Jos Coenen: “Ja, ik heb eigenlijk veel geregeld”

Dit is de laatste werkweek van IMS-medewerker Jos Coenen. Hoe vatten we zijn 48-jarige loopbaan samen? Het gaat over tien studiejaren, acht Philipsjaren en dertig jaren als TU/e-medewerker. Maar ook over het oprichten van GEWIS en de PUR, spijt over enkele beslissingen en het feit dat centralisaties aan de TU/e voor- en nadelen hebben. Hij is en blijft bescheiden: “Ik heb het niet alleen gedaan”.

door
foto Lieke Vermeulen

Als een bedeesd jongetje (zijn eigen woorden) kwam de Geleense Jos Coenen de Technische Hogeschool binnen in 1974 voor een wiskundestudie. Dat hij tot bloei kwam als een groot organisatietalent komt volgens hemzelf omdat hij geen nee durfde te zeggen. “Ik was lid van studententafeltennisvereniging Taveres en ik had bij het Nederlands studentenkampioenschap meegeholpen omdat ik het eerste half jaar al mijn tentamens had gehaald. Toen Taveres zonder voorzitter kwam te zitten, hebben enkele ouderejaars me gezegd dat ik dat maar moest worden.” Het voorzitterschap bleek hem goed af te gaan. Hij zat ook twee jaar in het bestuur van de sportkoepel ESSF en roerde zich in de faculteitsraad. Coenen was actief op allerlei gebieden en haalde ook een onderwijsbevoegdheid. Door zijn pensionering krijgt hij nu alle tijd voor zijn hobby’s bridge en het zangkoor.

Intro’s

“In de negenenhalf jaar dat ik student was, was ik achtmaal intropapa”, zegt hij - toch wel met trots. Slechts eenmaal hoefden zijn pupillen aan te geven dat ze behoefte aan een studievereniging hadden, of Jos ondernam al actie. “Ik ben niet in het bestuur gaan zitten, maar heb wel met anderen samen geregeld dat er een bestuur kwam en dat er een wedstrijd voor een naam werd opgezet. Gemeenschap wiskunde- en informaticastudenten, dat is waar GEWIS voor staat.”

Vakreferent

Een niet ongebruikelijke vervolgstap na zijn wiskundestudie zette Coenen bij Philips, maar na acht jaar keerde hij toch graag naar de universiteit terug. “Bij Technische Bedrijfskunde ging ik aan de slag als vakreferent. Het betekende dat ik alle vakliteratuur moest bijhouden voor de faculteitsbibliotheek. Eigenlijk leerde ik dit vak in de kantine van het Paviljoen, want daar kon ik praten met alle bedrijfskundigen. Ik vond het heel leuk om andere gebieden dan de sporthal en de wiskundefaculteit te leren kennen.”

De bieb was niet echt met de tijd meegegaan. Maar er was volgens Coenen een goede collectie en hij is zeker trots op de CD-toren met full text van duizend Amerikaanse vaktijdschriften. “Daarmee waren we de enige in Nederland en daarvoor kwamen externe bedrijfskundigen naar onze bibliotheek.” Coenen zette een stap richting de automatisering met het online brengen hiervan en het verder ontwikkelen van het vooruitstrevende VUBIS-uitleensysteem dat wereldwijd werd gebruikt. “Terugkijkend vind ik dat de fijnste tijd in mijn loopbaan.”

If you know how to program: do! If you can’t program: teach! If you can’t teach: sell!

Jos Coenen
Grapje van collega's
Programmeerdocent

Vanaf 2000 ging hij C++ en Java-cursussen coördineren en ook geven aan studenten en medewerkers bij Wiskunde. Het was niet makkelijk om de snelle ontwikkelingen van het programmeren bij te houden. “Voor mij gold de tweede regel van het grapje dat collega’s maakten. ‘If you know how to program: do! If you can’t program: teach! If you can’t teach: sell!’” Toen het gevoel van middelmatigheid hem in de weg zat, is Coenen nog een jaartje terug geweest bij de bibliotheek. Daarna werd hij ICT-coördinator bij de faculteit Wiskunde waarbij hem de spannendste taak van de afgelopen 48 jaar werd gegeven.

Spannend én leuk

Voor de zoveelste, maar ook laatste keer, werkte Coenen in het Hoofdgebouw, de toenmalige naam van Atlas. “Als ICT-coördinator kreeg ik allerlei facilitaire taken. De belangrijkste was het leiden van project verhuizing zodat de renovatie van start zou kunnen. Ik vond het erg spannend. Ik had collega’s die twintig jaar achter hetzelfde bureautje zaten met hun stapels boeken op de rand, Hoe kreeg ik die gemotiveerd om naar MetaForum te gaan?” Het project heeft een paar keer vertraging opgelopen en er waren duizend dingen die Coenens verbazing opwekten. Kapstokken, white boards, overlegruimtes voor ICT’ers, individuele kamers voor wiskundigen, aan de vele wensen was maar moeilijk te voldoen.

Hij nam het gepieker mee naar huis. Op een gegeven moment mochten van zijn vrouw Ria gasten of hun vier kinderen de woorden 'verhuizing' of 'MetaForum' niet meer uitspreken, “anders gaat Jos flippen”. Uiteindelijk waren alle wiskundigen uit het Hoofdgebouw en kon Coenen zich in MetaForum weer op ICT concentreren. Dat wil zeggen, tot de volgende crisis: de centralisatie van ICT tot dienst Information Management & Services (IMS).

Hoe kreeg ik mijn collega's gemotiveerd om naar MetaForum te gaan?

Jos coenen
medewerker Information Management & Services
Vergissing

Op dat moment heeft Coenen een beslissing genomen waar hij later spijt van kreeg. Hij nam de functie Chief Information Security Officer aan. Achteraf gezien was dat een maatje te groot. Van sinterklaas tot carnaval heeft hij het geprobeerd, maar besefte toen dat hij tekortschoot. “Daar was een echte politieagent nodig en ik zat op het niveau van Bromsnor uit de tv-serie Swiebertje.” Hij kon terug naar IMS, maar zijn functie was inmiddels vergeven aan een ander. “Dat snapte ik, maar daarna heb ik wel even met de ziel onder mijn arm gelopen. Ik heb projecten geleid, maar voelde me niet meer zo gedreven of ambitieus als ik had willen zijn.”

Medezeggenschap

Zo gedreven was hij wél in de tijd dat hij PUR oprichtte, begin deze eeuw. “In de universiteitsraad waren vroeger twee fracties met beide geledingen voor academische medewerkers, andere personeelsleden en studenten. Door een wetswijziging moest dat gesplitst worden in een studentenfractie en een medewerkersfractie. Dat was voor mij het moment om te regelen dat er een Personeelsfractie voor de UR kwam met negen zetels. “Ik ben er trots op dat we een echte gesprekspartner voor het College van Bestuur zijn geworden. De inbreng van de medewerkers is veranderd van negatief kritisch naar positief kritisch.”

Inzicht

Nu hij de TU/e verlaat, maandag is officieel zijn laatste werkdag, staat hij stil bij de verandering die hijzelf heeft ondergaan. “Ik snap nu dat oude medewerkers zich uitgerangeerd voelen. Ik vond dat in mijn Philipstijd ondenkbaar, maar inmiddels ben ik ook niet meer de wereldverbeteraar die ik ooit was. Het meetorsen van krassen op mijn ziel maakt dat ik niet meer mee wil rennen met weer een nieuwe vlaag ideeën. Helaas ben ook ik in die situatie terechtgekomen.”

Vroeger was beslist niet alles beter, dat realiseert hij zich goed. “Innoveren is veel makkelijker geworden dan in de tijd dat alles nog gedecentraliseerd was. Met de houtje-touwtje-oplossingen van vroeger was het bijvoorbeeld onmogelijk om iets als een digitale handtekening te realiseren, als die opdracht niet vanuit het CvB zou zijn gegeven. Behoeften van onderop bleven onopgemerkt.”

Laatste tip

Coenen gunt iedereen het beste en desgevraagd heeft hij nog een tip voor de TU/e. “Wat zou het fijn zijn als er per faculteit nog een afscheid kan worden georganiseerd voor al die mensen die de laatste twee jaar met stille trom zijn vertrokken. Vanaf mei zal een fatsoenlijk afscheid toch wel mogelijk zijn?”

Deel dit artikel