Prullenbakken uitpluizen voor betere afvalscheiding
Van kapotte kerstbal tot fleecevest, Cursor dook dinsdagochtend de Atlas-afvalbakken in en hielp mee met de afvalanalyse van PreZero. Afgelopen weken hield de nieuwe afvalverwerker van de TU/e een grootschalige analyse en onderzocht het restafval van achttien locaties op de campus. Wat gaat er goed, en wat kan er beter?
Geroutineerd houdt Céline Knubben, projectleider Zero Waste bij afvalverwerker PreZero, een grote vuilniszak ondersteboven. Om de tafel staan diverse TU/e-medewerkers – allen werkmatig of persoonlijk betrokken bij duurzaamheid – met stevige oranje handschoenen aan. We wachten op het startsein van Knubben, dan duikt iedereen op de berg om het afval in rap tempo te categoriseren. “Laatst vonden we een halfvolle bak eten van de Chinees, echt geen succes zo vroeg in de ochtend,” gruwelt een van de deelnemers met opgetrokken neus.
We staan in de Markthal van MetaForum. Vanochtend wordt hier de inhoud van een rolcontainer met restafval uit Atlas geanalyseerd, de laatste van de in totaal achttien TU/e-locaties. Afgelopen weken was Knubben herhaaldelijk in de Markthal boven een afvalberg te vinden, vaak vergezeld door de desbetreffende locatiemanagementmedewerker. Dat het vandaag wat drukker is rondom de sorteertafel kan Knubben alleen maar toejuichen. “Het verminderen van de afvalstroom moet je samen doen. Deze nulmetingen zijn daarvoor een eerste stap. We willen weten wat er precies in het restafval zit, zien we bijvoorbeeld verschillen tussen de locaties? In een lab worden andere dingen weggegooid dan in een kantine. Door een grondige analyse kunnen we een stappenplan opstellen om het afval nog beter te scheiden, of mogelijk een nieuwe afvalstroom toevoegen.”
Waar moet de chipszak?
Op de tafel vordert de afvalscheiding na de snelle start gestaag. Er is een hoek met GFT-afval waar naast veel theezakjes een half stokbrood en een bult paprikachips liggen. Een stapel plastic afval, eentje met tissues – die is door het verkoudheidsseizoen extra groot – en een hoek met papier. De hoeveelheid daadwerkelijk restafval is opvallend genoeg helemaal niet zo groot.
En net zoals je thuis wel eens vertwijfeld met iets in je handen staat, is ook hier de afvalscheiding soms niet helemaal duidelijk. Tiny Poppe, samen met Bregje Portier en Martine de Graaff betrokken bij de TU/e-campagne Let’s go Zero’, zwaait met een lege chipszak door de lucht. “Moet deze nu bij het PMD of restafval?” Knubben loodst ons door ieder scheidingsprobleem en legt uit dat de chipszak een twijfelgeval is. “Gemaakt van een zogenoemd laminaatmateriaal, in dit geval aluminium en plastic, wat wij niet kunnen recyclen. Omdat we het wel kunnen scheiden van het PMD-afval wordt het daarin gedoogd, maar er is dan wel een extra logistieke stap naar de afvalverbrander nodig. Dus wat mij betreft liever direct in het restafval.”
Afvalvrije universiteit
Om de afvalstroom op de TU/e te verminderen en de campus verder te verduurzamen, startte in 2021 de campagne ‘Let’s go Zero.’ Ondertussen kunnen studenten en medewerkers in alle gebouwen hun afval gescheiden kwijt in speciale Tulip-afvalbakken, zijn er geen wegwerp koffiebekers meer te vinden op de campus en zijn steeds meer horecalocaties op de TU/e aangesloten bij de voedselverspillingsapp Too Good To Go. Maar we willen nog groener, benadrukt Bregje Portier. “Ons doel is om in 2030 een afvalvrije universiteit te zijn. Dat betekent geen restafval meer. Daarom willen we in eerste instantie afval zo veel mogelijk te voorkomen, of hergebruiken en recyclen. ‘Reduce, reuse, recycle!’ Onze nieuwe afvalverwerker PreZero gaat ons daarbij helpen, en daarom staan we nu samen aan de tafel.”
Om als universiteit afvalvrij te worden zijn er volgens Knubben een aantal belangrijke aspecten, die de komende tijd stapsgewijs onder de loep worden genomen. “Circulaire inkoop speelt een grote rol, welke materialen komen aan de voorkant binnen? Met data willen we meer inzicht krijgen in de gehele keten en deze uiteindelijk gaan koppelen. Zo kan een afdeling bepaald materiaal wegdoen, wat een andere afdeling weer kan gebruiken. Verder kijken we welke afvalstromen we aan de achterkant nog beter kunnen recyclen.”
“Bij eerdere afvalanalyses kwamen we bij de laboratoria veel dozen van piepschuim en koelelementen tegen”, vervolgt Knubben. “Samen met de TU/e bekijken we nu hoe we dit duurzamer kunnen inzamelen en of er alternatieven zijn. De gebruikers van de campus zijn heel belangrijk, want zij moeten uiteindelijk die afvalberg gaan verminderen. Dat begint uiteraard met een groen beleid, maar meer aandacht binnen de onderwijsinstellingen en tijdens colleges draagt allemaal bij aan het vergroten van het besef. Mensen moeten eerst begrijpen, voordat ze tot actie overgaan.”
Warm fleecevest
Dan is er opeens wat rumoer. Een blauw fleecevest van een kwaliteitsmerk komt onder het afval vandaan. De rits wordt getest, maar die doet het nog prima. Monique Kuyck, afdelingshoofd van het Facility Management Center, schudt haar hoofd. “Daar gaat circulair gezien echt iets mis, een omslag is hard nodig. Want zo lang goede producten in het afval belanden en wij maar blijven kopen, verandert er niets.” Het Facility Management Center voert het beleid van de universiteit uit en helpt haar gebruikers bij het zetten van duurzame stappen, vertelt Kuyck. “Naast de afvalvrije campus, willen we in 2050 ook een volledig circulaire campus hebben. Zo min mogelijk grondstoffen gebruiken, en deze zo optimaal mogelijk benutten. Vraag jezelf altijd eerst af: is het echt nodig? Zo ja, kijk dan eerst binnen je eigen organisatie en kies daarna voor second-life of gerecycelde inkoop. En zoek naar alternatieven. Zo stemmen al die ballonnen de laatste weken op de campus mij allesbehalve feestelijk.”
Vettig papier
Ondertussen is het Atlas-afval volledig uitgezocht. Wat valt Knubben op? “De helft van wat er op tafel ligt, hoort hier niet te liggen. We zien veel etensresten, en veel plastic verpakkingen. Waarom? Dat kan prima via een juiste scheiding in de Tulips gerecycled worden. Verder mag het papieren omhulsel van de theezakjes gewoon in de papierbak, maar wel graag droog. Voor alles wat met eten in aanraking is geweest en natte of vettige sporen heeft geldt: in het restafval. Wat we hier nu zien, zien we bij bijna alle analyses. Het gaat langzaam de goede kant op, maar er zijn nog wel de nodige stappen te zetten. Alleen samen krijgen we die berg klein.” Poppe voegt daad bij woord, en trekt nog snel het fleecevest er tussenuit – na een grondige wasbeurt zal ze hem bij het Leger des Heils afgeven.
Discussie