- De universiteit , Student
- 06/07/2022
InMotion neemt elektrische racewagen mee de baan op
De elektrische racewagen van studententeam InMotion moet niet alleen extreem snel kunnen laden, hij moet ook veilig en heel hard kunnen racen. Vorige maand nam het team de auto The Revolution daarom mee naar Breda International Airport voor een aantal rijtests, om zo goed voorbereid te zijn op het echte werk op racetracks als Zandvoort. Een kritische error tijdens een van de tests stak een spaak in het wiel, maar bleek uiteindelijk geen onoverkomelijk probleem.
Kleine vliegtuigjes vliegen af en aan op Breda International Airport, een klein vliegveld dat tussen Breda en Roosendaal ligt. Onder een tent op het terrein staat elektrische racewagen The Revolution op te laden. Teamleden van InMotion bekijken ondertussen grafieken van de rijtesten van de vorige dag, waarop onder andere motortemperaturen te zien zijn. Het is een van de categorieën waarop het team de elektrische racewagen wil testen. De motor en ook het batterijpakket mogen niet te warm worden.
De testen draaien deze dagen volledig om de rijdbaarheid van de auto. Het is iets waar InMotion op dagelijkse basis minder mee bezig is. Het team werkt wel toe naar deelname aan autoraces en droomt over de 24-uursrace van Le Mans, maar doet dat vooral om het potentieel van snelladen te laten zien. Doel is dan ook om de laadtijd zo ver mogelijk naar beneden te brengen, om de elektrische racewagen daarmee geschikt te maken voor lange-afstandsraces. Op dit moment kan de auto in twaalf minuten van twintig tot tachtig procent laden, vertelt technisch manager van InMotion Thomas Kuijpers: “Maar we willen dit jaar nog veel lager gaan zitten, uiteindelijk willen we de laadtijd terugbrengen naar enkele minuten.” Om ervoor te zorgen dat de batterij die laadtijden aankan, moet deze goed gekoeld worden, legt hij uit. “We koelen de batterijcellen nu op moduleniveau. Er zitten twaalf batterijcellen in zo’n module, maar we werken aan een manier om al die cellen afzonderlijk te koelen.”
Sweet spot
Je hebt alleen niets aan een snel-ladende auto als je die niet op een racebaan kan gebruiken, daarom is InMotion nu naar het vliegveld afgereisd. “We valideren de functionaliteit, zorgen ervoor dat de auto goed aanvoelt voor de coureur en vooral dat hij veilig rijdt. Ook testen we verschillende rijstrategieën die kunnen voorkomen dat de aandrijflijn te warm wordt”, aldus Kuijpers. Deze avond gaat het team samen met professioneel coureur Kevin Abbring onder andere op zoek naar de zogenoemde sweetspot: het hoogst mogelijke vermogen waarbij de auto nog op een goede temperatuur kan blijven. Bij de eerste rit van de avond wordt de grenstemperatuur van 140 graden al bereikt.
Het team lijkt een indicatie te hebben waar het ideale vermogen van de auto ligt. Om te kijken of die klopt, stapt Abbring de auto weer in. Maar ver komt hij niet. Al in de eerste bocht gaat een rood lampje branden, dat aangeeft dat er mogelijk een hoog voltage op de auto staat. Hij zet The Revolution stil en moet op een mat buiten de auto springen. De schrik zit er goed in bij de teamleden in de tent, die de veiligheidsprotocollen in gang zetten. Een poging om de auto te herstarten resulteert opnieuw in een error, wat het te risicovol maakt om nog terug naar de tent te rijden. Wanneer uit metingen blijkt dat er geen hoogspanning op het chassis staat, sleept de safety car de auto weer terug naar zijn plek.
Ongewenste geleiding
Daar komen de teamleden erachter dat het probleem waarschijnlijk in de motor zit, vertelt team manager Ewout Timmermans achteraf. “De volgende dag kwamen we erachter dat de koelvloeistof is gaan lekken en die heeft een ongewenste geleiding naar de motoren veroorzaakt. Uiteindelijk is de situatie nooit gevaarlijk geweest, maar de motoren werkten dus niet meer.” Racen was er de rest van de week dan ook niet meer bij. In plaats daarvan haalde het team de auto uit elkaar en nam de motoren zelf mee naar de fabrikant in Zwitserland. “Daar brachten ze een nieuwe seal aan, zodat de koelvloeistof niet meer kon lekken”, vertelt Timmermans.
Twee weken na de error staat de auto weer op de baan op het vliegveld van Breda. En een dag later op het circuit van Zandvoort. “Dat was uiteindelijk een van de belangrijkste doelen, om op Zandvoort testen uit te voeren en uniek beeldmateriaal te schieten. En dat is gelukt”, zegt Timmermans. Ook op het racecircuit blijven de motoren echter opwarmen, vertelt hij. “Daar valt dus nog veel winst te behalen, maar nu hebben we de data kunnen verzamelen om daarmee aan de slag te gaan.”
Op 12 juli presenteert InMotion de racewagen met een groot event op de campus.
Discussie