Antoine Post woont in ‘zijn’ CASA 1.0: “Alles werkt”
Al vier maanden woont Antoine Post, manager van Team CASA, met zijn vriendin in zijn ‘zelfgebouwde’ duurzame woning. In oktober leverde bouwbedrijf Hurks het huis van het studententeam al op. Na maanden bijstellen, aanpassen en uitproberen, lijkt bijna alles nu naar behoren te werken. Tijd dus om de woning aan het grote publiek te onthullen. Cursor ging langs.
CASA 1.0 is voor de inmiddels afgestudeerde Post nu ‘gewoon’ zijn thuis, hij huurt de benedenverdieping van wooncorporatie Woonbedrijf. Maar als hij de deur opent naar de service core, dan wordt hij herinnerd aan het feit dat hij de dubbele woning samen met zijn teamgenoten heeft ontwikkeld. Juist die kern van het gebouw maakt het zo bijzonder, legt Post uit: “Daar komen alle systemen samen die compleet op elkaar zijn ingespeeld om de woning zo efficiënt mogelijk te laten werken.”
Die systemen houden zich vooral bezig met het afkoelen en opwarmen van de woning. Zonnepanelen, een warmtepomp en een enorm waterbassin onder het huis vormen samen een klimaatsysteem dat geheel op zichzelf kan functioneren. In de zomer slaat het systeem warmte op en koelt daarmee het huis, de opgeslagen warmte wordt vervolgens in de winter gebruikt om het huis te verwarmen.
Waterbassin
Zonnepanelen op het dak leveren stroom en warmte aan de warmtepomp. Die stuurt de warmte door naar het waterbassin van 104.000 liter. De warmte blijft in dat bassin onder het huis opgeslagen. Zodra het nodig is om de woning te verwarmen, wordt de verzamelde warmte door de leidingen van de vloerverwarming gestuurd. Het kleine pompje dat daarvoor nodig is, verbruikt met 40 watt nauwelijks energie. Zo is er voor de klimaatbeheersing helemaal geen stroom nodig van het reguliere elektriciteitsnet. Ook de verlichting en een telefoonoplader zijn aangesloten op de zonnepanelen.
Het enige wat de bewoners hoeven te doen is de thermostaat instellen, net zoals je in een gewone woning zou doen. Dat was een belangrijk doel van dit project, zegt Post. “Het moest wel een comfortabel huis zijn om in te wonen, je moet eigenlijk niets merken van al die techniek in die service core.” De toekomstige bewoner op de bovenverdieping hoeft dus ook helemaal niets van het systeem te begrijpen.
Eerste bewoner
Toch is het belangrijk dat Post dat wél doet, als eerste bewoner. “Toen we hier op 1 oktober kwamen wonen, konden we de verwarming nog niet met de thermostaat aanzetten, dat moest allemaal handmatig gebeuren. Alles was fysiek al wel aan elkaar geknoopt, maar er moest nog veel worden ingesteld.” Dat heeft hij samen met teamlid Pau Brossa Rodriguez voor elkaar weten te krijgen, waardoor het systeem grotendeels zelfstandig kan functioneren.
Het klimaatsysteem is niet het enige wat de woning bijzonder maakt. Zo is er nog een warmtepomp voor het kraanwater, worden de WC’s doorgespoeld met regenwater en zijn er geen lichtknoppen in de woning. “Wat nu alleen nog overblijft, is het verbruik van de oven, kookplaat en stopcontacten. Die mogen we niet op ons systeem aansluiten, omdat iedere woning verplicht een elektriciteitsmeter en leverancier moet hebben. Dat is zonde, omdat je daardoor niet helemaal onafhankelijk van het reguliere net kan opereren. Maar het is al een enorme stap om de grootverbruiker, die de verwarming van het huis is, zelf van stroom te voorzien.”
Hoewel CASA 1.0 nu als project in principe is opgeleverd, houdt het werk voor Post niet op. Samen met zijn collega Brossa Rodriguez heeft hij het bedrijf Integer Technologies opgezet, om de slimme woning door te ontwikkelen tot een CASA 2.0. Maar ook met versie één zal hij voorlopig nog wel zoet zijn. “We kunnen nog van alles verder verbeteren en het systeem nóg efficiënter maken. Je kunt het vergelijken met een Tesla: die voeren software-updates door. Dat kunnen we hier bij CASA ook.”
Discussie