Stefano Keizers: “Ik ben het paard van Troje”
Hij heet Gover Meit, noemt zichzelf Donny Ronny, maar we kennen hem als Stefano Keizers. Ook in zijn werk is hij een kameleon en in september treedt hij aan als artist in residence (AiR) op de TU/e. Tijd voor een interview met Cursor. Want wie is Keizers nu echt? En wat kunnen de studenten verwachten die dit najaar met hem op expeditie gaan?
In een andere context heeft Stefano Keizers – in zijn paspoort staat Gover Meit – zichzelf wel eens “het paard van Troje” genoemd, en die rol ziet hij ook voor zichzelf weggelegd als artist in residence. “De TU/e haalt met mij eigenlijk de duivel in huis.”
“Ik verdien mijn brood met onzin, terwijl wetenschappers juist ontzettend hun best doen om onzin tegen te gaan”, verklaart hij. “Dat getuigt van lef binnen de universiteit, en lef is iets wat ik altijd zeer kan waarderen. Bovendien kun je beter proberen te leren van de duivel, dan deze met fakkels en hooivorken te verjagen.”
Hofnar
De kost verdienen met onzin doet Keizers, opgeleid aan de Gerrit Rietveld Academie, op allerlei manieren: als performancekunstenaar, comedian, theatermaker, tv-maker, schrijver, acteur en deelnemer aan tv-programma’s als De verraders en Last One Laughing.
“Ik ga steeds weer op zoek naar dingen die ik nog nooit heb gedaan. Paradoxaal genoeg blijkt daardoor juist dat – terwijl het medium steeds verandert – er een heel duidelijke rode draad zichtbaar is in alles wat ik doe.”
Wat is die rode draad dan? “Ik speel altijd met conventies en verwachtingspatronen. Ik reflecteer, ik houd mezelf en anderen een spiegel voor. Ik vertolk de rol van de hofnar: ik ben brutaal en ondeugend en ik maak grappen, maar het zijn grappen waar men ook lering uit kan trekken.”
Ik heb de reputatie dat ik mensen nerveus maak, maar deze expeditie is niet bedoeld om het de deelnemers moeilijk te maken
En zoals de nar in vroeger tijden als enige uit de hofhouding de koning mocht – nee moest – bespotten, verwacht het theaterpubliek ook door hem “beschimpft” te worden, zegt Keizers. De studenten die deelnemen aan zijn expeditie hoeven daar echter niet voor te vrezen.
“Ik heb de studenten van de TU/e hoog zitten en ik waardeer dat ze tien weken lang structureel tijd maken voor iets wat, in tegenstelling tot hun studie, niet heel concreet bijdraagt aan hun toekomst. Ik heb de reputatie dat ik mensen nerveus maak, maar deze expeditie is niet bedoeld om het de deelnemers moeilijk te maken. Integendeel: ik ben een warm bad voor hen aan het vullen.”
Verstoppertje
Waarmee is Keizers zijn warme bad zoal aan het vullen? Hij legt sowieso nog niet alles vast, zegt hij: “Ik wil ook de wensen van de studenten ruimte geven.” In de video-oproep die hij opnam voor Studium Generale belooft hij aanmelders onder meer te helpen de vaardigheid van het ‘niet weten wat te doen’ te ontwikkelen.
“De maatschappij verwacht vaak al een duidelijk antwoord op de vraag wat je wilt van het leven, voordat je de ruimte hebt gekregen daar grondig over na te denken. Ik denk dat intelligentie juist ook ligt in het toegeven iets niet te weten.” Zeker in tijden van razendsnelle technologische ontwikkelingen: “Het is waarschijnlijk dat een deel van de huidige studenten iets gaat doen waar we ons nu nog niks bij kunnen voorstellen.”
Ook het overwinnen van angsten is een expeditiedoel, net als het exploreren van nieuwe werelden. “Werelden die soms verrassend dicht bij de universiteit liggen, maar toch heel anders zijn.” En ook op de campus zelf is nog genoeg te ontdekken, wat Keizers betreft.
“Je hebt vast wel eens met spanning door het Auditorium gelopen, voor een tentamen bijvoorbeeld. Maar waarschijnlijk níét met de spanning die hoort bij het elk moment door iemand gepakt te kunnen worden. Daarom gaan we bij de kick-off van de expeditie – die voor iedereen toegankelijk is, dus niet alleen voor degenen die meegaan op expeditie – massa-verstoppertje spelen in het gebouw.”
Extinction Rebellion
Tijdens een van de latere bijeenkomsten wil Keizers met de expeditieleden in gesprek gaan over duurzaamheid. “Die avond ben ik aan het voorbereiden met mijn twee broertjes, die beiden werken voor bedrijven met een duurzame doelstelling.”
“Echter: het ene bedrijf staat te springen om innovaties op energiegebied in de markt te zetten, maar vindt geen investeerders. Alle potjes zijn leeg. Tegelijkertijd komt het andere bedrijf om in de subsidiemogelijkheden, maar kan het die niet aanboren, bij gebrek aan het product – circulair kantoormeubilair – dat het wil verkopen.”
Het zijn dit soort tegenstrijdige hindernissen die het debat over duurzaamheid bijna tot een filosofische discussie maken, zegt Keizers. Zelf besloot hij – in de persoon van Donny Ronny – lid te worden van de klimaatactiegroep Extinction Rebellion, die met de afsplitsingen University Rebellion en Scientists Rebellion ook actief is binnen de academische wereld, zoals op de TU/e.
“Ik wil niet iemand zijn die op het podium staat te klagen over klimaatbeleid, maar zelf aan de zijlijn blijft staan. Tegelijkertijd blijf ik een onafhankelijk denker en een uiterst genuanceerd mens. Ik houd de discussie open met mensen die tegenargumenten hebben bij de standpunten en handelswijze van Extinction Rebellion. Ik vind het juist fijn om aan het twijfelen gebracht te worden en ik ben ook benieuwd hoe de studenten hierin staan.”
Spectaculair
Keizers verheugt zich sowieso op de gesprekken met de studenten. “Ik denk dat zij een heel interessante kijk hebben, misschien zonder het zelf door te hebben. En dat, als ik erin slaag ze per ongeluk over bepaalde kwesties te laten nadenken, zij met heel spectaculaire inzichten zullen komen.”
Dat de TU/e-community zo internationaal is – en het expeditieteam daardoor naar verwachting ook – vindt hij een groot pluspunt. “In mijn tijd op de Rietveld Academie heb ik minstens evenveel geleerd van mijn internationale studiegenoten als van de studie zelf.”
Ik zie mijzelf ook als intellectueel, maar ik heb mijn wijsheid opgedaan op straat
Hoe vindt hij het om zich als kunstenaar tussen de academici te bewegen? “In mijn familie, die vooral uit wetenschappers bestaat, wordt het academische hoger aangeslagen dan het artistieke. Ik kreeg zowaar een schouderklopje van mijn vader toen hij hoorde dat ik artist in residence word op de TU/e. Ik vind het dan ook een ongelooflijke eer gevraagd te zijn.”
Minderwaardig voelt Keizers zich echter niet. “Ik zie mijzelf ook als intellectueel, maar ik heb mijn wijsheid opgedaan op straat. Wat wetenschappers en kunstenaars verbindt, is hun nieuwsgierigheid naar het onontdekte. En dat ze in het diepe durven te springen: dat zij ergens moeite in steken – een experiment of kunstproject – zonder vooraf te weten of het iets op gaat leveren.”
Belerende mannen
Over intellectueel gesproken ten slotte: hoe vindt Keizers het om in het rijtje Spinvis en Arnon Grunberg te komen staan? Zij waren respectievelijk in 2019 en 2021 artists in residence op de TU/e. Ziet hij overeenkomsten of vooral verschillen met de andere twee?
“Ik denk dat wij samen wel de drie meest belerende mannen van Nederland zijn. Ik beschouw mezelf als minstens zo zelfingenomen en nerdy als mijn beide voorgangers, maar hopelijk ziet men mij wel als iets minder serieus en stoffig.”
“Ook ben ik wat jonger, en sta ik daardoor iets dichter bij de studenten. Bovendien weet ik hoe een smartphone werkt. Niettemin zal het rijtje Spinvis-Grunberg-Keizers veel goeds doen voor mijn reputatie en street credibility, dus ik hoop dat het snel op mijn Wikipedia-pagina terechtkomt.”
Discussie