Roadtrip langs negen universiteiten in de Midwest
2500 kilometer asfalt en negen universiteiten in twee weken. Dit voorjaar reisde TU/e-professor Marc Geers af naar de VS, om daar de Midwest Mechanics Seminar-tour te volbrengen. Hij wandelde over negen campussen, werd rondgeleid door laboratoria, dineerde met collega’s en sprak negen keer over dynamische en mechanische metamaterialen. Terug in Eindhoven bladert hij met Cursor door de foto’s.
Uitgenodigd worden om het Midwest Mechanics Seminar te geven, dat is een eer. Sinds de eerste editie in 1958 gingen slechts twee werktuigbouwkundigen van Nederlandse universiteiten Marc Geers voor, en niet de minsten: Warner T. Koiter (TU Delft) in 1961 en Detlef Lohse (Universiteit Twente) in 2018. De Eindhovense hoogleraar Mechanics of Materials werd uitgenodigd in 2019, maar kon door corona en andere omstandigheden pas dit jaar gehoor geven aan het verzoek.
De seminartour is overigens allesbehalve een voortkabbelend plezierreisje: na de vliegreis wachtte Geers een huurauto, waarmee hij in twee weken negen universiteiten aandeed. “De onderlinge afstanden varieerden van honderd tot zeshonderd kilometer.”
De trip bracht hem achtereenvolgens op: University of Michigan, Michigan State University, University of Notre Dame, University of Wisconsin Madison, Purdue University, University of Illinois Urbana Champaign, Illinois Institute of Technology, Iowa State University en University of Minnesota. “Het zijn bekende universiteiten. Niet van het niveau Harvard of MIT, maar daar net onder – en daardoor misschien juist beter vergelijkbaar met de TU/e.”
De universiteitsbezoeken verliepen volgens een vast stramien. In alle vroegte maakte Geers een wandeling over de campus – “ondanks het drukke dagprogramma wilde ik toch iets van de campuscultuur opsnuiven” – gevolgd door labbezoeken, gesprekken met vakgenoten, het seminar, de autorit naar de volgende locatie, met daarna een diner met collega’s, in een restaurant of bij hen thuis. Moe maar voldaan naar het hotel, and repeat.
Nummerplaten
Hoe zijn de universiteiten in de Amerikaanse Midwest in vergelijking met de TU/e? Geers is erg gecharmeerd van de statige negentiende-eeuwse architectuur op de campussen – een stijl heel anders dan die van de veel jongere, industriële TU/e-gebouwen. Dat sport een sleutelrol speelt in de Amerikaanse campuscultuur, spreekt uit de grote stadions, zoals dat van American football-team The Spartans op Michigan State University.
Wat ook opvalt, is hoe trots studenten en medewerkers zijn op ‘hun’ universiteit. “Waar wij hoogstens de naam van de autodealer op de kentekenplaat hebben staan, zag ik daar nummerplaten met de naam van de universiteit.” Tijdens zijn vroege wandelingen zag Geers vaak al gezinnen op de foto gaan bij gebouwen of beelden, zoals dat van Purdue-alumnus en eerste man op de maan Neil Armstrong.
En Purdue is niet de enige universiteit die beroemde alumni en andere sterke punten flink in de kijker zet: “De branding is op Amerikaanse universiteiten heel uitgesproken.” Iets wat niet bij onze nuchtere cultuur past, is de inschatting van Geers, maar hij heeft ook inspirerende voorbeelden gezien. “Op de campus van de University of Minnesota stond een 77-meter lange Wall of Discovery, met alle uitvindingen en ontdekkingen die op de universiteit gedaan zijn. Iets dergelijks zou in mijn ogen op de TU/e niet misstaan.”
Dollars
Ook organisatorisch gaat het er op universiteiten in de VS anders aan toe dan in Nederland. Het belangrijkste verschil: “Ze hebben ongelooflijk veel geld, met name door de endownment-cultuur: alumni investeren graag enorme bedragen in hun alma mater, bijvoorbeeld in ruil voor het naar zich laten vernoemen van een universiteitsgebouw.”
Die grote stapels dollars resulteren niet alleen in mooie campussen, maar ook in laboratoria vol state-of-the-artapparatuur. Geers toont ter illustratie een foto die hij maakte van een composiet-3D-printer van enorme afmetingen. Het klinkt allemaal als een Amerikaanse droom, maar toch verkiest hij de voordelen van ‘ons’ systeem.
“In Amerika worden labs vaak opgericht en gebruikt door een of slechts enkele principal investigators, heel individualistisch. In Nederland staat er meestal juist een heel team achter. Dat is niet alleen goed voor de kracht en continuïteit, maar ook voor het onderzoek, dat er interdisciplinair – vaak zelfs interfacultair – en beter door wordt. Zo moet het wat mij betreft ook.”
Kilometerteller
Toen Geers zijn huurauto weer inleverde, stond er een slordige 2500 kilometer op de teller en was hij een schat aan ervaring rijker. “Ik had ook de mogelijkheid aangeboden gekregen om de negen seminars online te verzorgen, maar dat was voor mij geen optie. Dan zie je helemaal niks.” Een volgende uitdaging wacht hem in september, als hij toetreedt tot de KNAW.
Een laatste vraag nog: waarover heeft hij tijdens het seminar eigenlijk gesproken? “Over dynamische en mechanische metamaterialen. Dat zijn door de mens ontwikkelde materialen met bijzondere, vaak zelfs contra-intuïtieve eigenschappen. Denk aan materiaal waar een specifiek type geluid niet doorheen kan.”
Discussie