Dat alles betekent een hoop werk, daarom organiseerde URE in de maand mei twee productie-weekenden. En terwijl de campus er stil bijligt, wordt achter op het terrein in Momentum hard gewerkt. In de werkplaats van URE plakken studenten klevende stroken carbon op elkaar, die straks onderdelen van de URE16 zullen vormen. In een andere ruimte halen teamleden een connector van een van de vele kabeltjes die in een grote kabelboom op tafel liggen. In een afgesloten ruimte waaien kleine stofjes glasvezel rond, die afkomstig zijn van de firewall die daar op maat wordt gesneden.

De firewall is een belangrijk onderdeel van de racewagen, daar kwam het team van vorig jaar achter toen de URE15 tijdens een testrit in het Belgische Lommel in brand vloog. Luc Buijtels, die dit jaar als driverless manager bestuurslid is van URE, was er ook bij. “Dankzij de firewall heeft de bestuurder het niet eens warm gehad, hij kon veilig uit de auto komen”, vertelt hij. Na de brand was er weinig meer van de wagen over. “Het gevolg daarvan voor ons is vooral dat we de URE15 niet kunnen gebruiken om onze autonome systemen op te testen. De enige manier om te kijken of je software het doet, is door er daadwerkelijk mee te rijden. Het heeft ons wat extra werk gekost om de URE14 weer rijdend te krijgen, die gebruiken we nu voor de tests.”

Chassis

Dat de URE16 zelf nog niet kan worden gebruikt voor tests, is tijdens het productieweekend wel duidelijk, het chassis staat nog kaal in de werkplaats. Wel zijn vooral de externe veranderingen al zichtbaar. De langwerpige vorm, de rolbeugel die binnenin de wagen zit om de aerodynamica te verbeteren: het zijn maar enkele voorbeelden van een wagen die toch wel erg veranderd is ten opzichte van zijn voorgangers.

De URE16 krijgt ook nieuwe wielen, die wat smaller zijn dan de voorgaande jaren. En daar moest weer de hele ophanging voor worden omgegooid. “Het was een ideaal moment om dat te doen. Als je toch je chassis al verandert kun je beter de ophanging ook meteen maar meenemen. Zo kun je het goed op elkaar afstellen”, aldus Buijtels.

De kleinere banden, het smallere chassis en de verbeterde aerodynamica zouden de racer een stuk sneller moeten laten gaan. Ook de geüpgrade powertrain helpt daar een handje bij. “We gaan van 400 naar 600 volt. Dat betekent dat we minder verliezen hebben en meer efficiëntie.” Voor die upgrade moest dan weer een groot deel van de elektronica worden aangepast. Je zou mogen stellen dat vrijwel alle onderdelen van de racewagen aangepast of nieuw zijn. Het team heeft dan ook de ambitie om de URE16 als basis te laten dienen voor toekomstige auto’s.

Autonoom

Een onderdeel waar URE al langer mee bezig was, is autonoom rijden. Met de URE14 werden daarvoor de eerste stappen gezet, maar destijds bleek het ombouwen van de auto van niet-autonoom naar autonoom nog een achilleshiel. Juist op dat ombouwen ligt dit jaar de nadruk.

“De formula student competitie van Duitsland heeft een nieuw concept verzonnen, waarbij je met één druk op de knop moet kunnen wisselen van niet-autonoom naar autonoom, zonder hem verder om te bouwen. Met onze nieuwe auto is dat mogelijk. Het enige wat we hoeven te doen, is de stuuractuator met wat tandwielen van en op de stuurstang schuiven. Met bestuurder zit hij zo niet in de weg en als die er niet zit, neemt de stuuractuator het over. Voor de rest zit alles wat nodig is voor autonoom rijden standaard op de auto.”

Of alle veranderingen in de praktijk ook goed gaan uitpakken, is nog even afwachten. In één jaar een raceauto ontwerpen en bouwen vereist een strakke planning, zegt Buijtels. Daarom is hij blij dat er nu tijdens de productieweekenden wat slagen gemaakt konden worden. Op donderdag 16 juni moet bij het roll-out event in Atlas blijken of het harde werken voldoende is geweest en de auto aan het publiek kan worden gepresenteerd.