De coronapandemie en nieuwe ontwikkelingen waren voor het CvB aanleiding om met diverse gremia en in dialoog met de TU/e-gemeenschap het Instellingsplan halverwege de looptijd weer onder de loep te nemen. Naast duurzaamheid werden er nog drie nieuwe prioriteiten toegevoegd: open science, welzijn en SQUAD.
Shell
Nee, partnerships met bedrijven uit de fossiele brandstofindustrie gaat de universiteit niet opzeggen, nu duurzaamheid een prioriteit is geworden in de Strategie 2030 en het Instellingsplan 2020-2025, antwoordde collegevoorzitter Robert-Jan Smits gistermiddag in de bioscoopzaal van de Zwarte Doos. Hij reageerde daarmee op de vraag of de TU/e die mogelijkheid overweegt. Smits: “We hebben wel tegen deze bedrijven, waaronder bijvoorbeeld ook Shell, gezegd dat we alleen nog willen samenwerken op onderzoeksprojecten die gericht zijn op duurzaamheid.”
Dat duurzaamheid tot prioriteit is verheven heeft alles te maken met de uitkomsten van de vijf publieke bijeenkomsten die het CvB de afgelopen periode had met medewerkers en studenten. “Daar kwam duurzaamheid heel duidelijk uit naar voren als een thema dat onze gemeenschap van groot belang acht”, vertelde Smits. “En dan bedoelen we niet zozeer het verduurzamen van onze eigen campus en bedrijfsvoering, maar we willen de komende jaren duurzaamheid nog nadrukkelijker gaan inbedden in ons onderwijs en onderzoek.” Smits wees er ook op dat nagenoeg alle studententeams aan de TU/e zich bezighouden met onderwerpen die betrekking hebben op duurzaamheid.
Klimaatonderzoekster Heleen de Coninck, die ook aanwezig was bij de bijeenkomst, zei te hopen dat ook gekeken wordt naar de rol die techniek zelf speelt als het gaat om duurzaamheid. “Nieuwe technologieën die worden ontwikkeld kunnen ook juist op het gebied van duurzaamheid weer voor problemen zorgen.”
Welzijn
Dat het welzijn van zowel medewerkers als studenten nu ook als nieuwe prioriteit wordt aangemerkt, was voor het publiek aanleiding er vragen over te stellen. “Was er al een plan voorhanden om het welzijn van deze groepen te verbeteren?” “Als de universiteit met Challenge-Based Learning (waarbij kleine groepen studenten intensief moeten worden begeleid, red.) aan de slag gaat, zorgt dat niet voor veel extra werkdruk bij docenten, en dus voor minder welzijn? Hoe wordt dat voorkomen, waar halen we extra docenten vandaan?” “En hoe verenigen we het streven naar meer welzijn met dat andere streven naar meer excellentie?”
Mariska Brzözek, directeur van Human Resource Management, verwees allereerst naar de uitslag van de Employee Experience Survey (EES), waarbij medewerkers werken aan de TU/e beoordeelden met een 7,8. Een goed resultaat volgens haar, “en dit onderzoek wil de universiteit over twee á drie jaar weer een keer uitvoeren. Dan streven we naar een 8.” Brzözek zei dat ook de studenten een groep vormen waar nadrukkelijk naar gekeken wordt als het gaat om welzijn. Overkoepelend beleid voor beide groepen is in de maak, aldus de HRM-directeur. “Als werkgever heeft de TU/e een verantwoordelijkheid als het gaat om het welzijn van medewerkers en studenten, maar we zullen niet alles kunnen doen. Dus moeten we kijken op welke zaken die samenhangen met welzijn we wel invloed kunnen uitoefenen.” Voor wie echt vastloopt - medewerker of student - is er volgens haar wel altijd iemand beschikbaar om erover te praten.
Extra docenten
Op de vraag hoe de TU/e aan extra docenten komt voor het CBL, zei rector Frank Baaijens dat al gekeken wordt hoe masterstudenten en promovendi hier een rol bij kunnen spelen en dat er inmiddels ook geld beschikbaar is, onder meer van het ministerie van OCW, om extra docenten aan te trekken. Volgens hem had de faculteit Mechanical Engineering hier inmiddels al goede resultaten mee behaald.
Ines Lopez Arteaga, dean van het Bachelor College, voegde daar nog aan toe dat de universiteit ook nog meer wil werken met zogeheten hybride docenten, die werkzaam zijn bij een techniekbedrijf, maar die daarnaast deels een onderwijstaak vervullen aan de TU/e. Ook wees ze er op “dat alles wat we van plan zijn met CBL niet al morgen klaar hoeft te zijn. Dit wordt een proces van jaren en iedereen moet het op eigen tempo kunnen uitvoeren.”
SQUAD
Over SQUAD, de verbeteroperatie die de komende jaren wordt uitgevoerd bij de ondersteunende diensten, pleitte Marjan van Ganzenwinkel, lid van de Dienstraad, ervoor om daarbij vooral oog te houden voor de mensen. “Laten we die als eerste prioriteit zien en ervoor zorgen dat het geen procesgeoriënteerde operatie wordt”, zei Van Ganzenwinkel. Bart Luijten, die straks hoogstwaarschijnlijk de directeur wordt van de nieuwe dienst die ontstaat na het samenvoegen van Information Management Services (IMS) en Data Management & Library (DML), zei dat het bij deze operatie juist om mensen gaat, “om die connectie te laten maken met elkaar en ze een plek te bieden waar ze met plezier werken". Als de opdrachtgever en de uitvoerder straks samen verantwoordelijk zijn voor een project, wat een van de uitgangspunten is bij SQUAD, zal dat volgens Luijten bij beide groepen leiden tot trots als het resulteert in een geslaagde uitvoering.
Discussie