Kamertekort slinkt, maar niet voor lang

Voor het eerst in jaren is het kamertekort kleiner. Maar dat is maar tijdelijk, waarschuwen studentenhuisvesters. Nu de basisbeurs weer terugkeert, zullen weer meer studenten op kamers willen wonen. In Amsterdam, Delft, Eindhoven, Leiden, Nijmegen, Rotterdam, Den Bosch, Utrecht en Zwolle is de woningmarkt voor studenten momenteel het krapst.

door
foto Antonio Diaz/ iStock

Sinds de invoering van het leenstelsel in 2015 is het aandeel uitwonende Nederlandse studenten afgenomen van 53 naar 44 procent. Voor bijna de helft van de thuiswonende studenten zijn de hoge kamerhuren de belangrijkste reden om niet op kamers te gaan, blijkt uit de nieuwe Landelijke Monitor Studentenhuisvesting. Maar nu de basisbeurs weer is ingevoerd zal de vraag weer snel groeien, verwacht Kences, de brancheorganisatie van sociale studentenhuisvesters.

Het tekort aan studentenwoningen is sinds vorig jaar gedaald van 27.000 naar 23.700, maar in 2030 zal het naar verwachting weer zijn opgelopen naar 39.700 à 56.800. Alle reden dus om flink te blijven bouwen, vindt Kences.

Internationals

Het totale aantal uitwonende studenten in Nederland is overigens wel gestegen ten opzichte van 2015-2016. Dat komt doordat Nederland nu veel meer internationale studenten telt, die bijna allemaal op kamers wonen. Van alle 754.500 studenten in Nederland, dus inclusief internationals, zijn er nu 400.000 uitwonend.

De gemiddelde huurprijs voor studenten in het hoger onderwijs ligt voor kamers met gedeelde voorzieningen op 480 euro, voor een eenkamerwoning op 565 euro en voor een meerkamerwoning op 775 euro. 

In Amsterdam, Delft, Eindhoven, Leiden, Nijmegen, Rotterdam, Den Bosch, Utrecht en Zwolle is de woningmarkt voor studenten momenteel het krapst.

Deel dit artikel