TU/e Game Dev stoomt studenten klaar voor game-industrie
Het nieuwe TU/e Game Dev studententeam van TU/e innovation Space bestaat pas enkele maanden en heeft al zestig leden. Logisch, zeggen oprichters en TU/e-studenten Sanziana Tudose, Ongun Korkmaz en Jesse Traas: “We zijn duidelijk niet de enigen die een carrière in game-development ambiëren.”
Al in hun tienerjaren begonnen TU/e-studenten Sanziana Tudose, Ongun Korkmaz en Jesse Traas in hun vrije tijd met het ontwikkelen van videogames. Om anderen hetzelfde te laten voelen als wat zij ervaren als ze games spelen en om de fantasiewereld in hun hoofd tot leven te brengen op een scherm. Toch kozen ze alledrie voor de studie Computer Science en niet voor een opleiding in game-development. “Computer Science geeft je bredere kennis die je óók bij het ontwikkelen van games kan gebruiken”, zegt Tudose. Alleen inzetten op game-development is loopbaantechnisch bovendien geen veilige keuze, zegt Traas, terwijl je als software-ontwikkelaar juist gebakken zit.
Game jam
Om toch de focus op een carrière in de gamewereld niet uit het oog te verliezen en hun kansen daarop te vergroten, hebben de drie nu TU/e Game Dev opgericht. Het studententeam dient als community waar studenten hun game development skills kunnen ontwikkelen en tegelijkertijd vrienden kunnen maken. De activiteiten variëren van workshops tot game jams, waarbij studenten in twee dagen een game ontwikkelen. Ook zijn er twee Game Dev subteams die over een periode van maanden werken aan een groter project.
De games die daaruit voortvloeien, zullen de teams eerst binnen de TU/e presenteren, maar het plan is vooral ook om studenten met de industrie in contact te brengen. “Er is bijvoorbeeld een grote nationale showcase, INDIGO, van Dutch Game Garden, een organisatie die de game-industrie in Nederland wil stimuleren. Daar zouden de teams hun games ook kunnen presenteren”, vertelt Korkmaz. “Of ze kunnen hun concept aan een bedrijf aanbieden, dat het eventueel met de hulp van het team verder kan ontwikkelen.” Je kunt het zo groot maken als je zelf wilt, zegt de student, die zelf al bij een start-up werkt en zijn eerst officiële “crunch-sessie” achter de rug heeft, waarbij hij extreem lange dagen moest maken in aanloop naar een deadline. “Het was stressvol, maar het is ons wel gelukt.”
De studenten zijn zich bewust van de crunch-cultuur die heerst in de game-industrie, waarbij ontwikkelaars soms wel tot honderd uur per week werken om deadlines te halen en die overuren vaak niet betaald krijgen. “Het houdt me niet tegen om in game-development te willen werken”, zegt Tudose. “Ik ben er te gepassioneerd over. Ik denk wel dat ik liever voor een kleinschalig onafhankelijk bedrijf zou werken dan voor een grote game-ontwikkelaar.”
Ook zonder crunchen is games ontwikkelen een tijdrovende klus. De studenten besteden er zeker rond de tien uur per week aan naast hun studie. “Games ontwikkelen is uitdagend, omdat het multidisciplinair is. Het is niet alleen een kwestie van programmeren. Denk ook aan het geluid, het design en het verhaal. Daar gaat tijd in zitten”, zegt Tudose. “Maar voor ons is het een hobby. En het studententeam maakt het alleen maar leuker, omdat je het samen doet.”
Duizenden euro's
Alle kennis die de studenten in hun eigen tijd hebben opgedaan, delen ze nu met de andere leden van TU/e Game Dev. Toch zien ze zichzelf niet als experts, ze willen vooral hun passie delen en zelf ook blijven leren. Wel met het idee om het studententeam uiteindelijk te laten uitgroeien naar een bedrijf. Korkmaz: “Game-ontwikkelaars besteden duizenden euro’s aan het klaarstomen van nieuwe medewerkers voor startersfuncties. Wij willen dat voor ze uit handen nemen.”
Maar dat ligt in de verre toekomst. Het studententeam zit nog in een proefperiode. De studenten twijfelen er echter niet aan dat TU/e Game Dev een mooie toekomst tegemoet gaat. “De game-industrie groeit elke dag”, zegt Korkmaz. “Kort geleden heeft Microsoft nog Activision Blizzard overgenomen voor zo’n zestig miljard euro. Netflix en Facebook gaan ook meer inzetten op videogames. De TU/e zou daarop aan moeten haken. En daar willen wij wel een handje bij helpen.”
Discussie