Kamer vreest aanzuigende werking basisbeurs

Het is fijn dat er weer een basisbeurs komt, vindt de hele Tweede Kamer. Maar sommige partijen maken zich zorgen: gaat de Nederlandse studiefinanciering straks nóg meer buitenlandse studenten hierheen lokken?

door
foto Lightspring / Shutterstock

Afgelopen dinsdag steunde de hele Tweede Kamer de terugkeer van de basisbeurs. Die is er niet alleen voor Nederlandse studenten, maar ook voor sommige buitenlandse studenten. Een meerderheid van de Tweede Kamer blijkt zich zorgen te maken daarover.

Europese studenten kunnen de basisbeurs krijgen als ze hier al vijf jaar wonen, maar bijvoorbeeld ook als ze hier minstens 56 uur in de maand werken. Zo zijn er meer mogelijkheden.

Internationals

VVD-Kamerlid El Yassini vroeg vorige week tijdens het plenaire debat naar de gevolgen. Hij wil niet dat de beurs van “Juan uit Madrid die filosofie in Nederland gaat studeren” ten koste gaat van de regelingen voor de Nederlandse “Sjon die elektricien of zonnepanelen-installateur wil worden”.

Samen met zijn collega Peters (CDA) diende hij hierover drie moties in. Moeten de regels voor buitenlandse studenten en hun studiefinanciering niet aangescherpt worden, willen ze weten. Alle drie de moties zijn dinsdag aangenomen.

Ten koste van de rest

Allereerst willen de Kamerleden weten hoeveel Europese studenten er straks naar Nederland zullen komen, nu de basisbeurs hier wordt ingevoerd. Als het er te veel worden, gaat dat immers ten koste van de rest van de OCW-begroting.

Bovendien is er een gevaar dat studenten in twee landen tegelijk studiefinanciering aanvragen. Dat mag niet, maar niemand controleert het nu. De motie vraagt Onderwijsminister Dijkgraaf met een plan te komen om dubbele studiefinanciering te voorkomen.

Onderwijsminister Dijkgraaf zei vorige week hierover dat andere Europese landen de gegevens van studenten vaak niet kunnen vrijgeven vanwege privacywetgeving, maar dat hij informatie-uitwisseling wel wil “agenderen” in Europa.

Inkomensgrens

En hoe zit het met de aanvullende beurs? Je kunt die beurs krijgen als je ouders minder dan 70 duizend euro per jaar verdienen. Die inkomensgrens is gekozen om ook gezinnen met een middeninkomen te kunnen steunen. Maar klopt die inkomensgrens wel voor andere Europese landen? Misschien is 70 duizend euro in het land van herkomst geen middeninkomen, maar een hoog inkomen. Moet je daar geen rekening mee houden bij het toekennen van de aanvullende beurs?

“Ik vind het een creatief idee”, reageerde Dijkgraaf. “Ik heb het eerlijk gezegd nooit eerder gezien, ook internationaal niet. Meestal heeft men uniforme normen voor de vraag waar de inkomensgrens van ouders ligt.” Hij zag wat moeilijkheden, maar wilde er wel naar kijken.

Alle drie de moties zijn dus aangenomen, met wisselende meerderheden. Een onderzoek naar de komst van Europese studenten kreeg bijvoorbeeld geen steun van PvdA, GroenLinks, Volt en BBB, maar wel van SP en Partij voor de Dieren.

De motie over de inkomensgrens haalde het met een kleine meerderheid van 83 stemmen. Onder meer D66 en de PVV stemden ertegen, terwijl bijvoorbeeld BIJ1 en Partij voor de Dieren ermee instemden.

Deel dit artikel