Hoe houden we regie op de invloed van bedrijven?

Wordt de invloed van bedrijven op de TU/e niet te groot? En hoe zorgen we ervoor dat Eindhovenaren die wel de lasten ervaren maar niet de lusten van de economische groei van Brainport niet worden vergeten? Dit waren twee van de vragen over ‘de Eindhovense Brainport-case’ tijdens de ‘Postkapitalisme karavaan’ die vrijdagavond neerstreek in het Natlab. Het initiatief van GroenLinks bestond uit twee debatten met wetenschappers, een politicus en een journalist en schrijver.

Waar GroenLinks doorgeslagen kapitalisme ziet in Nederland, is dat niet voor alle genodigden het geval waardoor er twee interessante debatten ontstonden. Maar ook het publiek verschilde van mening: waar de een ASML ziet als een bedrijf dat vooral waarde toevoegt aan de regio door het bieden van werkgelegenheid, zijn anderen kritisch op de druk op de voorzieningen en de vermeende invloed op de universiteit. Over dat laatste verderop meer.

Hoogleraar politieke filosofie en economische ethiek Rutger Claassen (Universiteit Utrecht) debatteerde met Vera Vrijmoeth, onderzoeker bij FNV en Fellow bij het Wetenschappelijke Bureau van GroenLinks. Zij bespraken vooral hoe we tot ons kapitalisme van vandaag de dag zijn gekomen en wat er voor nodig zou zijn om bedrijven die gericht zijn op winst te laten veranderen naar bedrijven die intrinsiek de behoefte voelen om voor maatschappelijke waardevermeerdering te gaan. Fast forward: dat is niet zo simpel en het lijkt onoverkomelijk dat je daarbij een vorm van overheidsregulatie nodig hebt.

Stukje geschiedenis

Dat was het korte antwoord voor mensen die het te vermoeiend vinden de geschiedenis in te duiken. Maar dat deden Vrijmoeth en Claassen wel. Vrijmoeth: “Primaire waardeverdeling kun je verdelen over vier groepen: aandeelhouders, werknemers, belastingen en de natuur. Maar over de loop der jaren is er steeds meer naar aandeelhouders gegaan. En dat komt omdat we ooit dachten dat dat het beste was voor iedereen.” Claassen knikt. “Het aandeelhoudersmodel.” De twee zagen democratie en kapitalisme kort na de Tweede Wereldoorlog nog wel in balans, maar in de jaren 80 kwam er een kentering. “Plots voelen we haat jegens bedrijven, het vertrouwen nam af. Maar waarom dan?”, vraagt de moderator van het gesprek zich af. Vrijmoeth: “Ik denk omdat de onderlinge verschillen tussen groepen in de samenleving en tussen arbeid en kapitaal veel groter zijn geworden. Dat begon vanaf toen echt op te vallen.”

De FNV-onderzoeker probeert ook naar de geopolitieke belangen te kijken van landen met een kapitalistische economie. “Als we teruggaan naar die verdeling die steeds schever wordt, dan kunnen we stellen dat onze landsgrezen dat mede in stand te houden. Daarmee voorkomen we de herverdeling van welvaart. Dat onze kleding hier zo goedkoop is komt puur omdat men in landen als Bangladesh of India nog voor zo weinig werkt.” Claassen: “Een opgelegde overheidsbeperking voor productie is de enige wijze om bedrijven binnen de planetaire grenzen te laten opereren.” Die laatste term, planetaire grenzen, zou zomaar eens een nieuw ‘trendwoord’ kunnen worden: in dit debat viel het vele keren en het onderwerp is momenteel met de ecologische en klimaatcrisis natuurlijk erg relevant.

Intermezzo

Na het eerste debat is er ruimte voor een gedicht van Wikke Peters, cultuuraanjager bij CKE. Zij spreekt over de vele Eindhovenaren die zij afgelopen maanden heeft gesproken. Eindhovenaren die veel minder meeprofiteren van de groei van Brainport dan expats of andere direct betrokkenen die er goed geld mee verdienen. De locals kennen Brainport van het PSV-shirt waar de naam op staat. Maar waar het voor staat? Orgaanhandel werd nog even geopperd, maar veel verder dan dat kwamen ze niet. Tegelijk merken die mensen wel de druk op de voorzieningen die een gevolg zijn van de economische groei in de regio. Met alle persoonlijke portretten krijgen de zorgen een gezicht. Haar gedicht en de boodschap – we mogen de gewone Eindhovenaren niet vergeten en als stad proberen iedereen te horen en begrijpen - raken de betrokkenen duidelijk.

De Eindhovense case

In de tweede helft van het debat schoven Eva de Bruijn, TU/e-alumna en nu fractieleider van GroenLinks Eindhoven, en Sander Heijne, journalist en schrijver (bekend van het boek Fantoomgroei) aan. Waar Heijne kapitalisme als ‘toch ook best wel leuk’ beschreef, kon de Bruijn daar minder in mee gaan en hoopt zij toch zeker op een kentering via de verkiezingen. Heijne heeft daar zijn twijfels bij: “20 tot 30 procent van de bevolking kan niet meekomen. Dat zijn een hoop mensen en tegelijk zijn het er niet genoeg om echt een meerderheidsvuist te maken. Dat zien we keer op keer in de resultaten van de verkiezingen.”

De Bruijn schreef het manifest ‘Groeikramp’ over de risico’s van de snelle groei in Eindhoven. Daarin – en tijdens dit debat – spreekt zij ook specifiek over de TU Eindhoven. ‘De TU Eindhoven dreigt bijvoorbeeld al de bijnaam ‘ASML Academy’ te krijgen, dankzij de nauwe samenwerking en de plannen om – als de stad het aankan – het aantal studenten in 2030 te verdubbelen vanwege de groei van ASML en haar toeleveranciers.’ (Dat verdubbelen is nu wat naar de achtergrond verdwenen door het uitblijven van geld uit Den Haag, red.) “Maar wij moeten uitkijken dat we geen ‘u vraagt, wij draaien’ universiteit krijgen. Het doel van een universiteit moet altijd zijn onderzoek doen en mensen opleiden. De nauwe betrokkenheid zie je bijvoorbeeld in het feit dat de CEO van ASML ook de voorzitter is van de Raad van Toezicht van de TU Eindhoven. We moeten waken dat het bedrijfsbelang niet in de weg gaat zitten van het publieke belang. Ik heb hier samen met Lisa Westerveld ook Kamervragen over gesteld.” Die Kamervragen moeten nog beantwoord worden.

Inwonersboard

Een oplossing om de Eindhovenaren beter te betrekken bij Brainport ziet De Bruijn in de inwoners ‘aandeelhouders’ maken van Brainport. “Bijvoorbeeld in de vorm van een adviesraad, een soort inwonersboard. Maar daarnaast hebben we ook gewoon de nationale overheid nodig om bedrijven verder mee te krijgen in de verduurzaming en het brengen van maatschappelijke waarde.” Heijne lacht. “Het is best interessant hoe gemakkelijk de overheid macht durft te gebruiken tegen burgers. Als ik een blikje op straat gooi en ik word betrapt dan krijg ik een boete. Als je een staalbedrijf hebt en je schiet allemaal vieze stoffen de lucht in, kun je subsidie aanvragen. Onze regering durft gewoon niet echt te regeren.”

“We moeten loskomen van het idee dat we nog meer groei nodig hebben”, vindt hij. “We consumeren omdat het kan, omdat we het gewend zijn. Maar als we dan alles duurder maken om dat tegen te gaan, moeten we er wel van bewust zijn dat we daarmee eerst die groep van 20 à 30 procent die nu toch al geen vuist kan maken het hardste raken.” De Bruijn (en enkele mensen in de zaal) zien een andere oplossing: meer focus op circulair. “Daarmee kunnen we binnen de planetaire grenzen blijven en is er nog steeds bedrijvigheid mogelijk, maar gewoon op een andere manier.”

Heijne denkt dat het lastig wordt het kapitalisme plots op een lager pitje te krijgen. “60 procent van de huishoudens heeft een koophuis, stelt hij. De waarde van de huizen is de afgelopen jaren zoveel gestegen, daar kan geen salaris tegenop. Die mensen doen vrolijk mee aan het kapitalisme. Ik zie daarom in de democratie ook geen oplossing om het kapitalisme te veranderen omdat het voor het merendeel van de Nederlandse bevolking gewoon best wel goed werkt.” Met de afsluitende borrel werd zijn punt in ieder geval onderschreven: ondanks wat gemor over twee simpele drankjes voor 8 à 10 euro is het voor de meerderheid niet duur genoeg om er echt last van te hebben en zat de tent toch tot laat vol.

Redactionele noot

Bij Cursor is op dit moment grote onduidelijkheid over haar journalistieke vrijheid. In samenwerking met de vakbonden hebben de redactieleden een voorstellenbrief ten aanzien van persvrijheid neergelegd bij het College van Bestuur en is er een eerste gesprek gevoerd. Dit artikel is gepubliceerd in afwachting van de uitkomst van het onderhandelingsproces.

Deel dit artikel