Volgens wetenschappers in Amsterdam en Utrecht zijn bedrijven als Shell onmisbaar bij het onderzoek naar groene energie. Universiteiten zouden daarom niet meteen de uitgestoken hand van deze bedrijven moeten afslaan als ze het klimaat willen verbeteren, zoals klimaatactivisten van hen verlangen.
Ondoordacht
Dertig hoogleraren en onderzoekers van de Universiteit van Amsterdam (UvA) schreven een kritische open brief over het besluit van hun universiteit om nieuwe samenwerkingsprojecten met de fossiele industrie voorlopig af te houden. “Samenwerking met een breed spectrum van private partijen is juist hard nodig om de energietransitie te realiseren en de klimaatdoelen te halen”, zegt een medeondertekenaar tegen nieuwsplatform Folia.
Het moratorium van de UvA zou ondoordacht zijn. Want fossiele bedrijven zoals Shell hebben “veel kennis en faciliteiten die essentieel zijn om de resultaten van ons onderzoek op grote schaal toe te passen in de praktijk”, menen de critici. Door het op voorhand afwijzen van mogelijke samenwerkingen zou de universiteit bovendien hun academische vrijheid ook inperken.
Balanceeract
Rector magnificus Henk Kummeling van de Universiteit Utrecht (UU) ziet het direct stoppen met samenwerking ook niet als een optie. In een interview met nieuwsplatform DUB sprak hij over de dertien Utrechtse onderzoeksprojecten die deels worden gefinancierd door de fossiele industrie. Dat zou groen onderzoek juist stimuleren, meent hij. “We helpen Shell namelijk echt niet meer met het oppompen van olie.” Utrechtse wetenschappers vertellen hem dat het bedrijf “een bepaalde infrastructuur heeft” die ze goed kunnen gebruiken.
Wel wil de bestuurder dat de samenwerking “transparanter” wordt en dat het budget van het olieconcern voor de energietransitie omhooggaat. “Het is allemaal deel van een ingewikkelde balanceeract”, zegt Kummeling. “We moeten bedrijven als Shell zowel helpen als overtuigen”.
Toen op 13 december vorig jaar klimaatactivisten van University Rebellion en End Fossil Occupy aan de TU/e hun bezettingsactie na een week beëindigden maakte collegevoorzitter Robert-Jan Smits bij die gelegdenheid het standpunt van het CvB over samenwerking met de fossiele industrie bekend: "Dat we als onderdeel hiervan (het bestrijden van klimaatverandering en het bevorderen van duurzaamheid, red.) met de fossiele industrie uitsluitend nog willen samenwerken op renewables en duurzaamheid, hebben we bevestigd. Het bieden van meer transparantie hoort daarbij."
Discussie