Instroom TU/e gegroeid, nationaal kleine daling

Voor het tweede achtereenvolgende jaar tellen de universiteiten minder eerstejaars studenten. Er zijn vooral minder vwo’ers van start gegaan. Maar volgens de 1 oktober-telling op de BI Portal steeg de instroom van eerstejaars aan de TU/e juist van 2.084 vorig jaar naar 2.210 dit jaar. Hoger nog dan de 2.154 eerstejaars die in het collegejaar 2020-2021 van start gingen. Die stijgingen komen volledig op het conto van de buitenlandse instromers.

door
foto Khanchit Khirisutchalual / iStock

Zestigduizend studenten verschenen dit jaar aan de start van de universitaire bacheloropleidingen, blijkt uit de nieuwste tellingen. Dat zijn er drieduizend minder dan vorig jaar en ruim vijfduizend minder dan het coronapiekjaar 2020. Het aantal internationale studenten groeit nog steeds, melden de universiteiten, al is de toename minder fors dan voorheen. De daling ligt vooral aan de vwo’ers. Meestal gaat zo’n 70 à 75 procent van hen direct na het eindexamen naar de universiteit. Dit jaar is dat 66,7 procent.

Aan de TU/e is de instroom dit jaar gegroeid, maar daarbij is het aandeel Nederlandse studenten wel weer gedaald. Dat waren er in 2021-2022 nog 1570 op een totaal van 2084 eerstejaars. Dit collegejaar zijn het er iets minder, 1548, op een totaal van 2210 eerstejaars. Het aantal buitenlandse instromers steeg van 716 (2021-2022) naar 952 nu, waarbij het merendeel van hen afkomstig is uit landen uit de Europese Economische Ruimte (EER), 662 om precies te zijn. Overigens lag het aantal Nederlandse eerstejaars in het collegejaar 2020-2021 nog op 1818.

Tussenjaar

Een deel van de vwo’ers neemt vermoedelijk een tussenjaar. Een van de redenen is misschien dat studenten vanaf september 2023 weer een basisbeurs krijgen en dit jaar nog niet. Een jaar later studeren betekent een jaar langer basisbeurs. Het omgekeerde was acht jaar eerder zichtbaar, omdat de basisbeurs toen zou verdwijnen in september 2015. Na het eindexamen in schooljaar 2013-2014 ging ruim tachtig procent van de vwo’ers direct door naar de universiteit. Ook na hun bachelor nemen studenten vaker een tussenjaar, is het vermoeden, want de masteropleidingen tellen iets minder inschrijvingen: het zijn er 124 duizend, tegen 128 duizend vorig jaar. 

Kleine talenstudies

Kleine talenstudies blijven het moeilijk hebben. In Nijmegen lijkt de opleiding Nederlands weer te groeien, al gaat het nog steeds om kleine aantallen, maar de opleiding Duits trekt bijvoorbeeld slechts zes eerstejaars studenten. “Dat is echt een drama”, zei rector Han van Krieken van de Radboud Universiteit Nijmegen in een online bijeenkomst voor journalisten. “Ik maak me daar grote zorgen over. We zitten hier een paar kilometer van de Duitse grens.”

Voorzitter Geert ten Dam van de Universiteit van Amsterdam bevestigde dat beeld (“Het loopt geen storm”), maar meent dat de vernieuwing van de opleidingen wel vruchten afwerpt. De Amsterdamse opleiding Duits is geïntegreerd met Europese studies, vertelde ze, waardoor de opleiding voor jongeren aansprekender is geworden. “Het gaat over de Duitse taal en cultuur, maar ook over Europese cultuur en de Europese Unie.”

Totaal

Alles bij elkaar blijven de universiteiten dit jaar ongeveer even groot als vorig jaar, melden ze. Tegenover de (lagere) instroom van eerstejaars staan ongeveer evenveel studenten die hun diploma behalen.

Tussen de sectoren zijn er wel verschillen. De enige sector die flink groeit, is ‘natuur’, met opleidingen als biologie, scheikunde en natuurkunde, maar ook ict en wiskunde. Deze opleidingen tellen inmiddels 40 duizend inschrijvingen (inclusief de ouderejaars). Dat is een verdubbeling ten opzichte van 2011.

Verder doen de sectoroverstijgende studies het goed. Dat zijn gemengde opleidingen, zoals de Amsterdamse bachelor ‘Politics, psychology, law & economics’, waar kroonprinses Amalia voor heeft gekozen. De andere sectoren blijven ongeveer gelijk of gaan achteruit.

“De verwachting is wel dat de studentenaantallen de komende jaren weer verder zullen stijgen”, zegt voorzitter Pieter Duisenberg van koepelvereniging UNL. De universiteiten praten met de minister over de toekomst.

De tellingen zijn nog niet definitief. De officiële cijfers komen meestal in februari en kunnen door allerlei correcties enigszins afwijken van de cijfers die de universiteiten vandaag presenteren.

Deel dit artikel