Maar hoe duur moet die kaart zijn? Elke drie jaar kijkt het ministerie hoeveel kilometer studenten eigenlijk reizen. Daar is de vergoeding voor de ov-bedrijven op gebaseerd. De bedrijven krijgen ruim een miljard euro per jaar.

Na de coronacrisis pakken studenten echter minder vaak de trein of de bus. De vergoeding voor het studentenreisproduct kan volgend jaar naar verwachting zo’n 200 miljoen euro omlaag. Dan gaan studenten dus minder lenen (en als ze geen diploma behalen: minder terugbetalen).

Verschraling

Volgens de ov-bedrijven was het meetmoment ongelukkig: het openbaar vervoer was vorig jaar nog niet hersteld van de coronacrisis en er waren nog altijd minder reizigers dan vóór de lockdowns en reisbeperkingen. Ze waarschuwen dat de korting van 200 miljoen euro tot verschraling van de dienstverlening kan leiden.

Gevoelig voor dit argument geeft de politiek de ov-bedrijven die 200 miljoen euro alsnog. Het ministerie bespaart geld op het studentenreisrecht, maar schuift dat eenmalig door naar de ov-bedrijven, kondigt staatssecretaris Vivianne Heijnen aan. Het grote verschil: studenten lenen er niet voor.

Het was geen optie om op de oude voet door te gaan. “Als de herijking geen doorgang vindt”, schrijft de staatssecretaris aan de Tweede Kamer, “zal dat ertoe leiden dat studenten langdurig een te hoog bedrag betalen voor hun reisproduct”. Want dan past de prijs niet bij het gemiddelde gebruik van de kaart.

Nieuw bedrag

Het nieuw maandbedrag is nog niet bekend, maar dat kan niet lang meer duren: het herijken moet voor 1 december zijn gebeurd. Vermoedelijk komt het bedrag dan weer in de buurt van de 100 euro.