Dialoog over de situatie in Israël en Gaza slaagt alleen zónder inhoud
De gebeurtenissen in Israël en Gaza veroorzaken bij veel mensen sterke gevoelens van verdriet, machteloosheid en angst. Om ruimte te geven aan de verschillende emoties en perspectieven organiseerden Studium Generale, ESA en TINT gisterenavond in het Auditorium een dialoog over de situatie in het Midden-Oosten. De initiatiefnemers wilden een veilige omgeving creëren waarin iedereen zich uit kon spreken, zonder veroordeeld te worden. Murat Karatas en Tjeerd Ritmeester, beiden gemeenteraadslid namens de PvdA Eindhoven, gingen met elkaar in gesprek op het podium.
Dezelfde partij, twee totaal verschillende perspectieven op de gebeurtenissen die in de afgelopen zes weken in Israël en Gaza hebben plaatsgevonden. Murat Karatas (op de hoofdfoto rechts) is moslim en van Turkse komaf; Tjeerd Ritmeester is van joodse origine. Hoewel hun kijk op het conflict enorm verschilt, hebben ze in ieder geval één ding gemeen: beiden willen met elkaar in gesprek blijven, hoe moeilijk het ook is.
Daarom nemen ze donderdagavond plaats op het podium van de Blauwe zaal in het Auditorium, voor een kleine honderd TU/e-studenten, medewerkers en bewoners van Eindhoven. Het gesprek wordt gevoerd in het Nederlands, de taal waarin beide mannen zich het beste kunnen uitdrukken, iets dat van cruciaal belang is bij zo’n gevoelige kwestie. Lucas Asselbergs, het hoofd van Studium Generale, neemt de rol van moderator op zich. De hoofdvraag deze avond zou zijn: hoe blijf je in dialoog met elkaar, ook al ben je het niet met elkaar eens?
Goed naar elkaar luisteren
Ritmeester en Karatas weten van elkaar dat hun standpunten en emoties zo ver van elkaar liggen, dat ze hiermee elkaar in het diepste van hun ziel kunnen kwetsen. Om het gesprek in goede banen te leiden, zijn spelregels nodig. Asselbergs doet een beroep op alle aanwezigen om vooral respectvol te blijven. “Stel open vragen, laat elkaar uitpraten en probeer je eigen opvatting even te parkeren”, vraagt hij. De dialoog is niet bedoeld als een debat; waarheidsvinding of zoeken naar een oplossing is niet de intentie. Wel is het een gelegenheid om te kunnen uiten wat de situatie met je doet. Daarbij is het zaak om weg te blijven bij de inhoud en de achtergrond van het conflict, benadrukt hij. “Laten we vooral goed naar elkaar luisteren en kijken wat het ons oplevert.”
Asselbergs trapt de dialoog af met de vraag hoe beide mannen de gebeurtenissen van 7 oktober hebben ervaren, toen Palestijnse beweging Hamas een grootschalige aanval op Israël startte, waarbij zo’n 1200 doden zijn gevallen. Ritmeester geeft aan dat hij zich voor het eerst in zijn leven een week lang “fysiek ziek” heeft gevoeld door de aanslagen en de nasleep daarvan. Ook Karatas vond deze gebeurtenissen onwerkelijk, maar er ging ook iets anders door zijn hoofd. “Je weet meteen dat er een tegenreactie komt. Je denkt aan de onschuldige mensen die dood zullen gaan.”
Het is kort na deze gebeurtenissen wanneer de twee PvdA’ers contact zoeken met elkaar om het er samen over te hebben, zo vertellen zij. Na een ongemakkelijk begin, omdat ze allebei heel voorzichtig zijn en op hun woorden letten “om niet op iemands tenen te gaan staan”, worden ze steeds losser en krijgen ze een steeds opener gesprek. Ze zijn het niet met elkaar eens over de oorzaak van het conflict en wat er moet gebeuren om het op te lossen, toch kunnen ze met elkaar in gesprek blijven. Gedeelde waarden helpen om de dialoog in stand te houden. Karatas: “We geloven beiden in medemenselijkheid en vrede, ook al zijn onze emoties en zienswijze anders.”
Een veilige omgeving
Beiden zijn het met elkaar eens dat er vanbinnen heel veel gebeurt op het moment dat zo’n conflict escaleert. Al die emoties kunnen ze niet altijd kwijt. “Er is geen onderwerp dat meer polariserend is. Er zijn maar weinig plekken waar je je emoties veilig kan tonen, waar je dit met elkaar kan delen”, vertelt Ritmeester. Ook Karatas herkent de voorzichtigheid rondom dit enorm gevoelige onderwerp. “Ik heb in de eerste periode weinig op sociale media gedeeld, uit angst voor de reacties”, geeft hij toe.
Ritmeester betreurt het feit dat de gemeente Eindhoven na de aanslagen van 7 oktober geen Israëlische vlag heeft gehesen, omdat het te gevoelig lag. “Eén dag was genoeg geweest.” Dan hadden de mensen een plek gehad waar ze hun verdriet konden uiten en delen, vindt hij. Hij sprak joodse mensen in zijn omgeving die moeite hadden met het tonen van hun emoties . “Je voelt je alleen.”
Asselbergs vraagt wat voor advies de mannen hebben voor mensen op wie de gebeurtenissen in Israël en Gaza een grote emotionele impact hebben. “Creëer een omgeving waar je veilig je emoties mag delen. Het lijkt zo vanzelfsprekend, maar vaak ontbreekt dit helaas. Wij zijn allemaal verantwoordelijk om zo’n omgeving te creëren”, aldus Ritmeester. Ook Karatas mist die veilige omgeving om zich te kunnen uiten. Hij vindt dat de westerse vrijheid van meningsuiting een mythe is. Je mag alles zeggen, maar alleen binnen bepaalde kaders die passen binnen de normen en waarden die de meerderheid bepaalt, is zijn indruk. Behoor je tot een kleine groep met een afwijkende mening, dan geldt die vrijheid van meningsuiting niet voor jou, is zijn ervaring. “Er wordt tegen je gezegd: ‘dan hoor je niet thuis in het westen’”, zegt hij. “Dat vind ik moeilijk. Het voelt voor mij niet veilig of inclusief.”
Slap
Tijdens het tweede deel van het programma mag het publiek vragen stellen of hun eigen emoties en perspectieven delen. Een student vraagt wat de mannen vinden van de rol die de Nederlandse politiek speelt in het conflict. Karatas vindt het jammer hoe de Nederlandse regering zich in deze situatie heeft opgesteld. “Ik vind het heel slap”, zegt hij.
De onvoorwaardelijke steun voor Israël was volgens hem niet op z’n plaats. “Dan is er geen ruimte voor een gesprek.” Hij snapt dat Israël en Nederland een goede verstandhouding hebben, maar ook dan kun je elkaar bekritiseren, vindt hij. “Als een goede vriend van mij iets doet wat echt niet kan, dan zeg ik dat tegen hem. Juist als goede vriend moet je dat doen.”
De eerste druppel
Het lukt beide mannen om tijdens de dialoog grotendeels bij de eigen emoties en ervaringen te blijven, maar op de momenten dat toch de inhoud aan bod komt, gaat het wringen en dreigt de open dialoog om te slaan in een discussie. Zoals wanneer Karatas de woorden “vernietiging” en “genocide” noemt, woorden die Ritmeester nooit zou gebruiken voor wat er nu gaande is in Gaza. Ook wanneer de holocaust als analogie wordt gebruikt voor de situatie waarin de Palestijnen zich nu bevinden, staan de zaken op scherp. “We zeiden dat we dit nooit meer zouden laten gebeuren, hoezo gebeurt het nu weer?”, vraagt Karatas zich af. “Het raakt me enorm wanneer de sentimenten van de Tweede Wereldoorlog worden omgedraaid”, reageert Ritmeester. Karatas merkt weer dat hij emotioneel en kwaad wordt wanneer Ritmeester het over de oorzaak van het conflict heeft. Daarna proberen ze elkaar weer te vinden. ‘Laten we wegblijven van de inhoud en focussen op wat ons verbindt’, is het gedeelde streven.
Maar hoe kun je ooit echt nader tot elkaar komen, elkaar echt begrijpen en een oplossing vinden, als je het met elkaar niet over de inhoud hebt, vraagt iemand in het publiek zich hardop af. Is het überhaupt wel mogelijk? Je kunt het conflict niet oplossen, zolang je bij de inhoud wegblijft, daar zijn de mannen het met elkaar over eens. Maar je moet eerst deze dialoog zoals vanavond hebben, de verbinding met elkaar zoeken. Dat is een voorwaarde om het later ook over de inhoud te kunnen hebben. “Dit gesprek is de eerste druppel”, zegt Karatas. “Maar laten we met elkaar in gesprek blijven. Laten we die druppel langzaam uitgroeien tot een zee, tot een oceaan.”
De video-opname van de dialoog (met uitzondering van het zaalgesprek vanwege de privacy van de mensen in het publiek) wordt volgende week met Engelse ondertiteling op de website van Studium Generale gedeeld. Een aparte dialoogavond in het Engels over hetzelfde onderwerp wordt gehouden op 30 november. Ga voor meer informatie naar www.tue.nl/sg.
Discussie