In het onderwijs onderhandelen vakbonden momenteel met werkgevers over de loonstijgingen in de nieuwe cao’s. Gezien de inflatie eisen de bonden een ongekende loonsverhoging van 14 procent.
Maar hoeveel geld krijgen de onderwijsinstellingen voor de ‘loonruimte’? Dat is geheime informatie, die het kabinet alleen aan de werkgevers stuurt. De vakbonden staan dus op achterstand in de onderhandelingen.
Uit de coulissen
Daar heeft de Algemene Onderwijsbond (AOb) genoeg van. De bond vraagt al langer om openbaarheid en wil bovendien inzicht in de gesprekken van de ministeries van Onderwijs en Financiën met de werkgevers: hebben die laatsten zich in de afgelopen jaren hardgemaakt voor hun personeel?
De bond verzocht het ministerie van Onderwijs om informatie, maar dat verzoek is afgewezen. Nu komt er dus een rechtszaak. “Wij willen de financiële discussie uit de coulissen trekken”, zegt AOb-bestuurder Douwe Dirk van der Zweep.
Loon doet ertoe, is zijn overweging. Als leraren beter betaald kregen, zouden er volgens de vakbond minder tekorten zijn in het primair en voortgezet onderwijs. “Er is jarenlang bezuinigd op de loonruimte”, zegt Van der Zweep. “Wij willen heel precies weten wat er op de achtergrond meespeelt en welke overwegingen er zijn. We willen het beleid reconstrueren en lessen trekken voor de toekomst.”
Rol werkgevers
Daarbij is de rol van de werkgevers ook van belang, vindt hij. “We hadden de Wet normering topinkomens nodig om de beloning van bestuurders te beperken: ze verdienden te veel. Maar hebben ze bij het ministerie hun best gedaan voor het loon van de mensen die bij hen in dienst zijn?”
Ook een meerderheid in de politiek vindt eigenlijk dat deze informatie openbaar zou moeten zijn, bleek in 2019 toen een motie van de PvdA werd aangenomen. Regeringspartij D66 stemde ervoor, terwijl VVD, CDA en ChristenUnie tegen waren. Maar die motie vroeg niet rechtstreeks om openbaarmaking. Er stond alleen dat het kabinet aan de werkgevers in het onderwijs moest vragen om de zogenoemde ‘ruimtebrieven’ te delen met de vakbonden.
Minister Ollongren, destijds van Binnenlandse Zaken, beloofde dit met grote tegenzin. Maar het kabinet zou de werkgevers ook vertellen “dat de motie op gespannen voet staat met de vertrouwelijkheid van de brief”. Openheid zou de onderhandelingen moeilijker maken, was haar vrees.
Controleerbaar
Het gaat echter om de besteding van publieke middelen, redeneert de onderwijsvakbond. Het beleid moet controleerbaar zijn. Daarom doet de AOb een beroep op de Wet open overheid, die in principe tot transparantie verplicht.
Het is wel enigszins bekend hoe het kabinet tot beslissingen over de loonruimte komt. Er wordt bijvoorbeeld gekeken naar de verwachte loonstijgingen in de marktsector (5,2 procent volgens het CPB). Verder is er een vergoeding voor gestegen premies en sociale lasten. Dat heet de ‘referentiesystematiek’.
Maar, zegt Van der Zweep, het kabinet kan ook eigenhandig de loonruimte verkleinen of verruimen. Jarenlang is het onderwijs bijvoorbeeld op de nullijn gezet, of er werden kleinere kortingen doorgevoerd. Het is ook mogelijk om de lonen juist sneller te laten stijgen, zoals een paar jaar geleden in het primair onderwijs is gedaan.
Inflatie
Overigens hebben de werkgevers in het onderwijs het kabinet deze keer een open brief geschreven en om extra geld gesmeekt. De inflatie was afgelopen jaar 10 procent, schreven ze, dus de lonen zouden ook ongeveer met dat percentage omhoog moeten.
De vakbonden willen dat de lonen voortaan automatisch met de inflatie meestijgen. “Wij stelden als peilmaand oktober voor en toen was de inflatie toevallig 14 procent”, zegt Van der Zweep. “Maar we kunnen ook pakweg juli kiezen; dat maakt voor het systeem weinig uit. We willen er gewoon niet structureel op achteruitgaan.”
De rechtszaak tegen het kabinet zal vermoedelijk pas in het najaar plaatsvinden. Bovendien zal het kabinet waarschijnlijk in hoger beroep gaan als de vakbonden de zaak winnen. Het kan dus even duren voordat de informatie openbaar wordt – als dat inderdaad gaat gebeuren.
Discussie