Nieuw offensief tegen Engelstalig onderwijs
De universiteiten moeten onmiddellijk weer in het Nederlands gaan lesgeven, vindt Beter Onderwijs Nederland. Met negentien open brieven aan minister, bestuurders en toezichthouders begint de vereniging een nieuw offensief. Een van de brieven was gericht aan de TU/e.
“Ja, dit is de aftrap voor een volgende campagne”, bevestigt filosoof Ad Verbrugge, voorzitter van Beter Onderwijs Nederland. Zijn vereniging voerde jarenlang een felle strijd tegen de verengelsing van het hoger onderwijs.
Volgens BON heeft Engelstalig onderwijs allerlei nadelen, bijvoorbeeld voor afgestudeerden op de Nederlandse arbeidsmarkt. Bovendien komen Nederlandse onderwerpen niet goed aan bod in Engelstalige opleidingen, “wat leidt tot inhoudelijke verschraling en een grotere afstand van de universiteit tot de rest van de samenleving”, staat in een verklaring.
De actiegroep wijst op de wet, waarin staat dat het hoger onderwijs de Nederlandstalige ‘uitdrukkingsvaardigheid’ van Nederlandse studenten moet bevorderen. In een ander artikel staat dat het onderwijs en de examens – uitzonderingen daargelaten – in het Nederlands moeten plaatsvinden.
Uitleggen
Die wettelijke uitzonderingen hebben de universiteiten echter gebruikt om steeds meer Engelstalig onderwijs aan te bieden en internationale studenten te werven. Actiegroep BON ziet het met lede ogen aan.
De Onderwijsinspectie heeft in 2019 vastgesteld dat opleidingen zich niet goed aan de wet hielden. Ze konden niet allemaal uitleggen waarom hun onderwijs Engelstalig moest zijn, maar dat heeft geen gevolgen gekregen. Aan de TU/e is Engels sinds 2020 de voertaal.
“Het proces gaat vrolijk door”, sneert Verbrugge. “We hebben vele jaren geleden gewezen op de schaduwzijden daarvan. Het lijkt alsof die nauwelijks een rol spelen voor bestuurders en bewindslieden, terwijl het zo langzamerhand wel duidelijk is dat onze voorspellingen zijn uitgekomen. De situatie is bij sommige instellingen onhoudbaar. Zelfs iemand als collegevoorzitter Geert ten Dam van de Universiteit van Amsterdam roept op tot maatregelen.”
In zijn ogen is de oplossing simpel: “We moeten de huidige wet handhaven. Laten we om te beginnen zorgen dat iedere bacheloropleiding minstens zestig procent van de vakken in het Nederlands aanbiedt. Het is gek dat iedereen nu zegt dat de situatie onhoudbaar is geworden en dat de overheid met wetgeving moet komen. De wet ligt er gewoon.”
Niet snel genoeg
De vorige minister, Ingrid van Engelshoven, loodste een wetsvoorstel door de Tweede Kamer dat de positie van het Nederlands in het hoger onderwijs zou versterken en dat de instroom van buitenlandse studenten beter beheersbaar zou maken. Maar na de val van het kabinet is dat voorstel bij de Eerste Kamer blijven steken. Minister Dijkgraaf heeft het inmiddels ingetrokken en werkt aan een eigen voorstel, maar BON vindt het niet snel genoeg gaan.
De TU/e heeft – ondanks de huidige nijpende kamernood – ambitieuze groeiplannen en ziet het aandeel internationale studenten juist graag groeien van 22 naar 40 procent, zo vertelde collegevoorzitter Robert-Jan Smits in het FD. De woordvoerder verwijst in reactie op de brief van BON naar de argumenten die de universiteit op de website geeft voor het taalbeleid, zoals het internationale karakter van de Brainport-regio.
BON heeft zich een poosje stilgehouden. Verbrugge: “We zagen dat rapport van de inspectie en hoopten dat er maatregelen zouden volgen. Dat is niet gebeurd. Ondertussen brak de coronacrisis uit en kwamen er nieuwe verkiezingen. Onze hoop was gevestigd op minister Dijkgraaf, maar die komt niet in beweging. Om die reden willen we de kwestie opnieuw onder de aandacht brengen en laten zien: dit kan eigenlijk niet.”
Volgens Verbrugge willen bewindslieden en bestuurders niet lezen wat er in de wet staat en nemen ze de achtergrond van de wetsartikelen over de voertaal niet serieus. “Juridisch gesproken is verengelsing van het onderwijs uiterst dubieus, om niet te zeggen onrechtmatig.”
Discussie