Hoe geloofwaardig zijn demonstrerende wetenschappers?
Mag een wetenschapper, politicus, journalist of beleidsmaker meedoen aan een demonstratie? Als je puur naar de wet kijkt wel – iedereen heeft demonstratierecht – maar het kan iets doen met je geloofwaardigheid. Want als jij net gedemonstreerd hebt voor het klimaat, word je dan nog serieus genomen als je een onderzoek publiceert over het klimaat? 15 juni is hier een debat over georganiseerd voor de Green Week. Daar zal ook TU/e-hoogleraar en klimaatonderzoeker Heleen de Coninck aanschuiven.
GO Green Office heeft het onderwerp klimaatactivisme ook duidelijk op de agenda dit jaar. Met de vele protesten – op de TU/e-campus, maar ook nationaal - in het achterhoofd was het een logisch vervolg om hier eens over in debat te gaan. Tijdens de Green Week - die maandag 12 juni geopend werd door rector Silvia Lenaerts - is er op 15 juni aandacht voor een debat met studenten van University Rebellion en wetenschappers Heleen de Coninck en Pieter Pauw.
Eventmanager Pim van Wershoven over het debat: “Het event is een discussie over het hoe en wat van klimaatactivisme. De eerste helft, van 14.00 tot 15.45 uur, is een discussie met een panel in collegezaal 6 in het Auditorium. Hierna is er van 16.00 tot 17.00 uur tijd voor vragen en een vrije discussie met het publiek. We willen de goede en slechte kanten van dit activisme bespreken.”
Geloofwaardigheid
Kan een wetenschapper geloofwaardig blijven voor medewetenschappers en het publiek als hij of zij demonstreert voor het klimaat? De Coninck denkt van wel: “Je demonstreert omdat je inzicht verworven hebt uit wetenschappelijke resultaten. Toch moet je ook uitkijken met het gebruik van je titel. Als je jezelf als hoogleraar presenteert krijgt dat automatisch een bepaalde autoriteit, maar mensen weten niet noodzakelijkerwijs wat je vakgebied is. Ik kan ook alleen iets zeggen over mijn eigen vakgebied als hoogleraar. Demonstreren is één manier van deelnemen aan een maatschappelijk veranderproces. Ik heb het voorrecht om dat te kunnen doen via mijn eigen onderzoek, en bijvoorbeeld door mee te schrijven aan IPCC-rapporten en mijn lidmaatschap van de klimaatraad.” De Coninck is dus niet zozeer bang voor de geloofwaardigheid van een demonstrerende wetenschapper maar denkt wel dat de geloofwaardigheid in andere rollen kan worden aangetast. “Als je als wetenschapper betrokken bent bij klimaatonderhandelingen, moet je voor alle partijen een geloofwaardige gesprekspartner blijven. Dan kan het in de weg staan.”
De TU/e-hoogleraar ziet wel dat dit bij verschillende beroepen ook weer anders uit kan pakken. “Journalisten moeten objectief zijn maar hier wel over kunnen schrijven. Politici moeten juist wel een mening hebben, maar of het handig is dat een burgemeester zou demonstreren is ook de vraag. Die moet in zekere zin ook boven de partijen staan. En het is natuurlijk vreemd om te demonstreren tegen het beleid dat je zelf mede maakt. Het gaat er vooral om dat je je erg bewust bent vanuit welke rol en verantwoordelijkheid je spreekt. Ik heb aan het IPCC-rapport meegeschreven en geef vaak presentaties als IPCC-auteur. Als ik hen vertegenwoordig gaat het puur om wetenschap en geef ik geen beleidsadvies want het IPCC is geen beleidsorgaan. En soms help ik wel mee aan beleidsadviezen en dat doe ik dan vanuit mijn functie als hoogleraar Social technical innovation and climate change. Soms geef ik ook praatjes als Heleen de Coninck. Ik ben me erg bewust van mijn rollen, maar iedereen is ook gewoon mens met een eigen referentiekader. We moeten niet doen alsof wetenschap compleet objectief is, iedere wetenschapper is gevormd door een achtergrond die hen gekleurd heeft. Het is belangrijk om transparant te zijn van waaruit ik spreek zodat de mensen het in context kunnen zetten.
Zelf deelnemen
De Coninck heeft nog niet deelgenomen aan klimaatdemonstraties en is momenteel ook niet van plan dat te doen. Zou dat ooit kunnen veranderen? “Goede vraag. Er is genoeg reden om te demonstreren, laat dat duidelijk zijn. Voor nu slaat de balans tussen de bijdrage die ik kan leveren als niet-demonstrant versus demonstrant nog door naar die van niet-demonstrant. Ik kan me goed voorstellen dat wetenschappers een andere keuze maken. Als voor mij op een gegeven moment die balans de andere kant op zou gaan, zal voor mij zo’n keuze wellicht ook veranderen.”
Onderhandelen
Kijkend naar het debat van 15 juni hoopt De Coninck dat “dit een respectvol gesprek zal worden waar ruimte is om te spreken over wat nou echt werkt. Want klimaatverandering heeft zowel een klimaatkant als een sociale kant, maar kunnen we alle problemen tegelijk oplossen?” Onderhandelen is sowieso pittig, maar ook fascinerend vindt De Coninck, denkende aan de UNFCC meetings waar 195 landen het eens moeten worden. “Die spreken een soort ‘VN-taal’, een gemeenschappelijk ontwikkelde taal om elkaar te kunnen begrijpen. En dat is bijzonder: er zitten allerlei godsdiensten en achtergronden. Van straatarme landen die in oorlog zijn tot de allerrijksten van de wereld en toch praat iedereen met elkaar op hetzelfde niveau. Ze moeten het eens worden, iedereen moet mee consensus te vinden. Als dat dan zelfs intercultureel lukt is dat heel mooi om te zien.”
Kritiek op het IPCC-rapport
Je ziet hier en daar berichten over kritiek op het IPCC-rapport: het zou fouten bevatten en de klimaatverandering overdrijven. Hoe kijkt De Coninck – medeauteur van het rapport – hier tegenaan? “Ik ben twintig jaar geleden sociaal wetenschapper geworden doordat ik met een klimaatscepticus sprak. Ik was toen nog actief natuurwetenschapper en er stond een stuk in de krant vol met onwaarheden over klimaatwetenschap. Ik heb die persoon een mail gestuurd, zijn kritiek middels wetenschap weerlegd en hem willen informeren hoe het echt zat, maar hij was niet geïnteresseerd. Toen viel er bij mij een kwartje: er zijn gewoon mensen die niet op basis van wetenschap beslissingen willen nemen.”
“Ik wilde het verschil maken en dat ging niet gebeuren in het chemielab. Ik besloot niet te gaan promoveren en veranderde mijn loopbaan richting klimaatwetenschap, maar stopte ook met het serieus nemen van klimaatsceptici. Ze hebben genoeg kansen gehad hun argumenten in te brengen, maar het is keer op keer ongefundeerd. Wetenschappelijke onzin. Ongetwijfeld staan er fouten in het IPCC-rapport, maar het is ook zeer ruim gereviewd resulterend in tienduizenden (!) commentaren vanuit de hele samenleving én alle landen. En ja, een aantal auteurs hebben invloed op de inhoud, wetenschappelijke literatuur loopt altijd wat achter. Maar vergeet niet dat alle landen akkoord zijn dat dit de stand van de wetenschap is, van Saoedi-Arabië tot Duitsland. Ik krijg de mails van onder andere Clintel ook, bijna dagelijks komen er berichten van klimaatsceptici binnen. Ze houden me scherp, maar overtuigend wetenschappelijk bewijs heb ik van hen nog nooit gekregen.”
Mee-debatteren? Je bent welkom donderdag 15 juni om 14:00 in Auditorium 6. Het event duurt tot 17:00 en is vrij toegankelijk. Meer informatie over dit event en de overige events van de Green Week vind je op hun website. De opening van de Green Week is op maandag 12 juni om 12:30 uur in de Blauwe Zaal.
Discussie