Vwo-scholier beter voorbereiden op de TU/e

Om de inhoudelijke kloof tussen het voortgezet onderwijs en het wetenschappelijk onderwijs op de TU/e te verkleinen, heeft het CvB twee jaar terug een aansluitingscoördinator aangesteld. Onlangs presenteerde zij haar plan van aanpak. “We hebben nog veel werk te verzetten, maar mogen er trots op zijn dat in ons aansluitingsnetwerk ook lerarenopleiding ESoE deelneemt.”

Marjoleine van Kollenburg is TU/e’s aansluitingscoördinator. Ze wil dat de juiste studenten aan de juiste studies beginnen en dat de voorbereiding op het vwo goed past bij het onderwijs aan de TU/e.

Ze heeft daarom onder docenten van zowel vwo-scholen als de TU/e gepeild waar de behoeftes liggen en hetzelfde gedaan bij eerstejaarsstudenten en vwo-leerlingen. “Studenten snijden onderwerpen aan als voorbereiding op calculus, programmeren, het Engels als voertaal, onderzoeksvaardigheden en het niveau van natuurkunde. Leerlingen van de middelbare scholen willen graag proefstuderen of de TU/e bezoeken met een inhoudelijke activiteit. Ook geven zij aan meer te willen weten over het type onderwijs dat hen op de TU/e te wachten staat.”

Docentendagen

Docenten willen dat laatste ook. “Net als inhoudelijke nascholing, netwerkmogelijkheden en de mogelijkheid om kennis te delen met anderen”, verklaart Van Kollenburg. Ze is trots op de koppeling met lerarenopleiding Eindhoven School of Education. “We lopen in Eindhoven - landelijk gezien - niet voorop met aandacht voor de aansluiting, maar we hebben wel een heel belangrijke compagnon. Dat hebben de andere acht aansluitingsnetwerken in het land niet. Het komt heel goed uit dat docenten van ESoE ook betrokken zijn bij de landelijke herziening van het vwo-curriculum.”

Bij de faculteiten Applied Physics en Chemical Engineering and Chemistry worden al docentendagen gehouden waar leraren hun vakkennis op peil kunnen houden.

Keuzevak NLT

Opleidingsdirecteur Jan van der Veen van ESoE vindt het goed nieuws dat het vak Natuur, Leven en Technologie ook voor de onderbouw van havo en vwo wordt ontwikkeld en ingevoerd als keuzevak. “Daar werken we vanuit Eindhoven aan mee. Het is goed om jonge leerlingen te helpen een adequaat beeld te krijgen van studies en beroepen in science en engineering. Uit Twente komen ze na hun examen dan wellicht hier studeren en vanuit onze regio deels weer ergens anders. Voor de BV Nederland zorgen we samen in elk geval dat alle talenten zicht hebben op de mooie kansen die onze studies bieden.”

ESoE heeft een uitgebreid scholennetwerk, zegt de opleidingsdirecteur. “Op al deze scholen werken we samen met docenten die onze studenten tijdens stages begeleiden bij het leren lesgeven. Zij zijn zeker geinteresseerd om mee te werken aan betere aansluiting, samen nieuw lesmateriaal te ontwikkelen, profielwerkstukken te koppelen aan TU/e’s onderzoeksonderwerpen en met klassen langs te komen op de campus.”
Zo is de hoofdfoto bovenaan dit artikel genomen bij een workshop die TU/e's Solar Team Eindhoven afgelopen november gaf op een scholengemeenschap in Etten-Leur.

Werkhouding

De activiteiten die de aansluitingscoördinator ontwikkelt, zijn gericht op vwo-scholieren, vwo-docenten en TU/e-docenten. Ze merkt op dat de werkhouding belangrijker is dan voorkennis. “We willen de kwaliteit van aankomende studenten verhogen en ondersteunen daarbij iedereen met interesse in techniek en de wil om een TU/e-studie goed af te ronden.” Ze somt op bij welke ambities van de TU/e deze aanpak past. “Meer vrouwen aantrekken voor een studie in de techniek, inzichtelijk maken wat je met techniek kunt, meer Nederlandse studiekiezers aantrekken en onderwijsmethodes zoals CBL zichtbaar maken.”  

De aansluitingscoördinator ziet noodzaak om te focussen op instroom van Nederlandse vwo’ers. “Het beleid van de TU/e heeft voor meer internationale studenten gezorgd, maar die stromen veelal uit na de bachelor en blijven niet in de regio hangen. We zijn momenteel met Brainport in overleg hoe we doorlopende leerlijnen, maatschappelijke thema’s en doorstroom in techniek kunnen garanderen, bijvoorbeeld in een Brainport Scholennetwerk.”

Focus

Naast deze regionale focus zit de TU/e ook in landelijke netwerken en projecten en biedt ze de activiteiten landelijk aan en altijd in co-creatie met middelbare scholen, zoals met de nieuwe vo-expertpool of met decanenkringen. “Aan lesmateriaal vanuit onze kant ook geen gebrek, er wordt al veel ontwikkeld voor het voortgezet onderwijs en dat proberen we in een duurzaam jasje te gieten dat past binnen ons programma”, zegt Van Kollenburg. Zij heeft de wens om activiteiten ook op de campus te kunnen aanbieden, maar voorlopig laten capaciteitsproblemen dit nog niet toe. “Binnenkort dient zich wel een mooie kans aan; de faculteit Applied Physics opent het Challenge Learning Lab, waar ze interessante activiteiten organiseert voor leerlingen.” 

Omdat de motivatie en houding van leerlingen persoonlijk zijn, betekent dit dat er een verscheidenheid aan activiteiten nodig is, weet Van Kollenburg. “Zo'n breed aanbod geeft bovendien het meest complete en echte overzicht van de wereld van bèta en techniek. In een 4TU-project wordt nu gegamificeerd lesmateriaal ontwikkeld en we gaan pre-studeren en een challenge program voor uitblinkende leerlingen aanbieden. Verder wil ik werken aan terugkoppeling naar de middelbare scholen van het studiesucces van hun leerlingen op de TU/e. Mijn droom is dat alle onderwijsinstellingen in de regio Brainport weten wat ze van elkaar nodig hebben om goede ingenieurs op te leiden.”

Ook hoopt ze dat TU/e-docenten op de hoogte willen blijven van nieuwe activiteiten binnen de aansluitings- en voorlichtingsprogramma’s van de TU/e. Zij kunnen zich hier aanmelden voor een nieuwsbrief die driemaal per jaar verschijnt.

Deel dit artikel