vriendschap en dagelijkse kleine avonturen niets aan hun populariteit verloren. Ook de iconische illustraties van Fiep Westendorp hebben bijgedragen aan de onsterfelijkheid van dit duo. De boekjes hebben bovendien de Nederlandse taal verrijkt met een nieuw woord: jip-en-janneketaal. Zo noem je de duidelijke taal die je gebruikt als je iets simpel probeert uit te leggen, zodat iedereen het begrijpt. Het simpele taalgebruik en korte zinnen maken de boekjes uitermate geschikt voor mensen die de basis van de Nederlandse taal onder de knie proberen te krijgen.

Hella Haasse: Oeroeg

“Oeroeg was mijn vriend”, is een van de bekendste openingszinnen in de Nederlandse literatuur. Het boek gaat over de vriendschap tussen een Nederlandse en een Indonesische jongen in het Nederlands-Indië van voor de Tweede Wereldoorlog. De verschillende afkomst maakt de verhouding tussen de inheemse jongen en de zoon van een Nederlandse administrateur complex, en de kloof die tussen hen ontstaat blijkt uiteindelijk onoverbrugbaar.

Jan Wolkers: Turks fruit

Turks Fruit is een iconisch Nederlands boek uit de late jaren zestig, geschreven door de succesvolle schrijver, beeldhouwer en schilder Jan Wolkers. Het hoofdpersonage en tevens de ik-persoon ontmoet Olga, de liefde van zijn leven, maar - spoiler alert – hun geluk is helaas van korte duur. Het verhaal gaat over grote levensthema’s zoals liefde, vrijheid, verzet tegen de bekrompenheid van de maatschappij, maar ook over verval en dood. Het boek is verfilmd door de Nederlandse regisseur Paul Verhoeven die later wereldsucces boekte met onder ander de films Basic Instinct of Total Recall.

Roxane van Iperen: ‘t Hooge Nest

Toen journalist en schrijver Roxane van Iperen bij de verbouwing van haar eigen huis ontdekte dat er tijdens de Tweede Wereldoorlog joden ondergedoken zaten, was het snel duidelijk waar haar volgende boek over zou gaan. ’t Hooge Nest vertelt het adembenemende en bovenal waargebeurde verhaal over twee joodse zussen die tijdens de oorlog een actieve rol spelen in het verzet en een villa in het Gooi laten uitgroeien tot een van de grootse onderduikadressen van Nederland.

Deel dit artikel