Martin Boers verlaat een “plezierige werkomgeving"

In bijna 22 jaar heeft hij - zoals een collega-directeur van een andere universiteit uitrekende - anderhalf miljoen kilometer gereden tussen zijn woonplaats Meppel en zijn werkplek aan de Kennedylaan. Vanaf september hoeft Martin Boers, directeur van het Facility Management Center, die 350 kilometer niet meer te overbruggen. Hij kijkt terug op een tijd die hij altijd als zeer leuk heeft beschouwd. “Als er weleens een wat scherpe mail klaarstond, liet ik die doorgaans eerst een dagje staan.”

De Brabantse en Drentse cultuur verdragen elkaar wel goed, is de overtuiging van Martin Boers, die sinds zijn komst naar de Eindhovense universiteit in 1999 toch altijd in Meppel is blijven wonen. “Dan gaat het vooral om het duidelijk uitspreken wat je wilt, op dat vlak was er meteen een klik.”

Boers was in eerste instantie door het toenmalige Facilitair Bedrijf ingehuurd voor een project voor de inkoopafdeling. “Daar heb ik me, gedetacheerd vanuit mijn werkgever, toen een jaar lang mee bezig gehouden. Toen ik klaar was vroeg directeur Adriaan van Mierlo of ik niet geïnteresseerd was om aan de TU/e te komen werken. Ik vond het een leuke organisatie waar ik ook goed ontvangen was en besloot het doen.”

Al snel kwam hij voor de keuze te staan of hij Van Mierlo niet wilde opvolgen. “Dit kwam door een reorganisatie die op basis van een rapport van Berenschot werd uitgevoerd bij alle ondersteunende diensten, de zogeheten AVA-operatie. Het betekende onder meer dat het omvangrijke Facilitair Bedrijf werd opgesplitst in diverse onderdelen. Zo werd bijvoorbeeld Dienst Huisvesting - het huidige Real Estate - een afzonderlijke dienst.”

Vuurdoop

Boers moest beslissen of hij na net zes maanden in dienst te zijn geweest, directeur wilde worden van de Dienst Interne Zaken, dat nu bekend staat onder de naam Facility Management Center. “Dat heb ik eerst met wat mensen besproken, want ervaring met een leidinggevende functie had ik niet. Uiteraard sprak ik er ook met mijn vrouw over, en die zei dat het wel bij me zou passen. Haar advies was niet doorslaggevend, maar wel heel belangrijk voor me.”

Die begintijd als directeur was intensief, want volgens Boers moesten oude structuren ontvlochten worden en moest zijn nieuwe dienst opnieuw worden ingericht. “Dat betekende ook dat ik al vrij snel met mensen in gesprek moest die in het kader van de AVA-operatie ontslag werd aangezegd. Dat zijn niet de gesprekken die je na je start als directeur al wil voeren, maar terugkijkend denk ik wel dat het op een nette manier is gegaan. Ik heb het altijd gezien als mijn vuurdoop als leidinggevende.”

Het is sowieso de managementstijl die Boers zegt altijd te hebben willen toepassen: “Wees helder en duidelijk, behandel iedereen op dezelfde manier en meen echt wat je zegt. Mensen prikken er zo doorheen als je dat niet doet.” Boers, binnen wiens dienst veel verschillende servicegerichte onderdelen zijn ondergebracht (zoals beveiliging, logistiek, catering en schoonmaak), loopt geregeld zelf op de werkvloer rond om polshoogte te nemen van hoe de zaken gaan. “Er werken bij FMC op dit moment zo’n zeventig mensen en ik wil iedereen leren kennen. Dat lukt ook wel, want het verloop binnen onze dienst is niet heel groot.”

Flexibiliteit

Wat hij binnen zijn dienst wilde zien te bereiken was meer flexibiliteit. "In het kader van het project 'Facilitaire Dienstverlening' zijn tien jaar geleden de facilitaire medewerkers bij faculteiten overgekomen naar FMC. Je merkte dat mensen die binnen een bepaalde faculteit al jaren actief waren, daar het liefste wilden blijven werken. Dat is natuurlijk ook logisch, want daar kennen ze iedereen en werkt dit ook goed. Ik ben mensen gaan samenbrengen in clusters en ik vond dat het af en toe nodig was dat medewerkers in een bepaald cluster van gebouwen ook eens in een ander gebouw in hetzelfde cluster aan de slag ging. ‘Keep an open mind’, was wat ik probeerde te promoten. Dat werd wel goed besproken met de directeuren bedrijfsvoering  en met de mensen zelf."

Want praten werkt volgens de FMC-directeur altijd beter dan het sturen van mails. "Eén van mijn oud-medewerkers had hierbij een stelregel die goed van toepassing was. Die stuurde nooit mails, maar nam direct de telefoon ter hand of ging zelf naar de mensen toe. Maar ja, wie belt er tegenwoordig nog met elkaar?” Boers zegt dat hij zo nu en dan ook wel eens een wat scherpe mail heeft klaarstaan in zijn mailbox, “maar die laat ik doorgaans eerst eens dagje staan. Kun je de volgende dag kijken of zo’n mail wel echt nodig is.”

Dikke huid

Werken voor FMC vraagt wel om mensen die een dikke huid hebben, aldus Boers. “Complimenten krijgen we natuurlijk gelukkig ook wel, maar studenten en medewerkers verwachten eigenlijk op voorhand dat bepaalde zaken aanwezig zijn en dat die altijd perfect werken of geregeld zijn. Als er echter iets fout is gegaan, weet men je wel snel te vinden met een klacht. Dat is niet fijn, maar het is wel iets waarvan je moet weten dat je het kunt verwachten.”

Ergert hij zich soms aan dat verwachtingspatroon? “Dat niet. Tijden zijn ook veranderd. Meer dan vroeger het geval was verwachten studenten nu om op de campus over een goede studeerplek te kunnen beschikken. Daar voorziet de universiteit dan ook in. Als ons iets gevraagd wordt, denken we direct of en hoe dat uitgevoerd kan worden. Niet alles is mogelijk en we zijn daarbij natuurlijk altijd afhankelijk van de loyaliteit van onze mensen, en die is zeer groot. Want bij calamiteiten die ’s nachts of in het weekend moeten worden opgelost, staan ze altijd paraat. Dat beschouw ik als een groot goed.”

Corona

Die inzet zag Boers zeker tijdens de coronapandemie, toen veel extra werk verzet moest worden om de campus weer zo in te richten dat studenten en medewerkers er veilig naar konden terugkeren. Een ontzettend vervelend moment noemt hij de beslissing van de cateraars, die mensen moesten ontslaan omdat de cateringlocaties op de campus lang dicht moesten. “Daar ging het om mensen die hier al heel lang werkzaam waren geweest, maar waar geen alternatieve werkzaamheden voor waren. In de schoonmaak waren er meer mogelijkheden om mensen elders onder te brengen. Nu is het vervelend om te zien dat de catering op dit moment juist kampt met een personeelstekort.”

Boers benadrukt nog maar eens dat hij altijd met veel plezier aan de TU/e heeft gewerkt. Was er dan niets waar hij minder goed van geslapen heeft? “Ja, die momenten zijn er ook geweest, bijvoorbeeld toen we na het vertrek van Mirjam Jahnke in 2016 en haar opvolger Peter Bloemers in 2018 bijna twee jaar geworsteld hebben met het vinden van een geschikt hoofd voor de afdeling Safety & Security. Dat is aan een organisatie als de onze een heel belangrijke functie, er gebeuren op de campus veel zaken waar veiligheid direct aan gerelateerd is. Dat konden we met de bestaande bezetting redelijk goed opvangen hoor, maar ik was blij toen we met Gijs Spiele uiteindelijk een goede invulling hadden gevonden.”

Een doorn in het oog is voor Boers de berg vuilnis die met enige regelmaat te vinden is voor woontoren Luna. “Dat zou je graag willen aanpakken, maar omdat de verantwoordelijkheden in dit geval bij andere partijen liggen is het helaas zeer complex om er een juiste oplossing voor te vinden. In principe is het een zaak van de exploitant van Luna, Mosaic World (het vroegere Camelot, red.), om hun bewoners erop te wijzen dat ze het rondom de ondergrondse vuilcontainers schoon moeten houden, maar ook de gemeente speelt er een rol bij. Bij dit gebouw (en ook bij het gebouw Aurora) is de gemeente Eindhoven verantwoordelijk voor het ophalen van het afval, in tegenstelling tot de rest van de campus. Als universiteit zou je het dan wellicht willen opruimen, maar je moet het ook zakelijk blijven bekijken.”

Pensioen

De tocht van 350 kilometer die Boers de afgelopen twee decennia wekelijks met grote regelmaat aflegde, vervalt aan het einde van deze maand. Op 29 september volgt zijn officiële afscheid van de universiteit. De pensioengerechtigde leeftijd heeft hij nog niet bereikt, hij wordt dit jaar 63.

“Ik ga me nog richten op een landbouwbedrijf dat bij ons in de familie zit, dat heeft wel een rol gespeeld bij dit wat eerdere vertrek. Ook is onze dochter in verwachting en dat willen mijn vrouw en ik bewust meemaken. We zullen straks een dag in de week op de baby gaan passen." Dat dochterlief op een uur rijden woont, is voor kilometervreter Boers natuurlijk geen enkel probleem.

Deel dit artikel