De Europese Unie kan het zich niet veroorloven om Zwitserland en het Verenigd Koninkrijk van het onderzoeksprogramma uit te sluiten, staat in een position paper van Neth-ER, de voorpost van het Nederlandse onderwijs en onderzoek in Brussel.
Dit position paper is een brochure met standpunten over het Europese onderzoek, die dinsdag werd gelanceerd. Het is de visie die Neth-ER gaat uitdragen namens de aangesloten organisaties.
Zwaargewichten
Zwitserland en het VK zijn twee zwaargewichten in de wereld van het wetenschappelijk onderzoek. Het is belangrijk voor Europa om die landen aan internationaal onderzoek mee te laten doen, meent Neth-ER.
Na de Brexit kan het VK niet zomaar doorgaan met het onderzoeksprogramma; de gesprekken over deelname lopen nog. Zwitserland mocht niet meer meedoen nadat onderhandelingen met de EU over vrijhandel en migratie spaak waren gelopen.
Die situatie moet dus niet te lang duren, vinden de Nederlandse onderzoeksinstellingen. Bovendien zouden andere ‘like-minded’ landen eveneens toegang moeten krijgen tot het programma.
Dat laatste is niet ongebruikelijk. Er zijn momenteel zestien landen van buiten de EU die meedoen aan het onderzoeksprogramma, zoals Noorwegen, Turkije, Israël en Oekraïne. Er lopen gesprekken met Marokko en, iets verder weg, met Nieuw-Zeeland.
Kennis of koeien
Neth-ER is enthousiast over het programma Horizon Europe, waarin onderzoekers financiering kunnen aanvragen. Nederland presteert meestal goed in het programma: voor elke euro zouden we 1,70 euro aan financiering terugkrijgen.
Sommige landen zien minder terug van hun eigen bijdrage en zouden het geld liever aan landbouwsubsidies en andere fondsen besteden. In Europa woedt, zoals het soms wordt genoemd, een strijd om ‘kennis of koeien’.
Misschien is Nederland wel té succesvol, overwoog vicepresident Eveline Crone van de Europese onderzoeksfinancier ERC (ook onderdeel van het Horizon-programma). De verdeling van kennis en geld over de lidstaten zou beter moeten, vond ze.
Daartoe zijn inderdaad maatregelen genomen, waarbij onderzoekers uit bepaalde landen meegenomen werden met de andere groepen; zo konden ze van elkaar leren.
Overbodig
Maar volgens Neth-ER moet het geld uiteindelijk naar de beste onderzoekers blijven gaan, ongeacht het land waar ze vandaan komen. De minder sterke wetenschapslanden kunnen maar beter aan de slag gaan met hervormingen en investeringen, is het standpunt. Het ‘widening instrument’ zou uiteindelijk overbodig moeten worden.
Tot Neth-ER behoren niet alleen de Nederlandse universiteiten, hogescholen en onderzoeksinstituten, maar bijvoorbeeld ook studentenorganisaties ISO en LSVb, wetenschapsgenootschap KNAW, onderzoeksfinancier NWO en de MBO Raad.
Discussie