Sluitstuk | Samenwerken aan succesvolle medische sensoren
Hoewel we in ons dagelijkse leven steeds meer smartwatches en activity trackers gebruiken, is draagbare technologie op de ziekenhuiswerkvloer nog niet vanzelfsprekend. Intensivist-in-opleiding Eveline Mestrom en data-analist Jonna van der Stam kwamen elkaar tegen in één van de eerste studies wereldwijd naar de effectiviteit van draagbare sensoren in de patiëntenzorg. In deze succesvolle samenwerking onderzochten ze hoe een slimme pleister en een handzaam horloge voor minder complicaties en een kortere ziekenhuisopname kunnen zorgen.
Wanneer je de proefschriften van TU/e-promovendi Eveline Mestrom (links op de hoofdfoto) en Jonna van der Stam naast elkaar legt, is duidelijk hoe sterk hun onderzoekslijnen verweven zijn. En niet alleen het kaftontwerp en onderzoek zijn in elkaar verwikkeld; dinsdag 18 april zullen op dezelfde dag kort na elkaar hun ‘teamwerk’ aan respectievelijk de faculteit Electrical Engineering en de faculteit Biomedical Engineering verdedigen.
Arts en ingenieur
Dat de gele kanarie op het proefschrift van Eveline in verbinding zou komen te staan met de zorgcomputer op dat van Jonna was vooraf geen uitgemaakte zaak, vertellen de dames in het personeelsrestaurant van het Catharina Ziekenhuis. We spoelen even terug. Eveline is al een jaar patiëntdata op de Intensive Care aan het verzamelen wanneer Jonna haar promotietraject start bij het Algemeen Klinisch Laboratorium. Ze werkt daar aan de voorspellende waarde van nieuwe markers in bloedsamples.
Dan komt de datastroom van de startende TRICA - ‘Transitional Care’-studie in beeld. Deze wordt uitgevoerd binnen het Eindhoven MedTech Innovation Center (e/MTIC), een innovatief samenwerkingsverband tussen TU/e, Catharina Ziekenhuis, Máxima Medisch Centrum, Kempenhaeghe Epilepsie- en Slaapcentrum en Philips. En al snel staan Eveline en Jonna samen dozen met medische sensoren in te pakken. Nu, een kleine vijf jaar later zijn ze als doorgewinterde promovendi van het TRICA-team vol lof over de samenwerking tussen arts en ingenieur. Maar bovenal trots op het feit dat het boekje méér dan een boekje geworden is: de certificeringsprocedure voor de slimme pleister Healthdot is ondertussen afgerond en de medische sensoren zijn in steeds meer Nederlandse ziekenhuizen te vinden. Een eerste stap in de verbetering en automatisering van het monitoren van patiënten die een (zware) operatie hebben ondergaan.
Voorspellende data
De minder snelle uitrol van technologie binnen de ziekenhuismuren kan Eveline - zelf in de afsluitende fase van haar arts-specialisatie intensieve zorg - wel verklaren. “Een hartslag van een gezonde hardloper bijhouden is wat anders dan een zieke patiënt in de gaten houden. Daar komt veel meer bij kijken. Daarnaast moet je ook leren vertrouwen op een apparaat, terwijl je als arts ook bent opgeleid om je klinische blik te gebruiken. In acute situaties vertrouw je meer op wat je al kent en val je snel terug op oude patronen. Maar waar mijnwerkers vroeger een kanarie mee naar beneden namen om te waarschuwen voor een te hoog koolmonoxide-gehalte, zo zien wij dat draagbare sensoren wel degelijk kunnen gaan bijdragen aan het beter in de gaten houden van patiënten en vroegtijdig een verslechtering van de patiënt kunnen signaleren.”
Eveline en Jonna volgden 200 patiënten die een maagverkleining ondergingen en 150 patiënten die werden opgenomen voor een oncologisch gerelateerde buikoperatie. Al deze patiënten kregen kort na de operatie een sensor om hun hartritme en ademhalingsfrequentie te registreren, vertelt Jonna. “We wilden ervaring opdoen met de Healthdot, een slimme pleister die Philips ontwikkelde, en het al in het ziekenhuis onderzochte sensorhorloge ELAN. Komt de registratie van deze sensoren overeen met de gedetailleerde IC-monitoring, en kunnen we data gebruiken om de zogenoemde early warning te verbeteren? En welke data hebben we daar dan precies voor nodig? We worden overspoeld met getallen en kunnen van alles meten, maar vaak geldt: meer is niet altijd beter.”
Eerder naar huis
Voor beide patiëntgroepen was de vraagstelling net iets anders, maar met het overkoepelende doel om te achterhalen hoe technologie het herstel van een net geopereerde patiënt kan verbeteren door verslechtering eerder te herkennen. Eveline: “Patiënten die een oncologische buikoperatie ondergaan, verblijven slechts kort op de IC. Daarna hebben ze vaak een langere zaalopname omdat de kans op complicaties groter is. Op de IC liggen ze aan continue monitoring, maar op zaal is dat nog maar een paar keer per dag.
Door de patiënten met een draagbare sensor te volgen, is er sneller zichtbaar wie mogelijk complicaties ontwikkelen. Andersom geldt ook: we kunnen op basis van de sensordata mogelijk patiënten eerder uit het ziekenhuis ontslaan als we zien dat bepaalde patronen weer normaliseren. Beter voor het herstel, want in de eigen omgeving is het ritme normaler, slaap je beter en ben je actiever.
Ook patiënten die een maagverkleining ondergaan kunnen door een medische sensor eerder naar huis. Voor deze behandeling verblijft een patiënt standaard een nacht in het ziekenhuis, maar op steeds meer plekken is een dagopname afdoende. We kunnen aantonen dat we in een thuissituatie met de geteste sensoren de patiënt net zo goed in de gaten kunnen houden. Ik verwacht dat remote monitoring de zorg steeds meer gaat ondersteunen. Deze innovaties dragen bij aan het verlagen van de werkdruk, waardoor het zorgpersoneel meer tijd heeft voor overige taken.”
Verrassend resultaat
Het voor langere tijd continue volgen van 350 postoperatieve patiënten leidde ook tot een enigszins verrassend resultaat, vertellen Eveline en Jonna opgetogen. Want uit de data blijkt dat het dag-nacht ritme heel mooi terug te vinden is. Een mogelijke early warning indicator, volgens Eveline. “Door een operatie is het dag-nachtritme tijdelijk ontregeld. Maar we zien in de periode die daarop volgt hoe dat ritme zich weer herstelt, wat zeker ook iets zegt over de status van de patiënt. Zo lijkt de kans op het ontwikkelen van complicaties daarna veel kleiner. We kunnen iemand met een hersteld dag-nacht ritme in de toekomst met een geruster hart naar huis sturen.” Maar, benadrukt Jonna, om dit mee te nemen in de risicoscores zijn vervolgstudies noodzakelijk. “Een superinteressant fenomeen, waar nog niet veel onderzoek naar is gedaan.”
Patiëntenbed
Voor Jonna betekende de TRICA-studie dat ze als net afgestudeerd medisch ingenieur ineens naast het patiëntenbed te vinden was. “Een echt hands-on project, maar qua omgeving ook even wennen. Het waardevolle van een ecosysteem als e/MTIC is dat het mensen met een verschillende achtergrond samenbrengt en we zo van elkaar kunnen leren. In mijn geval weet ik dat ik voor een data-analyse kwalitatief goede data moet verzamelen. Ik ben me nu veel meer bewust van de patiënt die daarachter zit, vol vragen in het ziekenhuisbed.
Voor Eveline geldt dat andersom. Artsen en verpleegkundigen zijn voortdurend aan het registreren, maar veel van deze data blijken achteraf niet bruikbaar voor statistisch onderzoek. Door meer data-inzicht besef je hoe belangrijk het is om van te voren na te denken over hoe en wanneer je registreert. Samenwerken helpt bij het opzetten van dergelijke studies, hopelijk vormen onze proefschriften daar een soort eerste leidraad voor.”
Successen vieren
Ondertussen zijn ook de eerste vervolgstudies zijn al achter de rug en wordt de slimme pleister momenteel in steeds meer ziekenhuizen gebruikt om patiënten te monitoren. Dat bewijst volgens Eveline nog maar eens hoe samenwerkingen zoals binnen het e/MTIC zorginnovaties kunnen versnellen. De samenwerking tussen Eveline en Jonna zelf kent meerdere facetten, beamen ze lachend, zoals hun gedeelde liefde voor taart. Kleine successen op de werkvloer werden altijd gemarkeerd met gebak, ook die keer toen ze zelfs dertig cakes moesten bakken om alle betrokken collega’s van iets lekkers te voorzien.
En waar Eveline avontuurlijk en enigszins overenthousiast is ingesteld – ooit haalde ze in zeven weken haar vliegbrevet, nu maakt ze vlieguren door de combinatie chaotische nachtdiensten, twee kleine kinderen en een proefschrift dat af moest - denkt Jonna alles van te voren tot in de details uit, en bezit ze een lange adem: dit jaar hoopt ze het Pieterpad af te ronden. Ze gaan straks weer ieder hun eigen weg. Eveline in het Radboud UMC als intensivist-in-opleiding, Jonna blijft tussen de data in een nieuwe functie in het Catharina Ziekenhuis. Maar niet voordat er - hoe kan het bijna anders - eerst een gezamenlijk promotiediner wordt gevierd.
Discussie