Sluitstuk | Een fijnere werkplek voor een betere mentale gezondheid
Wat voor effect hebben planten, geluidsoverlast en het uitzicht naar buiten op je stressniveau, concentratie of stemming? Promovenda Lisanne Bergefurt onderzocht hoe verschillende aspecten van de fysieke werkplek de mentale gezondheid van de werknemers kunnen beïnvloeden. Vandaag zal ze haar proefschrift bij de faculteit Built Environment verdedigen.
Toen Bergefurt in januari 2020 aan haar promotieonderzoek begon, was haar doelstelling om de relatie tussen de kantoorwerkplek en de mentale gezondheid van medewerkers te onderzoeken. Ze zou haar onderzoek starten met fysieke experimenten op kantoren, maar toen kwam de coronapandemie en ging bijna iedereen thuiswerken. “In eerste instantie dacht ik: ‘wat naar, nu moet mijn hele onderzoek op de schop’”, vertelt ze.
De experimenten zijn in eerste instantie enkel uitgesteld, maar de pandemie bleef maar voortduren en langzaam begon ze te denken: misschien blijft thuiswerken belangrijk en is het interessant om te onderzoeken hoe mensen de thuiswerkomgeving ervaren. “Uiteindelijk denk ik dat de motivatie om dit onderzoek te doen door corona alleen maar groter is geworden”, zegt ze.
Salutogene benadering
Om meer inzicht te bieden in de relaties tussen de beleving van de fysieke werkplek en de mentale gezondheid, heeft ze in haar proefschrift eerst een holistische benadering van mentale gezondheid geïntroduceerd. “Vaak wordt er of naar productiviteit, of burnout of naar stress gekeken. Ik wilde de verschillende variabelen samenbrengen en zo een meer overkoepelend beeld van mentale gezondheid schetsen.” Dat heeft ze gedaan aan de hand van tien indicatoren waar – naast de reeds genoemde productiviteit, burnout en stress – ook bijvoorbeeld de slaapkwaliteit, concentratie of stemming onder vallen. Zo representeren de indicatoren het hele spectrum van positieve en negatieve, korte- en langetermijneffecten.
Verder heeft ze zeven kenmerken van de fysieke werkplek gedefinieerd. Daarbij heeft ze een onderscheid gemaakt tussen de zogenaamde Indoor Environmental Quality (IEQ)-aspecten, zoals de luchtkwaliteit of temperatuur, en zachtere kenmerken, zoals kleuren en planten. “De IEQ-aspecten moeten op ieder kantoor in orde zijn. Zo moet er altijd een bepaalde luchtkwaliteit zijn. Als dat niet zo is, zou dat direct een negatieve invloed op de gebruikers van het gebouw kunnen hebben”, legt ze uit. “De zachtere kenmerken vormen een layer die daarbovenop komt, zoals biofilie (natuurrijke omgeving zoals planten, red.), kleurgebruik of sfeerverlichting.”
Het meeste onderzoek richt zich uitsluitend op de IEQ-factoren die heel concreet en goed meetbaar zijn. Er is veel minder aandacht voor de zachtere kenmerken, omdat de waarneming subjectief is en omdat het ontbreken daarvan geen directe consequenties heeft op de mentale gezondheid, stelt ze. Om deze ‘research gap’ te vullen wilde Bergefurt in haar onderzoek vooral kijken hoe deze zachtere kenmerken de ervaring van de fysieke werkplek en wellicht de mentale gezondheid op een positieve manier kunnen beïnvloeden.
Dat sluit aan bij de salutogene benadering die zich focust op hoe verschillende factoren het mentale welzijn van de mens kunnen verbeteren in plaats van hoe ze tot klachten of ziekte kunnen leiden. “Zo kan bijvoorbeeld geluid een negatief effect hebben, maar je kunt ook kijken hoe je het op een positieve manier in kunt zetten om het welbevinden te vergroten”, legt de promovenda uit. “Veel onderzoek houdt zich vooral bezig met de negatieve effecten, zoals stress of burnout, en hoe je deze kunt voorkomen. Ik wilde ook kijken hoe mensen bijvoorbeeld in een positievere stemming kunnen komen, doordat hun werkplek beter afgestemd is op hun behoeftes.”
Experimenten
Om de invloed van verschillende aspecten van de fysieke werkplek te bestuderen heeft ze onder andere een virtual reality-experiment uitgevoerd. Hiervoor heeft ze in virtual reality kantoren gebouwd die ze van verschillende attributen en kenmerken heeft voorzien, zoals muren in verschillende kleuren en planten. De participanten moesten voor verschillende scenario’s aangeven op welk kantoor ze liever zouden willen werken en waar ze zich bijvoorbeeld het minst gestrest of het meest productief zouden voelen. De resultaten laten zien dat vooral de aanwezigheid van planten een positief effect zou kunnen hebben op de productiviteit, concentratie en stemming.
In een andere deelstudie onderzocht ze de effecten van soundmasking, een toepassing die gebruikt wordt om geluiden in een ruimte te maskeren, zodat ze minder hoorbaar zijn en minder overlast veroorzaken. “Hiervoor hebben we in een open kantoortuin enkele vloeren met soundmasking uitgerust”, licht ze toe. De overige vloeren zonder soundmasking dienden als controleruimtes. Om de invloed van soundmasking in kaart te brengen hebben de gebruikers van zowel de soundmasking- als controlevloeren voor en na het experiment surveys over hun ervaring van geluid en mentale gezondheid ingevuld. De studie laat zien dat mensen zich minder gestrest en gespannen voelden nadat ze op een vloer met soundmasking hebben gewerkt.
Gescheiden werkplek
In het tweede deel van haar onderzoek focuste ze zich op de beleving van de thuiswerkomgeving en de relatie met het mentale welbevinden van het individu. Tot dan toe was er nog maar weinig onderzoek gedaan naar het verband tussen bijvoorbeeld biofilie en de mentale gezondheid van thuiswerkende mensen.
Aan de respondenten is gevraagd op welke manier hun thuiswerkplek ingericht is en aan de hand van de holistische definitie is hun mentale welbevinden in kaart gebracht. “We zagen dat in thuiswerksituaties de zachtere aspecten zoals daglicht, uitzicht naar buiten en groen nog veel meer van invloed waren op het welbevinden van de mensen dan op kantoor. Maar ook bijvoorbeeld privacy en een gescheiden werkplek bleken van groot belang te zijn”, vat Bergefurt de resultaten samen.
Kleine aanpassingen, grote impact
Hoewel de bevindingen van het onderzoek suggereren dat meer planten op de werkplek of het gebruik van bepaalde kleuren een gunstig effect kunnen hebben op verschillende mentale aspecten, is Bergefurt terughoudend als het gaat om het geven van concrete aanbevelingen. “Ik wil vooral laten zien dat verschillende fysieke kenmerken van invloed kunnen zijn op het welzijn van de gebruikers. Relatief kleine aanpassingen kunnen al een positieve impact hebben, zoals de concentratie of de stemming verbeteren.”
Werkgevers zouden volgens haar best meer kunnen kijken naar hoe ze mensen daarin kunnen ondersteunen. Daarvoor moeten ze wat haar betreft geen kant-en-klare oplossingen gebruiken, maar zouden ze moeten kijken wat het beste bij de gebruikers past. “Wat je zoekt is de ideale fit tussen de organisatie, het individu en de werkomgeving. Als je die onder controle hebt, dan zou je de mentale gezondheid van de werknemers kunnen bevorderen.”
Discussie