Mensenrechten in Iran aan de orde gesteld tijdens Women’s Day
De Iraanse artiest Sharare wil vandaag met een optreden bij het Women’s Day symposium van de TU/e de kracht van Iraanse vrouwen laten zien en aanwezigen bewust maken van de mensenrechten die in haar thuisland worden geschonden. Door middel van een benauwend spel hoopt ze door te dringen tot de harten van (oud)studenten en medewerkers, zodat ze “nooit meer terug kunnen naar een uur geleden.” De universiteit nodigde Sharare uit voor het evenement, nadat ze betrokken was bij verschillende protesten op de campus na de dood van de Iraanse vrouw Mahsa Amini.
Voor mensen die zijn opgegroeid in een vrij land, is het bijna niet voor te stellen hoe het leven moet zijn voor iemand uit een land met een onderdrukkend regime. Toch wil Sharare mensen een indruk laten krijgen van wat Iraanse vrouwen dagelijks moeten doorstaan. Dat doet ze vandaag bij het International Women’s Day event van de TU/e. Ze speelt daar een spel met het publiek. “Het is een serieus spel. Een spel dat ik geleefd heb en waar mensen voor gestorven zijn”, zegt de artiest. Ze voelt zich nauw betrokken bij de Iraanse gemeenschap van de TU/e, omdat haar man bij de universiteit werkt. Ze was ook betrokken bij verschillende protesten op de campus na de dood van de Iraanse Mahsa Amini, die een roep waren om vrijheid voor Iraanse vrouwen en bewustwording over de mensenrechten die in het land geschonden worden.
Mensenrechten
Sharare hoopt dat het spel van vandaag hetzelfde effect op mensen zal hebben als haar optredens bij de protesten en ze in staat zal zijn onder de huid van de aanwezigen te kruipen. “Ik wil het hart van mensen raken. Door met ze te spelen, in plaats van ze alleen iets te vertellen, kan ik ze daadwerkelijk iets laten voelen. Op die manier kunnen ze niet meer terug naar een uur geleden. En de volgende keer dat ze iets horen of zien dat gaat over mensenrechten, zullen ze het leed herkennen en zich realiseren dat het mensen zijn die lijden, mensen net als zijzelf.”
Tijdens het optreden moeten de aanwezigen constant beslissingen maken over de vraag of ze wel of niet willen doen wat Sharare ze opdraagt. Als ze er binnen de realiteit van het spel voor kiezen om te gehoorzamen, zullen ze de gevolgen daarvan alleen de komende vijftien minuten hoeven te dragen. Kiezen ze ervoor om dat niet te doen, dan zal Sharare dat voor ‘de rest van haar leven’ moeten doen. “Ik wil hiermee een gevoel van urgentie creëren. In Iran worden mensen gedwongen om dingen te doen, maar hier kan en wil ik dat niet doen.” Met deze regel in gedachte moeten mensen beslissen of ze een hoofddoek willen dragen of niet, of ze hun fietssleutel willen weggeven - “om de een of andere reden mogen vrouwen in Iran niet fietsen"- , hun partner om toestemming willen vragen, enzovoort. De verzoeken worden steeds serieuzer van aard. “En dan is het ineens voorbij en laat ik een video zien van vrouwen die in Iran de straten op gaan.”
Natuurlijk zijn Iraanse vrouwen doodsbang. Maar de wil om iets te veranderen en om vrij te zijn is groter.
Het hoofddoel van haar optreden is dan ook niet om de aanwezigen medelijden te laten krijgen met Iraanse vrouwen, benadrukt Sharare. “Ik wil juist de kracht van de vrouwen laten zien. Mensen moeten inzien dat wat we in Iran moeten doorstaan niet normaal is. Het is niet normaal voor mij, zelfs niet voor mijn moeder. Ze is er nog steeds niet aan gewend, aan het gebrek aan respect. Iraniërs zijn de straat op gegaan om op te staan tegen het regime, omdat ze het niet langer pikken. We willen graag dat de TU/e-gemeenschap de situatie in zijn volledigheid begrijpt. Zodat de volgende keer dat mensen een Iraanse collega of student zien, ze niet zeggen: ‘Wat ben je zielig’, maar: ‘Wat ben je dapper’.”
Want dat is wat de vrouwen die in Iran vechten voor hun rechten zijn, zegt Sharare. “Natuurlijk zijn ze ook doodsbang. Maar de wil om iets te veranderen en om vrij te zijn is groter. Kort geleden nog werden een moeder en dochter uit de gevangenis vrijgelaten. Zodra ze buiten de gevangenis stonden namen ze een video op, waarin ze ‘Women, life, freedom’ zeiden. We zijn niet bang, we zijn woedend.”
Veiligheid
Het is om die reden dat Sharare ook hier actie wil voeren, zelfs als dat haar eigen veiligheid of die van haar familie op het spel zet. “Ik schaam me voor mezelf, over het feit dat ik hier veilig en in een vrij land leef, wanneer ik jongens en meisjes dood zie gaan in de straten van Iran. Of wanneer ik tienermeisjes zie schreeuwen tegen de Iraanse politie. Ik móet gewoon iets doen. En ja: ze kunnen rechtstreeks naar mijn familieleden gaan om ze te arresteren of pijn te doen. Maar als ik niks doe dan zijn ze ook niet veilig, want ze kunnen ook zonder enige reden op straat gearresteerd worden of pijn worden gedaan. En dan verandert er niets. Je kunt het vergelijken met een operatie: er zal veel bloed vloeien en het zal pijn doen, maar we móeten iets doen.”
Sharare hoopt dat mensen op een dag vrij zullen zijn in Iran. “We zijn geboren en opgegroeid in angst. Je ouders zeggen tegen je: ‘Doe dit niet, doe dat niet. Wees voorzichtig met die persoon.’ Je leidt een dubbelleven. Je moet er altijd voor zorgen dat er geen lek ontstaat tussen die twee werelden.” Het feit dat meer en meer mensen de straat op gaan in Iran maakt haar voorzichtig hoopvol. “Twaalf jaar geleden wilden mensen een andere regering – nu hebben ze het over het regime omverwerpen. Er wordt nu gestreden om het hele systeem te veranderen. We weten niet wanneer, maar ooit zal het lukken.”
Noodfonds voor studenten
Na het eerste protest van de Iraanse gemeenschap op de campus in oktober, zijn een paar studenten op bezoek gegaan bij collegevoorzitter Robert-Jan Smits. Dat gesprek leidde tot een uitbreiding van een bestaand noodfonds, vertelt Edith Snelders, teamleider bij het Universiteitsfonds. “Hij kwam naar me toe en zei: we moeten deze studenten toch kunnen helpen. Samen hebben we ervoor gezorgd dat er genoeg financiële ruimte was om hulp te kunnen bieden aan studenten die in financiële nood verkeren. Het Universiteitsfonds (UFe) wordt gefinancierd door middel van donaties, dat was niet genoeg om deze studenten te kunnen helpen. Met de uitbreiding van het noodfonds zal de universiteit fungeren als back-up. Als er bij het Universiteitsfonds niet genoeg geld beschikbaar is, zal de TU/e bijspringen.”
Snel handelen in noodsituaties is cruciaal, daarom is ook de procedure om financiële hulp aan te vragen verbeterd, zegt Snelders. “Studenten kunnen naar de studentendecaan gaan als ze financiële hulp nodig hebben van het noodfonds. Als ze voldoen aan de criteria, verstrekt het Universiteitsfonds het geld.”
Sharare is blij dat de inspanningen van de Iraanse TU/e-gemeenschap geleid hebben tot een uitbreiding van het fonds. “Voor zover ik weet, kunnen Iraanse studenten soms problemen hebben om bij hun geld te komen omdat er in Iran geen toegang is tot het internet of omdat ze niet met familieleden in contact kunnen komen. Ook mijn man kon drie of vier weken niet in contact komen met zijn moeder, dat was vreselijk moeilijk voor hem. Het noodfonds kan in dit soort situaties uitkomst bieden.”
Discussie