“Een studententeam is zeker een goede omgeving om veel te leren”, zegt Van Meer, “maar het is zeer ongestructureerd. Er is geen houvast en juist bij de grote teams komt alles vaak op een paar mensen neer. Dat leidt tot burn-outs bij de managers en dat is nou net niet wat je ze wilt leren.” Hij zegt dat de 20/80-regel die bij grote organisaties geldt – twintig procent van de mensen verricht tachtig procent van het werk – bij studententeams vaker een 10/90-regel is. “Die percentages wil ik veranderen met een helder platform.”

Dat idee komt niet uit de lucht vallen. Van Meer (23) heeft jarenlang grote studententeams  begeleid, onder meer Solar Team Eindhoven, InMotion en TechUnited, en is met drie andere studenten teamondersteuner bij de TU/e innovationSpace geweest. “Bij innoSpace merk ik dat er veel focus is op Challenge Based Learning, maar weinig aandacht voor het leren van werkwijzen. Inderdaad kunnen studenten hun informatie om problemen op te lossen wel zoeken op internet, maar internet is wel heel erg groot. Dus een zoekcursus is wat mij betreft een noodzaak. Daarom gaan wij een systeem maken waarin studenten gratis kennis kunnen opdoen: de CORE-campus. En die kennis kun je dan halen wanneer je zelf wilt. Geen hoorcolleges van anderhalf uur, maar korte uitleg in filmpjes van twee of drie minuten met adequate zoektermen.”

Stageopdracht

Tom Schenning en Max Greefhorst (op de hoofdfoto links en rechts) zijn twee stagiairs van de opleiding Ondernemersschap en retailmanagement bij Avans in Breda. Hun stageopdracht is het bouwen van het platform waarop CORE-campus kan draaien. “Voor nieuwe leden bij CORE was het lastig om meteen aan de slag te gaan”, hoorde Schenning. “Als er straks een platform is met veel keuze aan cursussen, kunnen zij wel direct beginnen.” Persoonlijk zou hij graag een lesje ‘lead binnenhalen’ zien, een instructie hoe je van abstracte contactgegevens werkelijke klanten maakt. Greefhorst zou wel een video over een efficiënte socialemediacampagne kunnen gebruiken.

Hoe komt het platform aan content? “CORE heeft, in tegenstelling tot andere studententeams, heel veel coaches in het netwerk. De leerinhoud kan daardoor worden aangeleverd door experts die al bij CORE betrokken zijn. Dat kan gaan over verschillende vakgebieden als AI, marketing, sales, et cetera”, zegt Van Meer. “We verzamelen de vragen van studenten en zoeken er coaches bij om modules in te vullen op een toegankelijke manier. Het onderwijs moet mee met de studenten in plaats van dat studenten met het onderwijs mee moeten. Dus maken we korte video’s en quizjes voor ze.”

Eigen gang

De lastigste modules om in te vullen liggen het verst van technische kennis. CORE weet prima hoe je e-waste kunt recyclen, maar voor bijvoorbeeld juridische aspecten moet ze buiten de deur zoeken. “Het is lastig om in deze regio partijen te vinden die daarin open kennis delen. Het gaat niet om de definitie van een patent, maar wanneer je een patent moet inzetten. Een soort The Gate online.” Van Meer heeft bewust geen samenwerking gezocht met The Gate, die sinds kort een Academy heeft. Van Meer: “We willen onze CORE-campus buiten de TU/e houden vanwege het tempo waarmee we dingen willen ontwikkelen. Het lekkere van een studententeam is dat je binnen een jaar een auto kunt bouwen, omdat niemand zich ermee bemoeit. Er hoeven bij ons ook niet allerlei mensen naar te kijken.”

CORE screent haar coaches graag zelf, en daar is het team momenteel ook druk mee bezig. “We hebben veel mensen nodig en het aanbod is ook groot genoeg, maar niet iedereen is geschikt. Je moet als coach wel feeling met studenten hebben. Ik krijg vaak aanbod van gepensioneerden die willen voorkomen dat hun kennis verloren gaat. Hans Fischer bijvoorbeeld, TU/e-alumnus en voormalig CEO van Tata Steel, is een van de coaches van CORE.”

Testfase

Het eerste halfjaar blijft de CORE-campus nog besloten. Dat betekent dat de huidige 45 leden erop kunnen, naar verwachting vanaf september. “Zie het als een testfase waarin we even de kinderziektes eruit halen. Er gaat gegarandeerd iets mis”, voorspelt Van Meer. “Maar klachten van 45 mensen zijn beter te verwerken dan van vierhonderd gebruikers tegelijk. Ik ben namelijk al in overleg met Summa en Avans of we het eventueel vanaf januari 2024 open kunnen stellen voor hun leerlingen.”