Selectie met een ‘distributed BAC’
Sinds enkele jaren werkt een deel van de faculteit M&CS bij benoemingstrajecten van wetenschappelijk personeel met een variant op de ‘BAC’; het traditionele gesprek waarbij de kandidaat voor de voltallige benoemingsadviescommissie verschijnt. Hoogleraar Bettina Speckmann bracht de best practice van de distributed – ofwel gespreide – BAC mee uit Canada. “Het is een uitgebreidere procedure, maar voor commissieleden is de tijdsinvestering kleiner. De kandidaat voert meerdere gesprekken in kleine gezelschappen, waardoor alle facetten voldoende aan bod komen.”
Wie op gesprek is geweest voor een functie als universitair (hoofd)docent of hoogleraar, heeft er ervaring mee: de benoemingsadviescommissie, kortweg BAC. Standaard voeren kandidaten een selectiegesprek van anderhalf uur met de voltallige vijf- tot achtkoppige BAC.
De leden hebben elk hun focus: onderzoek, onderwijs, impact. Een commissielid uit een andere faculteit voegt een onafhankelijke blik van buiten toe en een chair leidt het gesprek. Als alle kandidaten aan de beurt zijn geweest, gaat de BAC in conclaaf: wie was de beste?
Bij een distributed of gespreide BAC worden de focusgebieden los van elkaar getoetst, legt hoogleraar Applied Geometric Algorithms Bettina Speckmann uit. “Elke kandidaat geeft een onderzoekspresentatie en een mini-college. Daarnaast zijn er drie korte interviews, steeds met enkele BAC-leden, over respectievelijk onderzoek, onderwijs en impact. Ook is er een gesprek met promovendi en idealiter geeft een HR-medewerker de sollicitant een tour over de campus – waarbij diegene ook een indruk opdoet van de kandidaat.” Elk onderdeel duurt maximaal een half uur. Na afloop rapporteert iedereen bij de chair en wordt er vergaderd tot er consensus is.
Onder de pannen
Voor de kandidaat betekent zo’n distributed BAC dat die minimaal een halve dag onder de pannen is. Commissieleden kost het juist minder tijd, aldus Speckmann. “Die wonen per kandidaat behalve het praatje of proefcollege meestal slechts een van de interviews bij, en de slotmeeting.”
Maar ook voor kandidaten is de distributed variant prettiger dan de klassieke BAC, denkt ze. “Omdat de interviews steeds in klein gezelschap plaatsvinden, zijn ze minder intensief dan een bijeenkomst met de hele commissie. Het gesprek is gelijkwaardiger, meer een conversatie.” Daarnaast doen kandidaten een uitgebreide indruk op van de functie en van hun potentiële nieuwe collega’s.
Het grootste voordeel van de distributed BAC vindt Speckmann dat alle expertisegebieden – onderzoek, onderwijs en impact – in de interviews voldoende aan bod komen. “Bij een klassieke BAC ligt die balans in handen van de chair, die moet voorkomen dat bijvoorbeeld één commissielid het gesprek domineert. Soms blijkt dan na afloop dat er volop over onderzoek is gesproken, maar dat niemand weet welke ervaring de kandidaat heeft met onderwijs.”
Netjes
Het verband dat Cursor vermoedt tussen de distributed BAC en de invoering van Erkennen & Waarderen – waarbij de balans tussen onderzoek, onderwijs en impact immers voorop staat – blijkt niet te bestaan. Internationaal is de methode niet nieuw, maar een bekende praktijk. Speckmann maakte er rond de millenniumwisseling kennis mee, toen zij promoveerde aan de University of British Columbia in Canada. Toen ze aan de TU/e kwam werken, introduceerde ze de methode in haar cluster. Intussen hebben enkele andere groepen binnen de faculteit Mathematics & Computer Science deze ook overgenomen.
“Als promovendus nam ik graag deel aan deze procedures. Superinteressant – en een goede manier om ervaring op te doen voor wanneer ik zelf kandidaat zou zijn. De andere commissieleden namen onze input serieus. Oók omdat sommige kandidaten zich helaas minder netjes opstellen tegenover een promovendus dan tegenover een hoogleraar. Dat is nuttige informatie, ook in het kader van social safety op de werkvloer.”
Fair en transparant
Promovendi worden vooraf getraind om gesprekken met de kandidaten te voeren. Ook is er voor de expertisegebieden onderzoek, onderwijs en impact een canon van vragen beschikbaar, zodat de commissieleden de benodigde informatie ophalen in de deelinterviews. “Maar vaak komen ieders indrukken verrassend sterk overeen. In de slotvergadering komen we altijd binnen een uur tot consensus, en de tevredenheid over de gekozen kandidaten is groot.”
Voor Speckmann past de methode in de professionalisering van werkprocessen. “Een volledig objectieve selectieprocedure bestaat niet, maar wat we kunnen doen is randvoorwaarden scheppen die fair en transparant zijn. We gaan de methode nu ook gebruiken bij een groot traject voor het invullen van 25 nieuwe vacatures binnen M&CS.”
Discussie