Sluitstuk | Vaker op de fiets
Fietsen is gezond, goed voor het klimaat en een heel nuttige, betaalbare manier van vervoer. Om meer mensen op de fiets te krijgen én te houden, moeten fietsinnovaties ook echt gericht zijn om fietsers te helpen, stelt TU/e-onderzoeker Matthew Bruno. De nieuwe miljoeneninvestering die het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat vorige week beschikbaar stelde om de fietsinfrastructuur te verbeteren kan daar hopelijk aan bijdragen. “Kijk naar fietsers als oplossing, niet als een probleem.”
Het was even schakelen toen hij voor zijn masteropleiding naar Nederland kwam, bekent de Amerikaan Matthew Bruno. Want waar hij in San Francisco wekelijks met een grote groep ‘bikers’ de hoofdstraten in de stad overnam voor een feestelijke demonstratie en al fietsend aandacht vroeg voor fietsersveiligheid, zag hij hier iedereen nonchalant over het fietspad zoeven.
De fietspromovendus onderzocht de afgelopen jaren welke invloed fietsers op het fietsbeleid hebben en op welke manier innovaties er voor kunnen zorgen dat we meer gaan fietsen. Komende vrijdag verdedigt hij zijn proefschrift aan de faculteit Industrial Engineering and Innovation Sciences. Zijn belangrijkste boodschap? “Zet de fietser meer centraal en wees trots op deze duurzame manier van transport.”
‘Innovatieve’ fietsrotondes
Nederland is een echt fietsland, met meer fietsen dan inwoners. Volgens een recent onderzoek naar de klimaatwinst van fietsen, scoren we als Nederlanders wereldwijd het hoogst met gemiddeld 2,6 fietskilometers per dag. De Denen volgen daarna en doen het met gemiddeld 1,6 kilometer op de fiets ook niet slecht. In deze fietslanden wordt voor personenvervoer in meer dan twintig procent van de ritjes de fiets gepakt, wereldwijd gezien is dat minder dan vijf procent. Toch moeten we niet genoegzaam achteroverleunen, waarschuwt Bruno. “Ondanks dat het klimaattechnisch heel gunstig zou zijn om meer te fietsen, zien we dat in de praktijk niet gebeuren. De Nederlandse fietspercentages zijn relatief hoog, maar zijn de afgelopen tientallen jaren nauwelijks veranderd. Er kan echt nog veel meer gefietst worden. Juist in een land als Nederland is het een heel functionele manier om je van A naar B te verplaatsen.”
Ondanks dat we worden beschouwd als innovatief fietsland, zijn die vernieuwingen niet per se gericht op de fietser zelf, legt Bruno uit. “Neem de Hovenring, ’s werelds eerste zwevende fietsrotonde. Dat leek een radicaal design om de fietsinfrastructuur in Eindhoven te verbeteren, maar is eigenlijk niet meer dan een kostbare methode om fietsers en auto’s op de weg van elkaar te scheiden. Doorstroming van het autoverkeer wordt zo bevorderd en automobilisten kunnen sneller naar het vliegveld of de snelweg op. Zulke innovaties dragen nauwelijks bij aan de transitie naar een duurzamere manier van vervoer. De aanleg van een fietsrotonde in Zwolle laat zien dat het ook heel anders kan; daar wordt het autoverkeer beperkingen opgelegd en kan de fietser op een snellere en comfortabelere manier de stad door. En dat werkt.”
Beschikbare buggy’s
Om het personenvervoer te verduurzamen moet de fiets niet de concurrentie aangaan met het openbaar vervoer - wat nu veelal het geval is - maar moeten mensen juist in plaats van de auto de fiets pakken. “Innovaties moeten daarom de fietser zelf helpen, en niet in eerste instantie het autoverkeer verbeteren. Nieuwe fietsenstallingen op het station? Het klinkt vaak heel mooi, maar als je als fietser moet betalen om je fiets kwijt te kunnen heb je een heel ander verhaal. Zo’n stalling heeft vaak tot doel om met fietsen dichtgeslibde doorgangen weer begaanbaar te maken. Heel nuttig, maar vooral voor mensen die naar het station willen, niet zozeer voor de fietsers.”
Door te kijken naar het fietsgedrag en reispatronen, kan zowel de fietser als het klimaat wél geholpen worden, benadrukt Bruno. “Het krijgen van kinderen gaat bijvoorbeeld vaak samen met de aanschaf van een (nieuwe) auto. Waarom bestaat er geen subsidie voor het kopen van een veel duurzamer alternatief zoals de bakfiets? En wil je met kleine kinderen per fiets naar de stad, waar laat je dan de kinderwagen of buggy? Eindhoven heeft dat goed opgepakt door in de fietsenstallingen buggy’s beschikbaar te stellen aan jonge ouders. Door zulke vernieuwingen blijven mensen langer gebruik maken van de fiets. “
Respect voor de oma-fiets
De vraag of het toegenomen gebruik van elektrische fietsen zorgt voor duurzamer vervoer, laat Bruno graag aan zijn collega’s over. Zijn project - een onderdeel van het NWO programma Smart Cycling Futures - is ten einde, maar ondertussen is er aan de TU/e een vervolgproject gestart waarin gekeken wordt naar de rol van e-bikes en deelfietsen. Zonder Bruno, hij is als postdoc aan de TU Delft gestart en bevindt zich nu dagelijks in een fietsersfile op weg naar zijn werk, voegt hij grinnikend toe.
Maar in plaats van de fiets als een lelijk probleem te zien is het volgens Bruno belangrijk om de fiets te blijven waarderen - zelfs in de file. “Nederlanders mogen best wat trotser zijn op hun fiets, de oerdegelijke oma-fiets is een prachtig paradepaardje van de Nederlandse fietscultuur. In San Francisco is ‘fietser’ een identiteit, dat gevoel mis ik hier wel. Een goede fietsinfrastructuur moet je niet te makkelijk voor lief nemen. De fiets wordt helaas nog te vaak neergezet als probleemgeval. Fietsers die het autoverkeer hinderen, of de verkeerd geparkeerde deelfietsen. Beleidsmakers zouden er goed aan doen om meer door de ogen van de fietser te kijken.”
Discussie