Het is misschien wel het heetste hangijzer in de politiek van het hoger onderwijs: de toestroom van internationale studenten aan met name de universiteiten. Minister Dijkgraaf beloofde een brief. Die zou eerst in februari komen, daarna in maart en nu komt hij dus nog iets later: uiterlijk in de maand mei.
Volgens het uitstelbriefje dat Dijkgraaf naar de Tweede Kamer heeft gestuurd, is de reden hiervoor dat er binnen het kabinet een “breder gesprek over migratie” wordt gevoerd, waar de brief over internationale studenten bij betrokken wordt.
Een op drie
Aan de universiteiten komt inmiddels een op de drie eerstejaars uit het buitenland, zowel in de bachelor- als de masteropleidingen. Dat is drie keer zoveel als in het hbo, waar een op de negen studenten internationaal is.
Universiteiten willen de instroom van internationale studenten beter kunnen beheersen, zeggen ze. Als een opleiding overspoeld raakt door studenten uit het buitenland, willen ze op de rem kunnen trappen.
Maar een wetsvoorstel dat daarvoor kan zorgen, is in de ijskast gezet toen het vorige kabinet viel. Minister Dijkgraaf heeft het er niet meer uitgehaald. Hij wilde eerst eens goed over de voor- en nadelen nadenken.
In die wet stond ook dat er strikter naar de onderwijstaal zou worden gekeken. Een flink deel van de Tweede Kamer vindt dat er sowieso te veel opleidingen Engelstalig zijn, met name in de bachelorfase. Dat zou schadelijk zijn voor de positie van het Nederlands én voor de taalbeheersing van studenten.
Februari, maart…
Eerst zou Dijkgraaf in februari zijn visie ontvouwen, maar de Kamer wilde nog met hem in debat. Daarom zou de brief pas medio maart kunnen komen. Die deadline gaat dus ook voorbij.
In dat laatste debat gaf Dijkgraaf een inkijkje in zijn denkrichtingen en dilemma’s. Het moet bijvoorbeeld mogelijk worden om een numerus fixus op het Engelstalige traject binnen een opleiding te zetten, terwijl de Nederlandstalige variant open blijft. Dan kunnen de internationale studenten de Nederlandse studenten niet uit de opleiding wegdrukken. Maar de grootste vraag is volgens hem “of er niet een meer centrale regie moet zijn”.
Hij wilde zich in elk geval niet blindstaren op de problemen. “Vandaag kijken we naar bekostiging door de lens van internationale studenten, maar misschien bekijken we op een andere dag diezelfde bekostiging door de lens van krimp in de regio of de aansluiting op de arbeidsmarkt”, zei hij. “Er zijn meerdere perspectieven en die moeten gewoon bij elkaar komen.”
Omtzigt
De Tweede Kamer is intussen behoorlijk ongeduldig aan het raken. Pieter Omtzigt diende een motie over de voertaal van opleidingen in. Het onderwijs moet volgens de wet Nederlandstalig zijn, staat daarin, afgezien van enkele uitzonderingen. Omtzigt wil dat de Onderwijsinspectie die wet gaat handhaven en beter uitlegt wanneer opleidingen een uitzondering mogen maken en wanneer niet.
Toen die motie was aangenomen, eiste hij binnen een week een reactie van de minister. Die kwam niet. Daarop stelde hij een reeks schriftelijke vragen, die minister Dijkgraaf deels wegwimpelde onder verwijzing naar zijn aangekondigde brief.
Verder legde Dijkgraaf uit waarom universiteiten en hogescholen volgens hem de wet niet overtreden als ze in het Engels lesgeven. Hij erkende dat “uitzonderingen op de hoofdregel” de laatste jaren “steeds meer de norm” lijken. Maar de wet biedt de onderwijsinstellingen nu eenmaal “ruimte voor eigen invulling”, oftewel voor Engelstalig onderwijs.
Toekomstverkenning
Minister Dijkgraaf laat enkele onderzoeksbureaus een omvangrijke toekomstverkenning maken. De uitkomsten daarvan komen voor de zomer, waarna de minister in het najaar zelf zal reageren.
Het deel over de internationale studenten zou naar voren worden gehaald, alleen al omdat de Tweede Kamer er zo op aandrong.
Discussie