Leden van Obstuktor zeiden voor het optreden nog grappend dat ze toch op zijn minst één aangifte voor geluidsoverlast verwachtten. Hoewel het niet tot een officiële aangifte kwam, werd na de eerste van drie sessies al meteen door handhavers ingegrepen. De bands mochten verder spelen, maar dan wel op vijftien procent van het volume van de eerste sessie. Zouden ze zich daar niet aan houden, dan zou hun apparatuur in beslag worden genomen.

Na enkele pogingen bleek het voor de bands niet mogelijk om het volume naar vijftien procent terug te brengen. Het risico op inbeslagname gaf voor hen de doorslag de andere twee sessies af te breken. Bezoekers mochten ter compensatie gratis naar de afterparty van het festival in het Stroomhuis.

Proppen

Vóór het incident heerste in het studentenhuis echter een authentieke Stukafest-sfeer. De bands deden hun best om het drumstel en andere apparatuur in de met piemels beschilderde schuur te proppen. De bewoners van het huis namen de aankleding voor hun rekening en haalden allerlei feestverlichting, vlaggetjes en zelfontworpen stickers tevoorschijn. Hoewel er niet veel ruimte beschikbaar was, wist het publiek toch een kleine moshpit te creëren.

De studenten van Wittegijt zorgden met een groot burgerfestijn en bier dat rijkelijk vloeide goed voor de dankbare bandleden van Obstruktor en Headless Hunter. Ook kochten ze voor alle aanwezigen (inclusief Cursor) oordoppen, die geen overbodige luxe bleken. Bekijk hieronder het videoverslag dat Cursor maakte tijdens de voorbereidingen van de avond, toen iedereen nog dacht dat het met de geluidsoverlast wel los zou lopen: “Ik hoop vanavond handhavers te zien moshen.”