Het Technisch Gilde van Anton Mussert
“De rol die totalitaire systemen zagen weggelegd voor techniek heeft mij altijd geboeid”, zegt Hans Schippers. De onderzoeker werkte tot zijn pensionering in 2012 een kwart eeuw als techniekhistoricus op de TU/e. In april verscheen van zijn hand het boek ‘Technici en de totalitaire verleiding’, over de manier waarop de NSB tijdens de Tweede Wereldoorlog probeerde beroepsorganisaties van technici ‘gelijk te schakelen’, ofwel in te lijven.
Nationaalsocialisme en fascisme – beide totalitaire stromingen – zagen techniek als een middel om een sterke staat tot stand te brengen. “Volgens hun ideologie zouden de producten van technologie ten bate moeten komen van het volk, niet van de kapitalisten – zeker omdat in hun ogen veel joden deel uitmaakten van die laatste groep”, legt Schippers uit. “Het was vervolgens aan de partij, die het volk vertegenwoordigt, om de rol van de techniek in te vullen.”
Dergelijke opvattingen waren overigens niet voorbehouden aan rechtse stromingen: “Het communisme kwam met een wat andere argumentatie – techniek was nodig voor het tot stand brengen van een klassenloze maatschappij – tot een vergelijkbare houding.”
Hans Schippers promoveerde op onderzoek naar enkele rechts-radicale bewegingen. Nadien werd hij in zijn baan op de TU/e gegrepen door de historie van de techniek. In Technici en de totalitaire verleiding komen beide onderzoeksgebieden samen. “Ik focus in het boek op de situatie in Nederland, waar nog weinig onderzoek naar is gedaan.”
In Duitsland en Italië werden beroepsverenigingen van technici in de periode voor de Tweede Wereldoorlog “gelijkgeschakeld”, vertelt Schippers, “ofwel: onder controle geplaatst van het bewind”. Dat werd geaccepteerd omdat het economische zekerheid en prestige opleverde voor de leden. Maar hoe ging dat in Nederland?
KIVI
Om de maatschappelijke invloed van de Nationaal Socialistische Beweging (NSB) te vergroten, richtte partijleider Anton Mussert in de eerste oorlogsjaren verschillende zogenaamde Gildes en Fronten op, waaronder het Technisch Gilde. Mussert, die zelf civiel ingenieur was, wilde zo grip krijgen op organisaties waarin technici zich verenigden.
De grootste van deze verenigingen was het Koninklijk Instituut Van Ingenieurs (KIVI), dat nog altijd actief is. “Onder de drieduizend leden van KIVI waren veel ingenieurs uit Delft, maar ook technici die in het buitenland waren opgeleid, en ingenieurs die in Eindhoven bij Philips werkten.”
In juni 1941 vervingen de Duitsers het bestuur van KIVI. Vanaf dat moment mochten joden ook geen lid meer zijn. Schippers: “Het afgezette oud-bestuur liet aan de leden weten dat zij maar beter konden bedanken voor de nieuwe wind die zou gaan waaien.” Dat had een grote leegloop tot gevolg: het ledenbestand kromp tot enkele honderden leden. De couppoging was dus weinig succesvol.
Het Technisch Gilde zelf had zo’n tweeduizend leden met een middelbare of hogere technische opleiding, of een functie op dat niveau. Waar kwamen zij vandaan? “Een deel had gestudeerd in Duitsland en was daar onder de indruk geraakt van het nationaalsocialisme”, zegt Schippers. Uit zijn onderzoek blijkt dat de leden vooral te vinden waren in en om Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, het Gooi en de grensprovincie Limburg.
De ingenieurs die destijds ook al in groten getale in Eindhoven te vinden waren vanwege Philips, bleken “niet bijzonder gevoelig” voor de aantrekkingskracht van het Gilde, zegt Schippers. “In Noord-Brabant kreeg het nationaalsocialisme minder voet aan de grond door verzet van de invloedrijke katholieke kerk.”
Dorgelo
Dat het Technisch Gilde niet populair was, betekende overigens níét dat alle ingenieurs ook heel kritisch waren op hun werkgevers: veel technici werkten voor bedrijven die al dan niet gedwongen bijdroegen aan de oorlogsindustrie, zoals scheepswerven, Fokker en Philips. “Sommigen zochten een baan elders, maar velen hadden het idee dat ze niet anders konden: ze hadden een gezin.”
Opvallend is ook dat een kwart van de Delftse studenten een verklaring ondertekende dat zij niet in verzet zouden komen tegen de bezetter. “Bij andere instellingen lag dit percentage op 3 à 4.” De Delftenaren tekenden op aanraden van het bestuur van de Technische Hogeschool.
Hendrik Dorgelo maakte destijds als rector ook deel uit van het Delftse TH-bestuur. Hij zou later in 1957 de eerste rector worden van de Technische Hogeschool Eindhoven (THE), de voorloper van de TU/e. (NB: toevoeging door Cursor, Schippers noemt Dorgelo niet in het boek, red).
Studium Generale
In de latere oorlogsjaren stokten de activiteiten van het Technisch Gilde, omdat steeds meer leden naar Duitsland vertrokken, aanvankelijk om er in de oorlogsindustrie te gaan werken, later omdat zij op de vlucht sloegen.
Men wilde – ook met het oog op de volgende dreiging: het communisme – ingenieurs weerbaar maken
Wat Schippers ook constateerde tijdens zijn onderzoek, is dat er vanaf het eind van de jaren veertig hervormingen zijn doorgevoerd in het hoger technisch onderwijs, die te relateren zijn aan de gebeurtenissen in oorlogstijd.
“Men wilde – ook met het oog op de volgende dreiging: het communisme – ingenieurs weerbaar maken, door hen van een bredere maatschappelijke blik te voorzien.” Dat werd in Delft en later ook in Eindhoven en Enschede gestimuleerd door het oprichten van afdelingen van Studium Generale, en het aanbieden van onderwijs dat de verbinding legde tussen techniek en maatschappij.
Klimaatcrisis
En zoals altijd, zijn er uit de geschiedenis ook lessen te trekken voor de dag van vandaag. “Ingenieurs hebben soms weinig oog voor ontwikkelingen buiten hun vakgebied, terwijl politici vaak weinig weet hebben van technologie.” Het zijn dergelijke vacuüms die mede ruimte bieden aan populistische bewegingen met soms duidelijk anti-democratische trekken om hun macht te vergroten, stelt Schippers.
“Dat hebben we gezien in de aanloop naar de Tweede Wereldoorlog, en het zou op een andere manier opnieuw kunnen gebeuren rondom de klimaatcrisis – een probleem met zowel maatschappelijke als technische aspecten, waarvoor geen eenvoudige oplossing bestaat.” Wat Schippers betreft zouden ingenieurs en politici dan ook het gesprek met elkaar moeten aangaan, “om naar elkaar te luisteren en van elkaar te leren”.
Technici en de totalitaire verleiding (2023), Hans Schippers, Uitgeverij Walburg Pers, 165 pagina’s, ISBN 978 94 6249 957 7
Bijschrift hoofdfoto boven het artikel: Mussert houdt een redevoering op de Eerste Dag van de Nederlandse Techniek in Utrecht in december 1942. (Utrechts Archief)
Discussie